In het adviesrapport van 30 oktober 2022 van [verblijfplaats] wordt beschreven dat bij [minderjarige] sprake is van een normoverschrijdende gedragsstoornis en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Hij functioneert op een laag gemiddeld intelligentieniveau met een gemiddelde informatieverwerking.
[minderjarige] volgt een gestructureerd dagprogramma met verplicht onderwijs. Hij heeft zich tijdens de interventie open en coöperatief opgesteld en met grote ijver zijn huiswerkopdrachten gemaakt. Het lukte hem steeds beter nare gevoelens onder woorden te brengen en lastige onderwerpen te bespreken. Toch geeft hij nog wel onvoldoende openheid over zijn gedachten, gevoelens en gedrag. Zijn behandelmotivatie lijkt vooral extrinsiek te zijn.
Gedurende het traject hebben er ook agressie-incidenten plaatsgevonden waarbij [minderjarige] zowel het slachtoffer als de aanstichter was. Om meer zicht te krijgen op zijn problematiek is hij op een iets stabielere afdeling geplaatst, de Uitstroomgroep ‘ [naam groep] ’. Bij de observaties is er een beeld ontstaan van een jongen met een, in begin, drukke en overlastgevende contactname in een groep. Nadat hij gesanctioneerd is vanwege een fors geweldsincident, zijn meer kwetsbare kanten naar boven gekomen. Dit zorgde voor een nauwer contact tussen [minderjarige] en het behandelteam.
Sinds 19 oktober 2021 heeft [minderjarige] een begeleid verlofstatus. De begeleide verloven verlopen goed. In de zomer van 2022 was onbegeleid verlof aangevraagd, maar doordat [minderjarige] een groepsgenoot ernstig mishandelde is deze verlofaanvraag ingetrokken. [minderjarige] moet meer openheid geven zodat de [verblijfplaats] hem op afstand kan begeleiden.
Het recidiverisico wordt op hoog ingeschat.
De komende tijd zal de behandeling zich richten op het tonen van openheid, leren om meer in contact te komen met zijn gevoel en inzicht te krijgen in wat gebeurtenissen met hem doen. Het is van belang dat er grote aandacht is voor systeemproblematiek, dat de copingvaardigheden van [minderjarige] verbeteren en dat er aandacht is voor de nare ervaringen uit zijn verleden. Mogelijk is voor dat laatste traumabehandeling nodig.
Ook is het van belang dat er geen positieve urinecontroles meer zijn, dat zijn gedrag op school verbetert en hij niet betrokken is bij incidenten.
Als [minderjarige] hierin stappen heeft gemaakt zal over 3 maanden onbegeleid verlof met een semi-onbegeleide start worden aangevraagd. Als dat goed gaat, zal 2 maanden later onbegeleid verlof ingezet kunnen worden. Als dat minimaal 6 maanden goed verloopt, kan een Scholings- en Trainingsprogramma (STP) voor de duur van minimaal 6 maanden worden ingezet.
De inrichting heeft daarom geadviseerd om de PIJ-maatregel met minstens 17 maanden te verlengen.