ECLI:NL:RBMNE:2022:55

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 januari 2022
Publicatiedatum
12 januari 2022
Zaaknummer
16.227187.20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Computervredebreuk en oplichting door ongeoorloofd inzien van persoonsgegevens van GGD

Op 12 januari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 26-jarige man uit Rotterdam, die zich schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk en oplichting. De verdachte heeft zonder toestemming toegang verkregen tot het digitale registratiesysteem van de GGD, waar hij de persoonsgegevens van 484 personen, waaronder bekende Nederlanders, heeft ingezien en opgeslagen op zijn eigen computer. Hij heeft deze gegevens ook gebruikt om slachtoffers op te lichten door hen te laten geloven dat zij borg moesten betalen voor een coronatest, terwijl deze gratis was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op slinkse wijze het vertrouwen van de slachtoffers heeft misbruikt door zich voor te doen als een GGD-medewerker en hen te benaderen via telefoon en e-mail. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 130 dagen, waarvan 85 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 60 uur. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en heeft de verdachte een proeftijd van twee jaar opgelegd, waarin hij zich moet laten behandelen door een ambulante forensische instelling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.227187.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 januari 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1995] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 december 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van de officier van justitie mr. R.J.J.S. Visser en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw mr. W. van der Voet, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:
(
primair) in de periode van 7 tot en met 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland in vereniging [benadeelde 1] heeft bewogen tot afgifte van
€ 101,48 dan wel (
subsidiair) hiertoe, in vereniging, een poging heeft gedaan;
Feit 2:
(
primair) in de periode van 7 tot en met 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland in vereniging [benadeelde 1] heeft bewogen tot afgifte van
€ 5.000,00 en € 10.000,00 dan wel (
subsidiair) hiertoe, in vereniging, een poging heeft gedaan;
Feit 3:
(
primair) op 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland in vereniging [benadeelde 2] heeft bewogen tot afgifte van € 26,62 dan wel (
subsidiair) hiertoe, in vereniging, een poging heeft gedaan;
Feit 4:
op 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland in vereniging heeft geprobeerd [benadeelde 2] te bewegen tot afgifte van een geldbedrag;
Feit 5:
op 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland in vereniging heeft geprobeerd [benadeelde 3] te bewegen tot afgifte van € 100,00;
Feit 6:
(
primair) in de periode van 4 augustus 2020 tot en met 8 september 2020 te Rotterdam en/of Utrecht in vereniging computervredebreuk heeft gepleegd in het digitale registratiesysteem van de GGD en daarin opgeslagen gegevens voor zichzelf of voor een ander heeft overgenomen dan wel (
subsidiair) in vereniging opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens die zijn opgeslagen in het digitale registratiesysteem van de GGD, voor zichzelf of voor een ander heeft overgenomen;
Feit 7:
(
primair) in de periode van 8 tot en met 9 september 2020 te Rotterdam in vereniging
(digitale)cadeaukaarten ter waarde van 26,62 euro en/of 101,48 euro heeft verworven en/of voorhanden gehad, omgezet dan wel hiervan gebruik heeft gemaakt terwijl hij wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die(on)middellijk uit misdrijf afkomstig waren dan wel (
subsidiair) deze cadeaukaarten heeft verworven en/of voorhanden gehad, omgezet dan wel hiervan gebruik heeft gemaakt terwijl hij wist althans redelijkerwijs moest vermoeden deze onmiddellijk afkomstig waren uit eigen misdrijf.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 primair, feit 2 subsidiair, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6 primair en feit 7 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor de feiten 1, 3, 5, behoudens voor wat betreft het medeplegen, en voor de feiten 6 subsidiair en 7 subsidiair voor zover het de cadeaukaart ter waarde van € 26,62 betreft. De raadsvrouw heeft daarnaast vrijspraak bepleit van het onder feit 2, zowel primair als subsidiair, het onder feit 4, het onder feit 6 primair en het onder feit 7 primair ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Vrijspraak feit 2 en feit 4
De rechtbank is van oordeel dat er niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte betrokken is geweest bij de (pogingen tot) oplichting van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] door een persoon die zich voordeed als bankmedewerker en beide aangevers verzocht geldbedragen over te maken naar een opgegeven rekeningnummer. Hoewel opmerkelijk is dat deze aangevers zijn benaderd kort nadat zij waren opgelicht door verdachte, die hen als GGD-medewerker verzocht borg te betalen voor een coronatest (feit 1 en 3, zie hierna), bevat het strafdossier onvoldoende aanknopingspunten om verdachte aan te merken als (mede)pleger van deze feiten. De rechtbank zal verdachte dan ook hiervan vrijspreken.
4.3.2.
