ECLI:NL:RBMNE:2022:5677

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
28 december 2022
Zaaknummer
16.112338.19
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met voorwaarden voor een ter beschikking gestelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 december 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1986, die eerder ter beschikking was gesteld wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs-maatregel met een jaar te verlengen, beoordeeld aan de hand van verschillende rapporten en adviezen van deskundigen en de reclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog steeds lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis, cocaïne en alcohol, die in remissie zijn onder gereguleerde omstandigheden. De reclassering heeft geadviseerd om de tbs-maatregel te verlengen, omdat het recidiverisico als laag tot matig wordt ingeschat. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor beëindiging van de tbs-maatregel, overwogen, maar heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de maatregel vereisen. De rechtbank heeft de beslissing genomen dat de tbs-maatregel met voorwaarden met een jaar wordt verlengd, waarbij de betrokkene goed heeft meegewerkt aan zijn behandeling, maar nog steeds weinig zicht heeft op zijn beperkingen. De rechtbank achtte het noodzakelijk dat de ingeslagen weg verder geconsolideerd wordt en dat hiervoor nog minstens een jaar de tijd wordt genomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.112338.19 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 23 december 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 december 2020 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden wegens onder meer bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 15 december 2020;
  • de vordering van de officier van justitie van 1 november 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 30 september 2022, opgemaakt door T.W.D.P. van Os, forensisch psychiater;
  • het verlengingsadvies van 18 oktober 2022, opgemaakt door B. de Jong, reclasseringswerker van Tactus Verslavingszorg, inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar;
  • de door de reclassering opgestelde voortgangsverslagen tbs, over de periode 30 december 2020 tot en met 9 november 2022;
  • de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 12 december 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A.A. Nieli;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C. Stroobach, advocaat te Diemen;
- de deskundige B. de Jong, reclasseringswerker bij Tactus Reclassering.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Dit advies houdt, kort weergegeven, het volgende in.
Van 30 december 2020 tot en met 10 september 2021 heeft betrokkene op [verblijfplaats] in [vestigingsplaats] verbleven. Hij volgde hier zonder moeite zijn programma en startte met dagbesteding zodra hij daar verlofmogelijkheden voor had. De verwachting is dat de zorg, ook in ambulant kader, voldoende zicht kan houden op de risicofactoren (beperkt probleeminzicht, beperkte copingvaardigheden en beperkte verantwoordelijkheid voor het delict) bij betrokkene. Door de reclassering is in oktober 2021 een toeleiding gedaan naar het Forensisch FACT ‘ [naam instelling] ’. Betrokkene werkt mee aan de ingezette ambulante behandeling. Voortzetting van de behandeling wordt aanbevolen, omdat de zaken voor betrokkene nog verstevigd moeten worden.
Er lijkt sprake van intrinsieke motivatie bij betrokkene om maatschappelijke doelen na te streven. Hij heeft betaald werk met een stabiel inkomen, stabiele huisvesting en is abstinent van middelen. De rol van de reclassering beperkt zich tot een controlerende, waarbij er tot op heden geen bijzonderheden te melden zijn.
De reclassering schat het recidiverisico op laag-gemiddeld.
De reclassering heeft geadviseerd om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Voor het advies om de tbs-maatregel te verlengen met één jaar is de reclassering meegegaan in het advies van de psychiater. Betrokkene voldoet aan de voorwaarden. Het zou kunnen zijn dat er sprake is van een schijnaanpassing, maar het is voor de deskundige onduidelijk hoe dat te constateren is. Betrokkene is gemotiveerd om in een vrijwillig kader therapie te volgen.

4.Het standpunt van de deskundige

Bij betrokkene is sprake van een narcistische persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in het gebruik van cannabis en van cocaïne, beide ernstig en in remissie onder gereguleerde omstandigheden, en een stoornis in het gebruik van alcohol, matig, in remissie onder gereguleerde omstandigheden. Het kernprobleem bij betrokkene is dat hij streeft naar de illusie van perfectie. Tegenslag is een trigger om de narcistische mechanismen in gang te zetten. Het recidiverisico op gewelddadig gedrag wordt door de deskundige op korte termijn laag en op de middellange termijn matig geschat.
Betrokkene heeft diverse handreikingen aangepakt. De vraag is wel in hoeverre hij zich werkelijk verbonden heeft aan een behandeling. Dat zijn levensgebieden allemaal op orde zijn, is niet volledig zijn verdienste. Hij heeft wel enig probleembesef doordat hij inziet dat hij verslavingsgevoelig is. Betrokkene houdt echter narcistische trekken. Bij narcistische problematiek liggen schijnaanpassing, zelfoverschatting en een streven naar controle en de illusie van perfectie op de loer. Betrokkene is wel meer volwassen geworden en heeft een groter arsenaal om met tegenslag om te gaan. Betrokkene toont nog weinig zicht op zijn beperkingen en stelt de hulp die hij ontvangt vanuit de tbs-maatregel niet nodig te hebben.
De deskundige heeft geadviseerd om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen zodat de huidig ingeslagen weg verder geconsolideerd kan worden en volgend jaar opnieuw beoordeeld kan worden.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen, zodat de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd. Er is niet een zodanig recidiverisico dat verlenging van de tbs-maatregel noodzakelijk is. Een verdere verlenging is in strijd met de proportionaliteit en subsidiariteit.
Betrokkene is intrinsiek gemotiveerd. Als hij dat niet was geweest, was het de afgelopen twee jaar al fout gegaan. Betrokkene heeft met tegenslag leren omgaan.
Hij ondervindt hinder van de tbs-maatregel omdat hij voor zijn werk naar het buitenland moet. De tbs-maatregel staat ook in de weg aan de omgang met zijn zoon en het kopen van een huis.
Dat het recidiverisico op lange termijn matig zou zijn, is niet onderbouwd door de deskundige. Nergens blijkt een verhoogd risico uit.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij arrest van 1 december 2020 veroordeeld voor onder meer bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De terbeschikkingstelling is niet gemaximeerd, nu uit dit arrest duidelijk blijkt dat sprake was van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportage blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een narcistische persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis, cocaïne en alcohol, alle in remissie in een gereguleerde omgeving.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als laag tot matig ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportage van de deskundige te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de reclassering en de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De tbs-maatregel die betrokkene ondergaat, is van het laagste intensiteitsniveau. Verder is het risico op recidive, hoewel door de maatregel sterk verminderd, nog steeds in enige mate aanwezig. De rechtbank is daarom van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportage komt naar voren dat betrokkene goed heeft meegewerkt aan zijn behandeling. Er is sprake van enig probleembesef omdat hij inziet dat hij verslavingsgevoelig is, maar verder heeft betrokkene weinig zicht op zijn beperkingen en geeft hij aan geen hulp nodig te hebben. Door zijn narcistische persoonlijkheidsstoornis, ligt een schijnaanpassing op de loer.
De komende periode zal de ingeslagen weg verder geconsolideerd moeten worden. De rechtbank acht het noodzakelijk dat hiervoor (nog minstens) een jaar de tijd wordt genomen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene]met een jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. V.A. Groeneveld, voorzitter, mrs. H. den Haan en J.W.B. Snijders Blok, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra als griffier en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2022.
Mr. H. den Haan is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.