ECLI:NL:RBMNE:2022:5683

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 december 2022
Publicatiedatum
28 december 2022
Zaaknummer
16/009463-22; 16/177451-20 (vord. tul); 16/077701-19 (vord. tul) en 16/277875-19 (vord. tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor belaging, bedreiging en smaadschrift tegen zijn ex-partner en haar familie

Op 28 december 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een 33-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 174 dagen en tbs met voorwaarden. De man was schuldig bevonden aan belaging van zijn ex-partner, bedreiging van haar en haar familie, en smaadschrift. Eerder was hij al veroordeeld voor vergelijkbare feiten, maar ondanks een contact- en locatieverbod ging hij door met zijn strafbare gedragingen. De rechtbank oordeelde dat de feiten in verminderde mate aan de man konden worden toegerekend, maar dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen een tbs met voorwaarden vereisten. De rechtbank legde geen voorwaardelijke straf op, omdat naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf ook de maatregel tbs met voorwaarden werd opgelegd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die zich genoodzaakt zagen te verhuizen. De vorderingen van de benadeelde partijen werden toegewezen, waarbij de man werd veroordeeld tot schadevergoeding voor immateriële en materiële schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/009463-22; 16/177451-20 (vord. tul); 16/077701-19 (vord. tul) en 16/277875-19 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 december 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 december 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
  • de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper;
  • hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. F.C. Knoef, advocaat te 's-Gravenhage, naar voren hebben gebracht;
  • hetgeen mrs. M.J. Hamer en M.J. Schimmel, beiden advocaat te Bussum, namens de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1
op meerdere tijdstippen in de periode van 30 november 2021 tot en met 21 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag [slachtoffer 1] heeft gestalkt;
feit 2
op meerdere tijdstippen in de periode van 30 november 2021 tot en met 21 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, met zware mishandeling en verkrachting;
feit 3
in de periode van 4 december 2021 tot en met 6 december 2021 te Den Haag en/of Hilversum van [slachtoffer 1] afbeeldingen van seksuele aard openbaar heeft gemaakt, terwijl verdachte wist dat die openbaarmaking nadelig voor haar kon zijn;
feit 4 primair
op 20 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling, door haar een dreigend bericht te versturen en meerdere personen naar haar adres te sturen met de instructie om de deur van haar woning open te maken en daar binnen te treden;
feit 4 subsidiair
op 20 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag met anderen heeft geprobeerd om uit de woning aan de [adres 2] te [plaats 1] enig goed van [slachtoffer 1] te stelen door middel van braak;
feit 4 meer subsidiair
op 20 januari 2022 bij voornoemde poging tot diefstal met braak behulpzaam is geweest;
feit 4 meest subsidiair
op 20 januari 2022 voornoemde poging tot diefstal met braak heeft uitgelokt;
feit 5
op meerdere tijdstippen in de periode van 21 januari 2022 tot en met 25 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag smaad heeft gepleegd jegens [slachtoffer 2] en [onderneming 1] B.V. door op LinkedIn een of meerdere berichten te plaatsen met daarbij een foto van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] ;feit 6op 31 december 2021 te Hilversum en/of Den Haag smaad heeft gepleegd jegens [slachtoffer 1] door op de LinkedIn-pagina van [onderneming 2] en [onderneming 3] een of meerdere berichten te plaatsen met daarbij foto’s van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 4 primair tenlastegelegde en de overige ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over de onder 1, 2, 5 en 6 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde heeft de raadsman verzocht om vrijspraak. De raadsman heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat er geen sprake is geweest van openbaar maken, omdat de foto’s ‘slechts’ met één persoon zijn gedeeld in een Whatsappgesprek met die persoon. De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 4 primair ten laste gelegde bedreiging. Het Whatsappbericht dat verdachte die dag aan aangeefster zou hebben gestuurd ontbreekt, zodat de inhoud hiervan niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld. Weliswaar heeft verdachte twee personen geïnstrueerd om zijn spullen uit de woning van aangeefster weg te nemen, maar het kan niet worden vastgesteld dat deze personen daadwerkelijk hebben geprobeerd om de woning binnen te komen. Uit de beelden volgt immers dat de mannen enkel naar de deur hebben gekeken. Er is daarmee geen sprake van een begin van een uitvoering, zodat verdachte tevens dient te worden vrijgesproken van het subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak t.a.v. feit 3
De rechtbank overweegt dat op basis van het dossier enkel kan worden vastgesteld dat verdachte de intentie had om de afbeeldingen van aangeefster te delen met één persoon via Whatsapp. Daarmee is nog geen sprake van openbaarmaking in de zin van artikel 139h lid 2 ahf onder b Wetboek van Strafrecht (Sr). Verdachte heeft weliswaar de kans aanvaard dat de ontvanger hiervan kennis zou nemen, maar de rechtbank heeft niet de overtuiging dat hij tevens de kans heeft aanvaard dat de desbetreffende afbeelding in dusdanig brede kring van personen bekend zou worden dat de informatie in beginsel voor iedere belangstellende bereikbaar zou worden. [1] Gelet op het feit dat de term ‘openbaar’ inhoudt dat er een kenmerk van publiciteit moet bestaan en dit in onderhavige zaak ontbreekt, oordeelt de rechtbank dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het openbaar maken van de afbeeldingen. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken voor dit ten laste gelegde feit.
