Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.055153.19 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 23 december 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] (Jordanië),
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.
1.De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank van 29 mei 2020 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden wegens onder meer poging tot doodslag en het met iemand van wie de dader weet dat hij in staat van verminderde bewustzijn verkeert handelingen plegen, die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 21 december 2020;
- de vordering van de officier van justitie van 28 oktober 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 24 september 2022, opgemaakt door L.H.W.M. Kaiser, psychiater;
- het verlengingsadvies van 12 oktober 2022, opgemaakt door M. Vanrijt en W. Huisman, reclasseringswerkers van Reclassering Nederland, inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar;
- de door de reclassering opgestelde voortgangsverslagen tbs, over de periode 21 december 2020 tot en met 21 september 2022;
- de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
De behandeling van de zaak heeft op 12 december 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A.A. Nieli;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D.M. Moes waarnemend voor mr. G.I. Roos, beiden advocaat te Almere;
- de deskundigen M. Vanrijt en W. Huisman, reclasseringswerkers bij Reclassering Nederland.
3.Het standpunt van de reclassering
Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Dit advies houdt, kort weergegeven, het volgende in.
Na een verblijf van een jaar bij de [Instelling 1] , is betrokkene op 12 november 2021 doorgestroomd naar [Instelling 2] waar hij verbleef in een semi 24-uursvoorziening samen met twee andere medebewoners. Betrokkene heeft zijn medicatie in eigen beheer. Hij heeft een aanpassing in medicatie gevraagd wegens stemmingswisselingen maar deze aanpassing heeft niet plaatsgevonden. In april 2022 is betrokkene overgegaan naar een tweepersoonsappartement waar één tot twee keer in de week begeleiding is. Volgens betrokkene en zijn moeder (tevens zijn mentor) is dat te weinig begeleiding.
Betrokkene heeft poliklinische behandeling door een psychiater en een psycholoog waarbij vooral cognitieve gedragstherapie wordt ingezet. Hij is zeer open in contact en vraagt regelmatig advies of toestemming van de reclassering als dat nodig is. Betrokkene maakt alles bespreekbaar en houdt zich aan de voorwaarden. Hij volgt vier dagdelen dagbesteding bij het [Instelling 1] . Het is onduidelijk of betrokkene in de toekomst in staat is om voltijds te werken.
Het recidiverisico wordt laag ingeschat, omdat betrokkene medicatietrouw is en daardoor geen psychotische episodes meer heeft meegemaakt.
Betrokkene zal waarschijnlijk in januari of februari 2023 in een koopwoning in [plaats] gaan wonen. Dit is in de buurt van zijn moeder.
De reclassering heeft geadviseerd om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen. De overdracht naar de ambulante zorg in [plaats] en daarna de overgang naar de reguliere zorg kan dan goed geregeld worden.
De deskundigen voornoemd hebben ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Betrokkene is altijd gemotiveerd geweest voor behandeling. Op 6 februari 2023 gaat betrokkene zelfstandig wonen in [plaats] . De zorg wordt overgedragen naar [plaats] en de ambulante begeleiding wordt daar opgestart. Daar zal het forensische traject worden afgerond en toegewerkt worden naar zorg via de reguliere GGZ.
Betrokkene is altijd gemotiveerd geweest voor behandeling. Op 6 februari 2023 gaat betrokkene zelfstandig wonen in [plaats] . De zorg wordt overgedragen naar [plaats] en de ambulante begeleiding wordt daar opgestart. Daar zal het forensische traject worden afgerond en toegewerkt worden naar zorg via de reguliere GGZ.
Zijn bipolaire stoornis kent geen extreme vormen meer. Betrokkene is in staat om te signaleren hoe het met hem gaat. Hij wil voorkomen dat hij weer in een manische episode komt. Daarvoor zal hij frequent contact moeten hebben met een psychiater.
4.Het standpunt van de deskundige
Bij betrokkene is sprake van een autisme spectrum stoornis en een bipolaire I stoornis. Ook is er sprake van een lichte stoornis in het gebruik van cannabis, thans in remissie. De psychiater beschouwt de psychotische stoornis als passend bij een manie met stemmingscongruente wanen.
Betrokkene is goed ingesteld op medicatie, zijn psychische toestand is redelijk stabiel, hij werkt mee en er wordt gewerkt aan gunstige levensomstandigheden bij het zelfstandig wonen. Hij wil hulpverlening houden en vraagt hulp als hij dat nodig heeft. Bij het zelfstandig wonen moet betrokkene met name gemonitord worden in zijn stemming en psychische toestand. Ook zal hij op zijn nieuwe woonplek nog dagbesteding moeten krijgen en zal de zorg overgedragen worden. Het recidiverisico bij beëindiging van de tbs-maatregel wordt daarom matig geschat.
De psychiater heeft geadviseerd om de tbs-maatregel te verlengen met één jaar om na dat jaar te beoordelen of voortzetting van de tbs-maatregel nog nodig is en of overheveling naar de GGZ bereikt kan worden.
5.Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar gehandhaafd.
6.Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie.
7.Het oordeel van de rechtbank
Maximering
Betrokkene is bij vonnis van 29 mei 2020 veroordeeld voor onder meer poging tot doodslag en het met iemand van wie de dader weet dat hij in staat van verminderde bewustzijn verkeert handelingen plegen, die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
De terbeschikkingstelling is niet gemaximeerd, nu uit dit vonnis duidelijk blijkt dat sprake was van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het reclasseringsadvies en de Pro Justitia-rapportage blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een autisme spectrum stoornis, een bipolaire I stoornis en een lichte stoornis in het gebruik van cannabis, in remissie.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel door de psychiater als matig en door de reclassering als laag ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportage van de deskundige te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de reclassering en de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportage komt naar voren dat betrokkene goed meewerkt aan de voorwaarden. Hij is goed ingesteld op de medicatie en neemt deze trouw in. Zijn psychische toestand is redelijk stabiel.
De komende periode zal betrokkene verhuizen naar zijn eigen woning in [plaats] . De zorg zal moeten worden overgedragen en betrokkene zal dagbesteding en een sociaal netwerk moeten opbouwen. Dan zal moeten blijken of en hoe overdracht naar de reguliere zorg mogelijk is.
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat, gelet op het advies van de reclassering en de onafhankelijke deskundige, de tbs-maatregel verlengd dient te worden met één jaar.
8.De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene]met een jaar.
[betrokkene]met een jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. H. den Haan, voorzitter, mrs. J.W.B. Snijders Blok en V.A. Groeneveld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra als griffier en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2022.
Mr. H. den Haan is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.