Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Lelystad
1.De stukken
- het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 november 2018 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege vanwege mensenhandel, meermalen gepleegd;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 28 november 2018;
- de beslissing van deze rechtbank van 28 december 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 17 november 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 28 oktober 2022, opgemaakt door [A] (hoofd behandeling), [B] (psychiater) en [C] (algemeen directeur en plv. hoofd van de instelling), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 9 november 2022, opgemaakt door [D] , forensisch psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 14 november 2022, opgemaakt door [E] , forensisch psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 22 oktober 2020 tot en met 7 oktober 2022;
- de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
De rapportages van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen zijn op cruciale punten incompleet. De vijandigheid van betrokkene ontbreekt in de rapportages. Bij een nieuw uit te voeren PCL-r test zal betrokkene mogelijk een paar punten lager scoren, maar het gedrag van betrokkene is belangrijker voor een volgende stap dan de uitslag van de PCL-r-test. Betrokkene vertraagt zijn traject door zijn onbetrouwbare en vijandige gedrag. Bij één van de moeders van zijn kinderen gaat hij over grenzen heen, terwijl er twee begeleiders bij aanwezig zijn.
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting en de rapportages vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen. Verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat dit wel het geval zou zijn. De inrichting heeft onderbouwd geadviseerd om te verlengen met twee jaar en de onafhankelijke psychiater heeft aangegeven dat over
ruimeen jaar, en dus niet binnen een jaar, mogelijk een situatie bestaat waarin het toezicht naar de reclassering kan worden overgedragen. De rechtbank is van oordeel dat het verloftraject dat betrokkene nog dient te doorlopen niet binnen een jaar te realiseren is.
8.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.