Bewijsmiddelen t.a.v. feit 1 en 2
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 december 2022;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 7 december 2021, genummerd PL0900-2021384512-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van aangever [slachtoffer 1] , doorgenummerde pagina’s 55 en 56;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 8 januari 2022, genummerd PL0900-2021384512-13, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van aangever [slachtoffer 1] , doorgenummerde pagina’s 93 en 94;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , mede namens slachtoffer [slachtoffer 4] van 27 januari 2022, genummerd PL0900-2022018846-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 202 en 203;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] van 3 december 2021, genummerd PL0900-2021380840-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 13 tot en met 17;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 december 2021, genummerd PL0900-2021384512-6, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 80;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen 13 januari 2022, genummerd PL0900-2021384512-14, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, met bijlagen, doorgenummerde pagina’s 96 tot en met 101;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 20 januari 2022, genummerd PL0900-2021384512-15, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, met bijlagen, doorgenummerde pagina’s 106 tot en met 122;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1] van 28 januari 2022, genummerd PL0900-2021384512-32, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 189;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 12 december 2021, genummerd PL0900-2021390129-1, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland met bijlagen, doorgenummerde pagina’s 81 tot en met 85.
Bewijsmiddelen t.a.v. feit 4 primair [2]
Uit het
proces-verbaal van verhoor verdachtein de raadkamer van 3 februari 2022 volgt dat verdachte onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Ik ontken niet dat ik personen instructies heb gegeven om naar het adres van mijn ex te gaan.
Uit het
proces-verbaal van aangiftevan 28 januari 2022 volgt dat aangever [slachtoffer 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 20 januari 2022 omstreeks 23:46 zag ik dat er twee mannen voor mijn deur stonden. Ik zag dat de twee mannen heen en weer langs mijn voordeur liepen. Ik zag dat de twee mannen naar de Ringbel aan mijn voordeur kijken. Later zag ik dat ik op 20 januari 2022 vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] een heel lang WhatsApp bericht had ontvangen. In het bericht las ik:
“ik maak jou dood onthou dat wollah vanavond stuur ik 2 mannen naar jou huis en je hoef mij niet te geloven je gaat wel merken jou kanse zijn voorbij”. Ook stuurde [verdachte] mij vlak na bovenstaand bericht vanaf hetzelfde telefoonnummer foto’s van zichzelf. [3]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 20 januari 2020 met bijlagen volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Ik vroeg [slachtoffer 1] of er nog nieuwe dreiging berichten waren binnengekomen en hoorde haar zeggen inderdaad op 20 januari 2022. Zij verklaarde dat zij wederom de schrijfwijze, manier van praten, dreigende teksten uit de berichten herkende als die van [verdachte] en dat het in haar beleving niet anders kan dat hij dit verstuurt [4] .
Een geschrift als bedoeld in art. 339 lid 1 onder 5 jo art. 344 lid 1 onder 5 Wetboek van Strafvordering (Sv) inhoudende een deel van de chatgeschiedenis van een Whatsapp-chat met telefoonnummer + [telefoonnummer] :
20-01-2022 14:23, + [telefoonnummer] : ik maak jou dood onthou dat wollah vanavond ik stuur 2 mannen naar jou huis je hoef mij niet the geloven je gaat het wel merken jou kanse zijn voorbij. [5]
Bewijsoverweging t.a.v. feit 4 primair
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank de onder 4 primair ten laste gelegde bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelen t.a.v. feit 5 en 6
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
t.a.v. feit 5:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 december 2022;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] van 27 januari 2022, genummerd PL0900-2022007392-4, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland met bijlagen, doorgenummerde pagina’s 205 tot en met 208.
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [A] , namens slachtoffer [onderneming 1] , van 25 januari 2022, genummerd PL1500-2022024412-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 9] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland met bijlagen, doorgenummerde pagina’s 209 tot en met 215.
t.a.v. feit 6:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 december 2022.
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 28 januari 2022, genummerd PL0900-2022027183-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 191 en 192.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op meerdere tijdstippen in de periode van 30 november 2021 tot en met 21 januari 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] met het oogmerk die [achternaam slachtoffer 1 en 2] vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk en met voornoemd oogmerk op verschillende data in voormelde periode telkens (onder meer)
- veelvuldig gebeld met die [achternaam slachtoffer 1 en 2] en die [achternaam slachtoffer 1 en 2] sms- en WhatsApp-berichten toe gestuurd en
- andere personen, waaronder [..] , pikante foto’s (van het decolleté en billen) van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] toegestuurd en (terwijl hij zich voordoet als [achternaam slachtoffer 1 en 2] ) vraagt of deze [..] en anderen seks met [achternaam slachtoffer 1 en 2] willen en één of meerdere brieven en/of ansichtkaarten naar die [achternaam slachtoffer 1 en 2] gestuurd;
feit 2
op meerdere tijdstippen in de periode van 30 november 2021 tot en met 21 januari 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland, [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend één of meer woorden toegevoegd en teksten toegezonden en geplaatst, te weten:
- “Ik maak jou af…. Geloof me” en
- “je moet goed opletten. Je gaat echt belangrijke mensen missen, vieze, baby moordenaar” en
- “[…] want als hij jou tegen gaat komen of jij hem zit jij in een rolstoel. […] Ik zal

jou zegen let goed op jou ouders en je zoontje” en

- “Let goed op elkaar, want elke moment gah je nachtmerie krijgen zo als jou ouders. Ik zal zegen geniet nog zo lang het kan want voor 31 december ga jij belangrijke mensen missen, als jij nog van ze houdt dan heb ik het over je ouders en jou zoontje” en
- “Maar let goed op Ik zweer het jou je bent de lul. ben ook erachter gekomen waar jou ouders woont pas op” en
- “Kom naar je ouders, geloof me ik maak je af” en
- “[…] en jij moet uitkijken ik zweer je jij wordt opgewacht als je thuiskomt je gaat ziekenhuis is dat beloof ik jou en de rest zie je. Wize kankerduivel hoer dat je bent wize baby’s moordenaar dan nog doen of je heilig bent ik verbouw jou gezicht vader moeder dood jij bent de lul” en
