ECLI:NL:RBMNE:2022:5646
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten omgevingsvergunningen voor gebruik en uitbreiding van een pand
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland de beroepen van eisers tegen twee besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen. Het college heeft op 8 april 2021 een omgevingsvergunning verleend aan [bedrijf] B.V. voor het gebruik van een pand voor wonen, in afwijking van de geldende bedrijfsbestemming. Daarnaast is op 18 oktober 2021 een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van het pand en het wijzigen van de gevels, ook in afwijking van het bestemmingsplan. De besluiten van 25 november 2021 en 1 april 2022, waarin de bezwaren van eisers ongegrond zijn verklaard, zijn de bestreden besluiten waartegen beroep is ingesteld.
De rechtbank heeft op 20 december 2022 de beroepen behandeld. Eisers hebben aangevoerd dat de omgevingsvergunning van rechtswege is verleend, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet kan worden beoordeeld vanwege het relativiteitsvereiste. Dit vereiste houdt in dat een norm alleen kan worden ingeroepen als deze bedoeld is om de belangen van de eiser te beschermen. De rechtbank concludeert dat de belangen van eisers niet zijn geschaad, aangezien zij bezwaar hebben gemaakt en tegen de inhoudelijke omgevingsvergunning zijn opgekomen.
De rechtbank heeft verder de inhoudelijke beroepsgronden van eisers beoordeeld, waaronder de onduidelijkheid over het aantal woningen dat de omgevingsvergunning betreft en de impact op het woon- en leefklimaat. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag voldoende duidelijk is en dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen. De beroepen worden ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.