ECLI:NL:RBMNE:2022:5549

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
21 december 2022
Zaaknummer
16.003959.22, 16.002369.22 (gev. ttz) en 18.264770.21 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar terbeschikkingstelling en zorgmachtiging in strafzaak met meerdere tenlasteleggingen

Op 21 december 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meerdere strafbare feiten heeft gepleegd, waaronder bedreiging en diefstal. De rechtbank heeft het onderzoek heropend om een maatregelenrapport op te laten stellen en de mogelijkheden voor een zorgmachtiging te onderzoeken. De officier van justitie had TBS met dwangverpleging gevorderd, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende informatie was om deze maatregel op te leggen. De deskundigen adviseerden om de verdachte (sterk) verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren, maar zagen geen noodzaak voor dwangverpleging, omdat de verdachte openstaat voor hulp. De rechtbank heeft besloten dat er meer informatie nodig is over de mogelijkheden van een TBS-maatregel met voorwaarden en de mogelijkheden van een zorgmachtiging. De voorlopige hechtenis van de verdachte blijft gehandhaafd, gezien de ernstige bezwaren en het advies van de deskundigen dat een langdurig zorgkader nodig is. De rechtbank heeft de zitting geschorst en de verdachte zal opnieuw worden opgeroepen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.003959.22, 16.002369.22 (gev. ttz) en 18.264770.21 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 december 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1993] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd te [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 december 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht. Tevens heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen de deskundige A.E. Grochowska, psychiater, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16.003959.22
op 5 januari 2022 in Hilversum [slachtoffer] heeft bedreigd;
16.002369.22
feit 1:
op 3 januari 2022 in Hilversum bij de [winkel 1] heeft gestolen;
feit 2:
op 3 januari 2022 in Hilversum een boek heeft vernield;
18.264770.21:
feit 1:
op 1 oktober 2021 in Groningen bij de [winkel 2] heeft gestolen;
feit 2:
op 1 oktober 2021 in Groningen de [winkel 2] heeft opgelicht;
feit 3:
op 1 oktober 2021 in Groningen bij de [supermarkt] heeft gestolen;
feit 4:
op 1 oktober 2021 in Groningen de [supermarkt] heeft opgelicht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.HERVATTING VAN HET ONDERZOEK

De rechtbank is na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting bij de beraadslaging tot de conclusie gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De rechtbank heeft acht geslagen op de inhoud van het procesdossier en op hetgeen is verhandeld ter terechtzitting.
De officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank verdachte zal veroordelen voor alle feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van de tijd dat hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte een ongemaximeerde maatregel terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wordt opgelegd. De officier van justitie heeft verwezen naar de conclusie uit de rapportages opgesteld door de psychiater en de psycholoog. In deze rapportages werd geadviseerd om de tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen. De officier van justitie ziet daar geen mogelijkheid toe gelet op het verleden van verdachte, waarin verschillende hulpverleningstrajecten zijn mislukt. Verdachte heeft wisselende inzet voor begeleidingstrajecten laten zien en hij houdt zich niet aan gemaakte afspraken, aldus de officier van justitie. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij cocaïne wil gebruiken en dat hij weg zal lopen bij een hulpverleningsinstantie als de regels hem niet bevallen. Gelet daarop acht de officier van justitie een tbs-maatregel met voorwaarden niet mogelijk.
Subsidiair heeft de officier van justitie aangegeven dat indien de rechtbank een tbs-maatregel met voorwaarden wil opleggen er een maatregelenrapport nodig is.
De raadsman
De raadsman heeft zich ten aanzien van de feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de straf heeft de raadsman primair verzocht om aan verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden zoals opname in een kliniek, het meewerken aan behandeling, het houden aan de aanwijzingen van de reclassering, een verbod op het gebruik van drugs en het innemen van medicatie. Verdachte wil graag hulp krijgen. Er wordt volgens de raadsman niet voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit voor oplegging van de tbs-maatregel. In de drie jaren dat hij geen behandeling heeft ontvangen, hebben zich geen incidenten voorgedaan en de geuite bedreiging is niet dermate ernstig dat dit een tbs-maatregel met verpleging van overheidswege rechtvaardigt.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de strafzaak te heropenen en de officier van justitie opdracht te geven onderzoek te laten doen naar de mogelijkheid van een zorgmachtiging. Verdachte heeft eerder deze zorg gehad en dat verliep goed. Het ging mis op het moment dat de zorg werd afgeschaald. Meer subsidiair heeft de raadsman verzocht om naast het onderzoek voor het opleggen van een zorgmachtiging tevens een maatregelenrapport te laten opstellen.
De deskundigen
In het Pro Justitia triple onderzoek hebben de psychiater A.E. Grochowska en GZ-psycholoog M. ten Berge overwogen dat bij betrokkene sprake is van schizofrenie en (ongespecificeerde) stoornissen in het gebruik van cocaïne, cannabis en alcohol en dat deze stoornissen ook aanwezig waren ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Zij hebben geadviseerd om verdachte (sterk) verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. De kans op recidive wordt hoog geschat.
De deskundigen hebben aangegeven dat verdachte een langdurig zorgkader nodig heeft en adviseren om de tbs-maatregel op te leggen. Zij achten dwangverpleging niet noodzakelijk omdat verdachte openstaat voor de geboden hulp. Een zorgmachtiging wordt niet geadviseerd omdat de forensische expertise binnen de reguliere GGZ niet toereikend is om het recidivegevaar terug te dringen en vanwege het chronische karakter van de problemen van verdachte.
De rechtbank
De rechtbank overweegt dat door de deskundigen is geadviseerd dat verpleging van overheidswege niet nodig is, omdat verdachte openstaat voor de geboden hulp.
Op zitting heeft verdachte ook laten weten hulp te willen.
Weliswaar heeft verdachte tevens aangegeven dat hij cocaïne wil gebruiken en weg zal gaan bij een zorginstelling indien de regels hem niet bevallen, maar hierover is door de raadsman aangevoerd dat dit voor verdachte alleen geldt in geval van een vrijwillig kader. Als aan verdachte een duidelijk verbod tot het gebruik van drugs en de verplichting tot het verblijf in een zorginstelling wordt opgelegd, zal verdachte zich daaraan houden, aldus de raadsman.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het noodzakelijk is dat zij wordt ingelicht over de mogelijkheden van het opleggen van voorwaarden bij een tbs-maatregel met voorwaarden. De rechtbank zal daarom de officier van justitie opdracht geven tot het laten opstellen van een maatregelenrapport.
Daarnaast merkt de rechtbank op dat de deskundigen mogelijke problemen hebben gesignaleerd die zich kunnen voordoen bij behandeling in het kader van een zorgmachtiging, maar dat concrete mogelijkheden tot het afgeven van een zorgmachtiging niet nader zijn onderzocht. Gelet op de bestaande wettelijke mogelijkheden tot (herhaalde) verlenging van de duur van de zorgmachtiging, de mogelijkheid om behandeling te laten plaatsvinden op verschillende beveiligingsniveaus en het feit dat verdachte kennelijk eerder goed zou hebben gefunctioneerd tijdens een zorgmachtiging, is de rechtbank van oordeel dat het tevens noodzakelijk is dat zij hierover nadere informatie ontvangt. De rechtbank zal daarom de officier van justitie ook opdracht geven de mogelijkheden van een zorgmachtiging, als bedoeld in artikel 2.3 van de Wfz, te onderzoeken.
Vorenstaande betekent niet dat reeds een voorschot wordt genomen op een nog op te leggen straf en/of maatregel, maar vloeit voort uit de behoefte van de rechtbank om alle reële afdoeningsmogelijkheden bij haar overwegingen en uiteindelijke beslissing te betrekken.
De rechtbank zal daarom het onderzoek ter terechtzitting heropenen en terstond schorsen.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank ziet geen aanleiding om de voorlopige hechtenis van verdachte ambtshalve op te heffen of te schorsen. De ernstige bezwaren en gronden die tot het verlenen van het bevel tot voorlopige hechtenis hebben geleid, zijn nog aanwezig. Ook doet het geval van artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering zich niet voor. Bovendien volgt uit het advies van de deskundigen dat een langdurig zorgkader nodig is, mogelijk beginnend met een klinische behandeling. Daarin is nog niet voorzien.