- het sturen van een foto van drie cobra’s met daarbij de tekst “jouw zoon gaat wat meemaken en jij moet goed opletten wat er met jou gaat gebeuren komende nacht, vader moeder dood” en
- “Ik laat jou ouders het huis opgeblazen worden en jij wordt het ziekenhuis ingeslagen” en
- “[…] jij gaat je kind nooit veilig terug krijgen onthoud dat goed” en
- “je moet je schamen je gaat echt je leven haten onthoud dat vroeg of laat is het over met jou” en
- […] 1 ding let op vader moeder dood ik mag jaren vast zitten […] jij bent de lul vader moeder dood nooit gaat dit stopen geloof mij vader moeder dood jij gaat eraan” en
- “vanavond zal je zien dat ik echt serieus ben jij wilt oorlog krijgen jij gaat het vanavond vandaag merken vader moeder dood anders ben ik een hoerekind” en
- “Blijf spelen en open maken strks vader moederr dood ik kom […] we komen eerst naar jou dan gaan we jou ouders eve opzoeken wollah” en
- “Let op wat er gaat gebeuren voor 800 euro wie die jonge totolos slaat […] vandaag of morgen [.....] word goed mishandeld […] ik beloof jou zoon word zwaar mishandeld […] jou zoon vader moeder dood gaat ziekenhuis in geslagen worden […] vader moeder dood ik ga tot de dod jij bent nooit van ons af […] ik zweer jou als jou kamerraam niet opgeblazen word ben ik hoerekind en jou zoontje als die niet mishandeld word ben ik een flikkertje […] geloof mij kijk goed naar nieuws jullie zijn de volgende […]”;
feit 4 primair
op 20 januari 2022 te [plaats 1] [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door
- die [achternaam slachtoffer 1 en 2] een bericht toe te zenden met daarin (onder meer) de tekst “ik maak jou dood onthou dat wollah vanavond ik stuur 2 mannen naar jou huis je hoef mij niet te geloven je gaat het wel merken jou kanse zijn voorbij” en die bedreiging kracht bij te zetten door
- vervolgens meerdere personen naar het adres van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] te sturen en
- vervolgens die personen te instrueren de deur van haar woning open te maken en die woning binnen te gaan;
feit 5
op meerdere tijdstippen in de periode van 21 januari 2022 tot en met 25 januari 2022 te [plaats 1] en [plaats 2] telkens opzettelijk de eer en de goede naam van de [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] en [onderneming 1] BV heeft aangerand door telastlegging van een bepaald feit met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften openlijk tentoongesteld, door op LinkedIn meerdere berichten te plaatsen met daarin de tekst “Deze man werkt bij jullie bedrijf [onderneming 1] in [plaats 2] , heet [slachtoffer 2] ” en “Pedofil heeft een meisjes aangerand gisteren avond mensen deze is een wize pedofil heeft ook zijn eige dochter geneukt deze fliker heet [slachtoffer 2] woont op [adres 3] in [plaats 1] deze moet aangepakt worden” en “Pedofil heeft zijn eige dochter geneukt deze fliker heet [slachtoffer 2] woont op [adres 3] [plaats 1] ” en daarbij een foto van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] te voegen;
feit 6
op 31 december 2021 te [plaats 1] en [plaats 2] telkens opzettelijk de eer en de goede naam van de [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] heeft aangerand door telastlegging van een bepaald feit met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften verspreid, openlijk tentoongesteld, door op de LinkedIn-pagina van [onderneming 2] en [onderneming 3] een of meerdere berichten te plaatsen met daarin de tekst “Werk als escort op de [adres 2] in [plaats 1] hou van kont sexs” en "Ik ben [slachtoffer 1] werk als escort op de [adres 2] in [plaats 1] hou van kont sexs en van donkere mannen wou het prive houden maar dacht weet je gooi het gewoon openbaar werk escort op de [adres 2] in [plaats 1] hou van kont sexs en heerlijk klaar laten komen in mijn mond ben heel goedkoop en ik beloof dat je geen spijt gaat krijgen" en daarbij foto’s van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] toe te voegen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot feit 1, feit 2 en feit 4 sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De bewezen verklaarde gedragingen leveren in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts enigszins uiteenloopt.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1, feit 2 en feit 4:
eendaadse samenloop van
belaging;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling, meermalen gepleegd; en
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 5 en 6 telkens:
smaadschrift.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
  • een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 186 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
  • terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden, te weten de in het reclasseringsadvies van 12 december 2022 vermelde voorwaarden, met dadelijk uitvoerbaar verklaring van de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
  • de vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr, inhoudende een (in)direct contactverbod met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en een locatieverbod voor de gemeente [gemeente] , met dadelijk uitvoerbaar verklaring van deze maatregel.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de (deels) eendaadse samenloop ten aanzien van het onder 1, 2 en 4 primair tenlastegelegde.
Verdachte heeft een licht verstandelijke beperking en mist daardoor het overzicht en de vaardigheden om met relaties om te gaan. Gelet hierop is het tenlastegelegde verdachte verminderd toe te rekenen. Onder verwijzing naar de adviezen van 25 oktober 2022 en 12 december 2022 heeft de raadsman bepleit dat met oplegging van een deels voorwaardelijke straf met de geadviseerde bijzondere voorwaarden, kan worden volstaan. De raadsman heeft meer subsidiair verzocht te overwegen dat in de onderhavige zaak geen sprake is van artikel 359 lid 7 Wetboek van Strafvordering.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten
Verdachte is op 22 oktober 2021 door deze rechtbank veroordeeld voor belaging en bedreiging van zijn ex-partner, [slachtoffer 1] , tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast is voor de duur van vijf jaar een 38v Sr maatregel opgelegd, die inhoudt dat hij geen contact mag opnemen met zijn ex-partner, haar ouders of haar zoon. Ook mag hij zich op grond van die maatregel niet ophouden in de gemeente [gemeente] . Desondanks is hij vanaf de dag van zijn invrijheidsstelling doorgegaan met het op zeer indringende wijze stalken van mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] en het bedreigen van haar, haar ouders en haar minderjarige zoon. De bedreigingen werden daarbij steeds indringender van toon en als mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] blijft weigeren om verdachte te spreken, stuurt hij op 20 januari 2021, zoals hij heeft aangekondigd, twee onbekende mannen op haar af die ’s avonds laat bij haar voor de deur staan. Ook de vader van mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] moest het ontgelden en zijn goede naam en die van zijn werkgever, [onderneming 1] B.V., is op zeer respectloze wijze door verdachte aangetast.
