ECLI:NL:RBMNE:2022:567
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen de Vereniging Vrienden van 't Gooi (VVG) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum. De VVG had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college, waarin een handhavingsverzoek met betrekking tot een volleybalveld was toegewezen, maar het verzoek om handhaving van de strandverbreding en verhardingen was afgewezen. De VVG heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar, maar dit beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift na afloop van de beroepstermijn was ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn is aangevangen op 22 januari 2021, de dag na verzending van de beslissing op bezwaar. De VVG had het beroepschrift pas op 16 maart 2021 ingediend, wat betekent dat het na het verstrijken van de termijn was. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding de VVG redelijkerwijs kon worden verweten, omdat er geen reden was waarom de VVG niet al tijdens de beroepstermijn pro forma beroep had kunnen instellen. De rechtbank concludeerde dat de VVG niet voldoende had aangetoond dat de termijnoverschrijding niet aan haar te wijten was.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van termijnoverschrijding. De rechtbank verklaarde het beroep van de VVG niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.