Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[onderneming 1] B.V.,
1.[opposante sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 14,
- het door deze rechtbank op 29 december 2021 tussen de curator en [opposante sub 1] c.s. bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer C16/531241 / HA ZA 21-792,
- de verzetdagvaarding van 21 februari 2022 (aan te merken als de conclusie van antwoord) met producties 1 en 2,
- de akte vermeerdering van eis,
- de akte van de curator met productie 15,
- de nagekomen ontbrekende pagina’s van producties 4 en 7 en aanvullende productie 16 van de curator.
2.Waar gaat de zaak over?
3.De beoordeling
[opposante sub 1] c.s. is tijdig in verzet gekomen
“Hierbij stuur ik u de toestemming van mevrouw [opposante sub 1] door om met u te contacten over het vonnis en de dagvaarding. Ter verduidelijking heb ik haar ook in de cc opgenomen.”Uit de e-mail blijkt dat hij het betekeningsexploot met vonnis heeft ontvangen van de partner van [opposante sub 1] , die in zijn begeleidende e-mail van 24 januari 2022 aan de heer [A] heeft geschreven:
“Hierbij de brief waarover wij spraken. Namen mij vrouw, [opposante sub 1] , heeft u toestemming om met deze partij contact op te nemen.”
FSM Europe)).
de onderneming'. De leningsovereenkomst of andere (nadere) financiële documentatie heeft [opposante sub 1] c.s. niet verstrekt.
per dagdat het bestuursverbod wordt overtreden, met een maximum van