Door zijn handelen heeft verdachte op indringende en respectloze wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] . Daarnaast heeft hij haar, haar ouders en haar zoon bijzonder veel angst aangejaagd door hen steeds weer te bedreigen. De heer [achternaam slachtoffer 1 en 2] en mevrouw [slachtoffer 3] hebben zich hierdoor genoodzaakt gezien om te verhuizen, om zo hun kleinzoon (de zoon van mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] , die bij hen woont) in veiligheid te kunnen brengen. Uit de namens hen voorgedragen slachtofferverklaringen volgt de enorme impact die het handelen van verdachte nog altijd op hun leven heeft en die impact is zeer invoelbaar.
Verdachte heeft met zijn handelen laten zien dat hij zich door niets of niemand laat tegenhouden. De bewezenverklaarde feiten zijn immers gepleegd terwijl hij net een gevangenisstraf voor dezelfde soort feiten had uitgezeten en voor hem een contact- en locatieverbod gold. Zelfs nadat hij in de onderhavige zaak in voorlopige hechtenis is gesteld is hij doorgegaan met het zoeken van contact, door mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] te bellen (haar telefoonnummer is door het huis van bewaring op enig moment geblokkeerd) en brieven aan haar te sturen. Nadat de voorlopige hechtenis was geschorst teneinde verdachte de kans te geven zich in de kliniek te bewijzen heeft hij klaarblijkelijk een medepatiënt voor zijn karretje gespannen en bewogen contact met haar op te nemen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 7 juli 2022, waaruit volgt dat verdachte reeds eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de Pro Justitia rapporten van 3 mei 2022 en 6 mei 2022, waarin de psychiater concludeert dat verdachte een licht verstandelijke beperking heeft. Verdachte heeft hierdoor onvoldoende mogelijkheden om op adequate wijze vorm te geven aan zijn frustraties en daarom wordt door de psychiater geadviseerd om het bewezenverklaarde verminderd toe te rekenen. Het recidiverisico is volgens de psychiater sterk contextafhankelijk. Verdachte kan volgens de psychiater worden omschreven als een rancuneuze stalker. Dat hij het contactverbod meermaals heeft overtreden en poogt genoegdoening te verkrijgen draagt bij aan een verhoogd risico op herhaling.
De psycholoog onderschrijft de conclusie van de psychiater en voegt daar aan toe dat verdachte een stoornis heeft in zijn cannabisgebruik. Verdachte dient intensieve, klinische behandeling te krijgen voor het versterken van zijn copingsmechanismen en de negatieve gevolgen van zijn softdrugsgebruik. Een dergelijke behandeling zal moeten plaatsvinden op een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA). De psycholoog schat de kans op recidive op de korte termijn in als matig, op langere termijn als verhoogd indien contact tussen verdachte en mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] zou worden hervat. Omdat een behandeling in het kader van bijzondere voorwaarden eerder niet van de grond is gekomen, hebben de deskundigen de verwachting dat verdachte moeite zal hebben om zich aan voorwaarden te houden. Om zicht te krijgen op de motivatie en het vermogen van verdachte om zich te houden aan voorwaarden, is geadviseerd om verdachte in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis te plaatsen in een kliniek. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van verdachte geschorst met ingang van de dag dat verdachte in [instelling 2] te [plaats 3] werd opgenomen.
Uit het maatregelrapport van [instelling 1] van 25 oktober 2022 volgt dat verdachte gedurende de eerste maanden na zijn opname, zijn schorsingsvoorwaarden heeft overtreden door via een medepatiënt contact op te nemen mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] en door het gebruik van cannabis. Om die reden werd oplegging van tbs met dwangverpleging geadviseerd.
Uit het aanvullend advies van [instelling 1] van 12 december 2022 volgt dat verdachte sinds oktober 2022 toch een positieve ontwikkeling laat zien. Verdachte houdt zich binnen de FPA aan de afspraken en zegt open te staan voor tbs met voorwaarden, waaronder een opname in een zorginstelling. De reclassering is daarom gematigd positief ten aanzien van tbs met voorwaarden, waarbij de oplegging van diverse voorwaarden wordt geadviseerd, waaronder een opname in een zorginstelling.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en ernst van de hiervoor beschreven feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Voor dergelijke strafbare feiten worden – zeker gelet op het feit dat verdachte direct na zijn in vrijheidsstelling met stalking en bedreiging is doorgegaan – onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. Van de op te leggen straf dient enerzijds een afschrikwekkend effect uit te gaan, maar een belangrijk strafdoel is ook dat wordt voorkomen dat verdachte wederom tot het plegen van (dergelijke) strafbare feiten overgaat.
Bij de op te leggen straf houdt de rechtbank er bovendien – in strafverminderende zin – rekening mee dat de feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank baseert zich daarbij op de over verdachte opgemaakte rapportages en het verhandelde ter terechtzitting. Daaruit blijkt in elk geval niet dat het verdachte aan ieder inzicht in de draagwijdte van zijn handelen heeft ontbroken.
Naar het oordeel van de rechtbank is, het voorgaande in aanmerking genomen en gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken worden opgelegd, en rekening houdend met de eveneens op te leggen tbs met voorwaarden (waarvan de motivering hierna volgt), een gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van zijn voorarrest, passend en geboden. De rechtbank is van oordeel dat reeds gestarte behandeling in [instelling 2] en de positieve ontwikkeling die verdachte sinds een aantal weken laat zien, niet moeten worden doorkruist door een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Omdat de rechtbank daarnaast tevens de maatregel tbs met voorwaarden zal opleggen, is het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf niet opportuun.