5.BESLISSING

De rechtbank:
-
heropenthet onderzoek ter terechtzitting;
-
geeft opdracht aan de officier van justitieom een maatregelenrapport te laten opstellen en stelt daartoe de stukken in handen van de officier van justitie;
-
geeft opdracht aan de officier van justitieom de mogelijkheid te onderzoeken voor het verlenen van een zorgmachtiging en stelt daartoe de stukken in handen van de officier van justitie;
-
schorsthet onderzoek ter terechtzitting voor
onbepaalde tijd, welke schorsing in verband met de klemmende reden dat het onderzoek nog niet is afgerond en het zittingsrooster van de rechtbank een eerdere voortzetting niet toelaat, langer is dan één maand maar niet langer dan drie maanden;
- beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman en de slachtoffers.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mr. G. Schnitzler en mr. I.L. Gerrits, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 december 2022.
Mrs. G. Schnitzler en I.L. Gerrits zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16/003959-22
hij op of omstreeks 5 januari 2022 te Hilversum [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- met een mes de [winkel 1] (alwaar die [slachtoffer] werkzaam is) in te lopen en/of dat mes te tonen en/of met dat mes stekende bewegingen te maken en/of
- daarbij te zeggen "dat mag niet, dat kon niet en dit is je laatste kans", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
16/002369-22
1
hij op of omstreeks 3 januari 2022 te Hilversum een boek ("ik ga leven" van Lale Gül), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [winkel 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 3 januari 2022 te Hilversum opzettelijk en wederrechtelijk een boek ("ik ga leven" van Lale Gül), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [winkel 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
18/264770-21
1
hij op of omstreeks 1 oktober 2021 te Groningen, een kappersschaar en wasmiddelpods, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [winkel 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 1 oktober 2021 te Groningen, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerker van) de [winkel 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag (te weten 16,98 euro), door (eerder die dag) gestolen goederen bij die [winkel 2] retour aan te bieden en daar bij gebruik te maken van een gevonden kassabon, althans een kassabon die hij niet verkregen had door de aanschaf van de retour aangeboden producten;
3
hij op of omstreeks 1 oktober 2021 te Groningen, drie doosjes thee en twee flessen cola, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [supermarkt] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op of omstreeks 1 oktober 2021 te Groningen, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerker van) de [supermarkt] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag (te weten 5,73 euro), door (eerder die dag) gestolen goederen bij die [supermarkt] retour aan te bieden en daar bij gebruik te maken van een gevonden kassabon, althans een kassabon die hij niet verkregen had door de aanschaf van de retour aangeboden producten.