Opleggen terbeschikkingstelling met voorwaarden
De rechtbank overweegt dat hoewel de adviezen in de omtrent verdachte opgemaakte rapportages niet eenduidig waren, de reclassering thans gematigd positief is over een tbs met voorwaarden. De officier van justitie heeft gevorderd hiertoe over te gaan en verdachte heeft zich bereid verklaard om zich aan de geadviseerde voorwaarden te houden.
De rechtbank bepaalt dat aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden moet worden opgelegd. De rechtbank zal de ter bescherming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen te stellen voorwaarden, waarvan verdachte zich bereid heeft verklaard deze voorwaarden na te leven, in het dictum opnemen. De rechtbank merkt daarbij op dat zij ambtshalve aanleiding ziet om de voorwaarde met betrekking tot de time-out te herformuleren op de wijze zoals in het dictum is opgenomen, nu de beslissing of de noodzaak tot opname in de FPA zich voordoet aan de rechter is voorbehouden. [6] Wanneer verdachte zich niet aan deze voorwaarden houdt, kan de tbs met voorwaarden door de rechter worden omgezet in tbs met verpleging van overheidswege (opname in een tbs-kliniek).
De rechtbank kan besluiten tot het opleggen van tbs met voorwaarden als iemand een misdrijf heeft gepleegd waar volgens de wet een gevangenisstraf van vier jaar of meer op staat of als het gaat om een misdrijf waarvoor de wet bepaalt dat oplegging van terbeschikkingstelling mogelijk is. Daarnaast moet die persoon toen hij de feiten beging een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens hebben gehad. Tot slot moet de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen eisen dat aan die persoon tbs wordt opgelegd. Aan al deze voorwaarden is in dit geval voldaan.
De rechtbank baseert het oordeel dat de verdachte tijdens het plegen van voornoemd feit aan een gebrekkige ontwikkeling leed en een stoornis heeft in het gebruik van cannabis, dat voor de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen oplegging van tbs noodzakelijk is, op de conclusies van verschillende deskundigen die de persoonlijkheid van de verdachte hebben onderzocht en hierover rapporten opgemaakt, zoals deze hierboven uitgebreid zijn weergegeven. Verdachte heeft eerder laten zien niet in staat te zijn om zich te houden aan algemene voorwaarden verbonden aan een voorwaardelijke gevangenisstraf. Ook de oplegging van de maatregel van artikel 38v Sr bleek niet afdoende om recidive te voorkomen. Naar het oordeel van de rechtbank kan daarom niet worden volstaan met het opleggen van bijzondere voorwaarden in het kader van een deels voorwaardelijke straf, zoals de raadsman heeft bepleit.
Dat de veiligheid van anderen oplegging van de tbs vereist volgt uit de hiervoor besproken problematiek en de aard van de bewezenverklaarde feiten, in het bijzonder de feiten en omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde feit 4 is gepleegd.
Gemaximeerde terbeschikkingstelling
De rechtbank stelt vast dat geen sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat de totale duur van de terbeschikkingstelling is beperkt tot vier jaren.
Dadelijke uitvoerbaarheid terbeschikkingstelling met voorwaarden
Gelet op hetgeen de deskundigen hebben gerapporteerd omtrent het recidivegevaar is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Geen maatregel ex artikel 38v Sr
De rechtbank stelt vast dat bij vonnis van 22 oktober 2021 een maatregel in de zin van artikel 38v Sr is opgelegd voor de duur van vijf jaar. De maatregel houdt in een contactverbod met mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] , haar ouders en haar zoon en tevens een locatieverbod voor de gemeente [gemeente] . Het vonnis is op 23 juni 2022 onherroepelijk geworden, zodat deze maatregel nog geruime tijd geldt. Voor het opleggen van een gelijkluidende maatregel in de onderhavige zaak is om die reden geen plaats.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de twee in beslag genomen telefoons (iPhone en Samsung) verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de in beslag genomen goederen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank heeft op basis van het dossier vastgesteld dat één iPhone en één Samsung telefoon onder verdachte in beslag is genomen. De rechtbank zal deze in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren. Met behulp van deze voorwerpen zijn de bewezen verklaarde feiten immers begaan.

10.BENADEELDE PARTIJEN

T) [slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 6.525,77. Dit bedrag bestaat uit € 1.525,77 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
2) [slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.500,-, bestaande uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
3) [slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.500,-, bestaande uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de vorderingen van de drie benadeelde partijen geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de immateriële schade van benadeelde partij [slachtoffer 1] verwezen naar de uitspraak van deze rechtbank van 22 oktober 2022, waarin verdachte voor dezelfde soort feiten is veroordeeld. Daarbij is naar billijkheid een bedrag van €1.500,00 toegekend aan [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] als vergoeding van immateriële schade. De raadsman meent dat een hogere vergoeding niet billijk zou zijn en verzoekt om matiging. Ten aanzien van de gevorderde hotelkosten stelt de raadsman dat een groot deel van deze kosten is gemaakt na de aanhouding van verdachte op 21 januari 2022. Hij betwist dan ook dat tussen deze schade en het bewezenverklaarde een rechtstreeks verband bestaat. Tevens heeft de raadsman verzocht om de vergoeding voor de kosten van het tweede telefoonabonnement te matigen, aangezien niet is voldaan aan de schadebeperkingsplicht door een dure nieuwe telefoon op afbetaling aan te schaffen.
Ten aanzien van benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft de raadsman verzocht om de gevorderde vergoeding voor immateriële schade te matigen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
T.a.v. [slachtoffer 1]
Materiële schade
De rechtbank acht vergoeding van hotelkosten die zijn gemaakt voordat verdachte was aangehouden en in voorlopige hechtenis was gesteld, ter hoogte van € 423,30 toewijsbaar. Deze kosten staan in rechtstreeks verband met de bewezen verklaarde feiten.
De rechtbank oordeelt dat de schade als gevolg van het aanschaffen van een nieuw telefoontoestel thans niet kan worden toegewezen. Deze kosten zijn immers niet het gevolg van het bewezenverklaarde. Mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] heeft een nieuw telefoonabonnement afgesloten, zodat verdachte haar telefoonnummer niet heeft, maar gelet op de gemotiveerde betwisting, is onvoldoende onderbouwd dat tussen dit nieuwe telefoonabonnement en het bewezenverklaarde een rechtstreeks verband bestaat. De schade die mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] heeft geleden bestaat mogelijk uit het verschil tussen deze kosten en de kosten van haar oude abonnement, nu zij van dat laatste abonnement geen gebruik meer kan maken. Deze schadepost is aldus onvoldoende onderbouwd.
Het rechtstreekse verband tussen de hotelkosten die na de aanhouding en inverzekeringstelling van verdachte zijn gemaakt en het bewezenverklaarde, is – gelet op de gemotiveerde betwisting – onvoldoende onderbouwd.
Indien mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] in de gelegenheid zou worden gesteld om haar schade op deze punten nader te onderbouwen, levert dat naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting op van het strafproces. Om die reden zal zij ten aanzien hiervan niet ontvankelijk worden verklaard.
Immateriële schade
Verdachte heeft mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] door zijn handelen ernstig in haar persoon aangetast. Dat zij immateriële schade heeft geleden als gevolg van de bewezen verklaarde feiten staat vast. Eerder heeft de rechtbank weliswaar overwogen dat, bij veroordeling voor stalking en bedreiging, een vergoeding € 1.500,00 billijk is, maar de rechtbank wijst er op dat de feiten en omstandigheden van die veroordeling, niet gelijk zijn aan de feiten en omstandigheden waaronder verdachte de huidige bewezen verklaarde feiten heeft gepleegd. Direct na invrijheidstelling en ondanks een contact- en locatieverbod is verdachte doorgegaan met het plegen van strafbare feiten jegens mevrouw [achternaam slachtoffer 1 en 2] op een zeer indringende, bedreigende en respectloze wijze. De gevangenisstraf die hij heeft ondergaan heeft hem kennelijk niet tot inkeer gebracht. Het gevoel van onveiligheid dat daarmee is veroorzaakt en de inbreuk die hij daarmee op de persoonlijke levenssfeer heeft gemaakt, is – zo volgt ook uit de toelichting op de vordering – vele malen groter. Onder die omstandigheden is een schadevergoeding van € 5.000,00 billijk.
Gelet op het voornoemde zal de rechtbank de vordering van de benadeelde partij toewijzen tot een bedrag van € 5.423,30, bestaande uit € 423,30 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank verklaart [slachtoffer 1] wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 5.423,30 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 62 dagen gijzeling.
De rechtbank bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
T.a.v. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
De rechtbank stelt vast dat beide benadeelde partijen immateriële schade hebben geleden als gevolg van de bewezenverklaarde bedreiging en smaad, hetgeen ook niet is betwist. Gelet op de gevolgen van het handelen van verdachte, zoals die zijn toegelicht in de vordering, en gelet op hetgeen in vergelijkbare zaken wordt toegewezen, stelt de rechtbank de immateriële schade naar billijkheid vast op een bedrag van € 2.500,00.

[slachtoffer 2]
De rechtbank veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van een bedrag van € 2.500,00 bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 2.500,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling.
De rechtbank bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.

[slachtoffer 3]
De rechtbank veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 3] van een bedrag van € 2.500,00 bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 2.500,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling.
De rechtbank bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.

11.VORDERINGEN TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 22 oktober 2021 onder parketnummer 16/177451-20 is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, van 13 augustus 2019 onder parketnummer 16/077701-19 is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijk opgelegde taakstraf voor de duur van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis.
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 3 juni 2020 onder parketnummer 16/277875-19 is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijk opgelegde taakstraf voor de duur van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis.
11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de drie vorderingen tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straffen af te wijzen.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om de vorderingen tot tenuitvoerlegging primair af te wijzen en subsidiair de proeftijd hiervan te verlengen.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat de vorderingen tot tenuitvoerlegging met parketnummers 16/077701-19 en 16/277875-19 reeds zijn toegewezen bij vonnis van 22 oktober 2021 onder parketnummer 16/177451-20, dat op 23 juni 2022 onherroepelijk is geworden. Gelet hierop zal de rechtbank het Openbaar Ministerie ten aanzien van deze vorderingen niet-ontvankelijk verklaren.
Gelet op de opgelegde straf en maatregel ziet de rechtbank geen meerwaarde in de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf onder parketnummer 16/177451-20. De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 38, 38a, 55, 57, 261, 285, 285b, van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 3 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 4 primair, 5 en 6 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 174 dagen;
- bepaalt dat de
tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekering en voorlopige hechtenisdoorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in
minderingzal worden gebracht;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
- gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij
de volgende voorwaarden;
- als algemene voorwaarde geldt dat:
 de verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- stelt als voorwaarden betreffende het gedrag van verdachte:
Geen strafbare feiten plegen
verdachte zal zich niet schuldig maken aan een strafbaar feit;
Meewerken aan reclasseringstoezicht
verdachte zal meewerken aan het reclasseringstoezicht door:
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* de reclassering te helpen aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is, die nodig is voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
* mee te werken aan huisbezoeken;
* inzicht te geven aan de reclassering in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
* zich niet op een ander adres te vestigen zonder toestemming van de reclassering;
* mee te werken aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
Meewerken aan Time Out
als de reclassering dat nodig acht en verdachte daarmee instemt, zal verdachte voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
Niet naar het buitenland
Verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
Opname in een zorginstelling
Verdachte laat zich opnemen in [instelling 2] te [plaats 3] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, zal verdachte meewerken aan de indicatiestelling of plaatsing.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Verdachte verblijft aansluitend aan zijn verblijf in een FPA in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
Drugsverbod
Verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
Contactverbod
verdachte zal op geen enkele wijze – direct of indirect – contact hebben of zoeken met:
  • [slachtoffer 1] , geboren op [1986] ,
  • [slachtoffer 3] , geboren op [1964] te [geboorteplaats 2] ;
  • [slachtoffer 2] , geboren op [1959] te [geboorteplaats 2] ;
  • [slachtoffer 4] , geboren op [2008] te [geboorteplaats 2] ;
zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht;
Locatieverbod
verdachte zal zich niet bevinden in de gehele omgeving van de gemeente [gemeente] voor de duur van maximaal 6 (zes) maanden. Verdachte zal meewerken aan elektronische controle op dit locatieverbod. Verdachte zal in verband met de elektronische monitoring niet naar het buitenland gaan zonder toestemming van de reclassering. Het Openbaar Ministerie kan dit locatieverbod op verzoek van de reclassering (deels) laten vervallen. De aansluiting van het elektronische controlemiddel kan plaatsvinden vanaf de derde werkdag nadat de reclassering geïnformeerd is over de ingangsdatum op het opgegeven verblijfadres;
  • geeft opdracht aan [instelling 1] om de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
  • beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • Telefoontoestel, merk iPhone;
  • Telefoontoestel, merk Samsung;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 5.423,30, bestaande uit € 423,30 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 5.423,30 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 62 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 2.500,-, bestaande uit immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 2.500,-, bestaande uit immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tot tenuitvoerlegging parketnummer 16/077701-19
- verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering;
Vordering tot tenuitvoerlegging parketnummer 16/277875-19
- verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/177451-20
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Danel, voorzitter, mrs. H. den Haan en M. Rasterhoff, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.N. Aalders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 december 2022.
Mrs. Danel, Rasterhoff en Aalders zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 november 2021 tot en met 21 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [achternaam slachtoffer 1 en 2] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers is/heeft hij, verdachte wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk en met voornoemd oogmerk op verschillende data in voormelde periode (telkens) (onder meer)
- veelvuldig, althans meermalen (telkens) gebeld met die [achternaam slachtoffer 1 en 2] en/of die [achternaam slachtoffer 1 en 2] sms- en/of WhatsApp-berichten toe gestuurd en/of
- andere personen, waaronder [..] pikante foto’s en/of naaktfoto’s (van het decolleté en/of billen) van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] toegestuurd en (terwijl hij zich voor doet als [achternaam slachtoffer 1 en 2] ) vraagt of deze [..] en/of anderen seks met [achternaam slachtoffer 1 en 2] wil(len) en/of
- naaktfoto’s en/of pikante foto’s van [achternaam slachtoffer 1 en 2] op haar LinkedIn-profiel geplaatst en/of
- één of meerdere brieven en/of ansichtkaarten naar die [achternaam slachtoffer 1 en 2] gestuurd;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 november 2021 tot en met 21 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag, althans in Nederland, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met verkrachting, althans feitelijke aanranding van de eerbaarheid, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend één of meer woorden toegevoegd en/of tekst(en) toegezonden en/of geplaatst, te weten:
- “ Ik maak jou af…. Geloof me” en/of
- “ je moet goed opletten. Je gaat echt belangrijke mensen missen, vieze, baby moordenaar” en/of
- “[…] want als hij jou tegen gaat komen of jij hem zit jij in een rolstoel. […] Ik zal jou zegen let goed op jou ouders en je zoontje” en/of
- “ Let goed op elkaar, want elke moment gah je nachtmerie krijgen zo als jou ouders. Ik zal zegen geniet nog zo lang het kan want voor 31 december ga jij belangrijke mensen missen, als jij nog van ze houdt dan heb ik het over je ouders en jou zoontje” en/of
- “ Maar let goed op Ik zweer het jou je bent de lul. ben ook erachter gekomen waar jou ouders woont pas op” en/of
- “ Kom naar je ouders, geloof me ik maak je af” en/of
- “[…] en jij moet uitkijken ik zweer je jij wordt opgewacht als je thuiskomt je gaat ziekenhuis is dat beloof ik jou en de rest zie je. Wize kankerduivel hoer dat je bent wize baby’s moordenaar dan nog doen of je heilig bent ik verbouw jou gezicht vader moeder dood
jij bent de lul” en/of
- het sturen van een foto van drie cobra’s met daarbij de tekst “jouw zoon gaat wat meemaken en jij moet goed opletten wat er met jou gaat gebeuren komende nacht, vader moeder dood” en/of
- “ Ik laat jou ouders het huis opgeblazen worden en jij wordt het ziekenhuis ingeslagen” en/of
- “[…] jij gaat je kind nooit veilig terug krijgen onthoud dat goed” en/of
- “ je moet je schamen je gaat echt je leven haten onthoud dat vroeg of laat is het over met jou” en/of
- […] 1 ding let op vader moeder dood ik mag jaren vast zitten […] jij bent de lul vader moeder dood nooit gaat dit stopen geloof mij vader moeder dood jij gaat eraan” en/of
- “ vanavond zal je zien dat ik echt serieus ben jij wilt oorlog krijgen jij gaat het vanavond vandaag merken vader moeder dood anders ben ik een hoerekind” en/of
- “ Blijf spelen en open maken strks vader moederr dood ik kom […] we komen eerst naar jou dan gaan we jou ouders eve opzoeken wollah” en/of
- “ Let op wat er gaat gebeuren voor 800 euro wie die jonge totolos slaat […] vandaag of morgen [.....] word goed mishandeld […] ik beloof jou zoon word zwaar mishandeld […] jou zoon vader moeder dood gaat ziekenhuisin geslagen worden […] vader moeder dood ik ga tot de dod jij bent nooit van ons af […] ik zweer jou als jou kamerraam niet opgeblazen word ben ik hoerekind en jou zoontje als die niet mishandeld word ben ik een flikkertje […] geloof mij kijk goed naar nieuws jullie zijn de volgende […]” althans een of meer woorden en/of tekst(en) en/of afbeelding(en) en/of videobeeld(en) van gelijke (be)dreigende aard en/of strekking;
3
hij op of omstreeks de periode van 4 december 2021 t/m 6 december 2021 te Den Haag en/of Hilversum, althans in Nederland, van een persoon, [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] , een afbeelding van seksuele aard, te weten een of meerdere foto(‘s) en/of video(‘s), waarop de borsten en/of billen van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] te zien zijn, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
4
hij op of omstreeks 20 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag, althans in Nederland, [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- die [achternaam slachtoffer 1 en 2] een bericht toe te zenden met daarin (onder meer) de tekst “ik maak jou dood onthou dat wollah vanavond ik stuur 2 mannen naar jou huis je hoef mij niet te geloven je gaat het wel merken jou kanse zijn voorbij” en/of die bedreiging althans dat bericht kracht bij te zetten door
- ( vervolgens) een althans meerdere personen naar het adres van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] te sturen en/of
- ( vervolgens) die personen te instrueren de deur (van haar woning) open te maken en die woning binnen te gaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn/haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning, gelegen aan de [adres 2] te [plaats 1] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich
buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel
- de woning in de gaten te houden en/of daar een of meerdere rondes te maken en/of
- naar de woning aan de [adres 2] toe te komen met diverse inbrekerswerktuigen en/of
- ( vervolgens) te knielen bij de voordeur en/of het slot van die deur terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[B] en/of [C] en/of een of meer andere onbekend gebleven personen op of omstreeks 20 januari 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2] althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door die [B] en/of [C] en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning, gelegen aan de [adres 2] te [plaats 1] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] , in elk geval aan een ander dan die [B] en/of [C] en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel
- de woning in de gaten te houden en/of daar een of meerdere rondes te maken en/of
- naar de woning aan de [adres 2] toe te komen met diverse inbrekerswerktuigen en/of
- ( vervolgens) te knielen bij de voordeur en/of het slot van die deur, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op/in of omstreeks 20 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag, althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door zijn medeverdachte(n)
- de sleutel van de woning ter beschikking te stellen en/of
- middels spraakberichten op een telefoon te instrueren op welk tijdstip zij de woning moeten betreden en/of hoe zij binnen moeten komen en/of welke route zij in de woning moeten afleggen en/of dat zij moeten uitkijken voor de buren en/of dat zij het voor 12 uur moeten doen en/of hoe zij moeten vluchten en/of dat zij een pet of muts op moeten doen;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[B] en/of [C] en/of een of meer andere onbekend gebleven personen op of omstreeks 20 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door die [B] en/of [C] en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning, gelegen aan de [adres 2] te [plaats 1] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] , in elk geval aan een ander dan die [B] en/of [C] en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel
- de woning in de gaten te houden en/of daar een of meerdere rondes te maken en/of
- naar de woning aan de [adres 2] toe te komen met diverse inbrekerswerktuigen en/of
- ( vervolgens) te knielen bij de voordeur en/of het slot van die deur, terwijl de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid bij welk feit verdachte, op of omstreeks 20 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag, althans in Nederland opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen, te weten door
- de sleutel van de woning ter beschikking te stellen en/of
- middels spraakberichten op een telefoon te instrueren op welk tijdstip zij de woning moeten betreden en/of hoe zij binnen moeten komen en/of welke route zij in de woning moeten afleggen en/of dat zij moeten uitkijken voor de buren en/of dat zij het voor 12 uur moeten doen en/of hoe zij moeten vluchten en/of dat zij een pet of muts op moeten doen;
5
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 21 januari 2022 tot en met 25 januari 2022 te Hilversum en/of Den Haag, (telkens) opzettelijk, de eer en de goede naam van de [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] en/of [onderneming 1] BV heeft aangerand, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften verspreid, openlijk tentoongesteld, door op LinkedIn een of meerdere berichten te plaatsen met daarin de tekst “Deze man werkt bij jullie bedrijf [onderneming 1] in [plaats 2] , heet [slachtoffer 2] ” en/of “Pedofil heeft een meisjes aangerand gisteren avond mensen deze is een wize pedofil heeft ook zijn eige dochter geneukt deze fliker heet [slachtoffer 2] woont op [adres 3] in [plaats 1] deze moet aangepakt worden” en/of “Pedofil heeft zijn eige dochter geneukt deze fliker heet [slachtoffer 2] woont op [adres 3]
[plaats 1] ” en daarbij een foto van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] te voegen;
6
hij op of omstreeks 31 december 2021 2101te Hilversum en/of Den Haag, (telkens) opzettelijk, de eer en de goede naam van de [.] [achternaam slachtoffer 1 en 2] heeft aangerand, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften verspreid, openlijk tentoongesteld, door op de LinkedIn-pagina van [onderneming 2] en/of [onderneming 3] een of meerdere berichten te plaatsen met daarin de tekst “Werk als escort op de [adres 2] in [plaats 1] hou van kont sexs” en/of "Ik ben [slachtoffer 1] werk als escort op de [adres 2] in [plaats 1] hou van kont sexs en van
donkere mannen wou het prive houden maar dacht weet je gooi het gewoon openbaar werk escort op de [adres 2] in [plaats 1] hou van kont sexs en heerlijk klaar laten komen in mijn mond ben heel goedkoop en ik beloof dat je geen spijt gaat krijgen" en/of daarbij foto’s van die [achternaam slachtoffer 1 en 2] toe te voegen.

Voetnoten

1.ECLI:NL:GHSGR:2007:AZ9644, uitspraak van het gerechtshof ’s-Gravenhage van 1 maart 2007.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 28 maart 2022, genummerd met proces-verbaal nummer 18 ( [.......] ), opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 309. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
3.Pagina’s 218 en 219.
4.Pagina 106
5.Pagina’s 110 en 111.
6.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10739.