Bewijsmiddelen [1] en bewijsoverwegingen
Feit 1, 3 en 5:
Partiële vrijspraak
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat op basis waarvan gesproken kan worden van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en (een) mededader(s). Verdachte zal dan ook bij de feiten 1, 3 en 5 van dit onderdeel van het tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 1, primair:
Dit feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 december 2021;
  • het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] van 10 september 2020, pagina’s 27 en 28;
  • het proces-verbaal van bevindingen, betreffende een aanvullende verklaring van aangeefster [benadeelde 1] van 14 september 2020, pagina 30.
Ten aanzien van feit 3:
Dit feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 december 2021;
  • het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] van 9 september 2020, pagina’s 23 t/m 25.
Ten aanzien van feit 5:
Dit feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 december 2021;
  • het proces-verbaal van bevindingen, betreffende start onderzoek van 10 september 2020, pagina’s 14 t/m 16.
Feit 6:
Uit het dossier blijkt dat op de laptop Macbook pro (A2159), die onder verdachte in beslag is genomen, in totaal 474 afbeeldingen waren opgeslagen. Alle afbeeldingen bevatten geheimhoudersgegevens. De naam van de afbeeldingen was als volgt opgebouwd: “Screenshot”, “[datum]” at “[tijdstip]”.png. De afbeelding is vermoedelijk een screenshot van het programma dat gebruikt wordt door de GGD. Op de afbeeldingen waren de NAW gegevens met BSN, telefoonnummer en emailadressen van personen zichtbaar. Er waren 413 afbeeldingen aangemaakt op 9 augustus 2020 en 61 afbeeldingen op 8 september 2020. [2]
Getuige [getuige] heeft als volgt verklaard:
Hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) heeft dossiers geopend zonder daarvoor opdrachten gekregen te hebben uit het systeem. Hij heeft dossiers geopend die niet in zijn normale werk passen. Hij heeft dossiers geopend zonder dat hij daarvoor opdracht had. Hij werkt via een uitzendbureau voor [bedrijf] . [3]
Verdachte heeft op 4 augustus 2020 een geheimhoudingsverklaring ondertekend waarin onder andere het volgende staat:
“Ik ga ermee akkoord om ten alle tijde strikte geheimhouding te betrachten ten aanzien van alle interne informatie van [bedrijf] en om niet direct of indirect interne informatie toe te eigenen, verspreiden, bekendmaken, overdragen, openbaar maken, gebruiken, kopiëren, samenvoegen, aan derden te verstrekken, publiceren of, in het geval van tastbare interne informatie, deze van de bedrijfslocaties van [bedrijf] te verwijderen (hierna gezamenlijk aangeduid als "ongeoorloofd gebruik''), tenzij dit nodig is voor de uitoefening van mijn verantwoordelijkheden jegens [bedrijf] of ter ondersteuning van de bedrijfsactiviteiten van [bedrijf] .” [4]
Verdachte heeft ter terechtzitting als volgt verklaard:
Het klopt dat ik in persoonsdossiers in het registratiesysteem van de GGD heb gekeken. Ik deed dat uit nieuwsgierigheid. Ik zocht onder andere op namen van familieleden en bekende Nederlanders. Een aantal persoonsdossiers zijn door mij opgeslagen vanuit het GGD-netwerk op mijn privé computer. Ik deed dat omdat ik deze gegevens wilde gebruiken voor telefonische acquisitie voor een eigen bedrijf dat ik wilde starten. Ook heb ik gegevens uit persoonsdossiers gebruikt voor de feiten, zoals aan mij zijn tenlastegelegd onder feit 1, feit 3 en feit 5. [5]
Bewijsoverweging
Computervredebreuk, zoals strafbaar gesteld in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht, houdt in het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk. Van binnendringen is sprake als de toegang tot het werk wordt verworven. Binnendringen kan onder meer worden bereikt met behulp van een valse sleutel.
Verdachte heeft bekend dat hij met aan hem verstrekte inloggegevens persoonsdossiers heeft geraadpleegd in de systemen (geautomatiseerde werken) van de GGD en gegevens uit deze systemen heeft gebruikt om mensen te bewegen om een borg te laten betalen voor een coronatest terwijl deze in werkelijkheid gratis werd aangeboden. Uit zijn verklaring ter terechtzitting blijkt dat verdachte dit heeft gedaan met het doel om uit zijn schulden te komen. Daarnaast heeft verdachte gegevens uit de systemen overgenomen om een bestand aan contactgegevens op te bouwen voor acquisitie voor een te starten eigen bedrijf.
De rechtbank maakt hieruit op dat verdachte zijn inlogcodes heeft gebruikt om in de geautomatiseerde werken van zijn opdrachtgevers te geraken met de intentie om ongeoorloofde handelingen te verrichten. Verdachte heeft dus weliswaar geautoriseerd, maar onbevoegd terzake het verrichten van de ongeoorloofde handelingen, zich opzettelijk en wederrechtelijk de toegang verschaft. Verdachte wist dat hij zich in een beveiligd systeem bevond en heeft doelbewust de beveiliging van dat systeem doorbroken, met een ander doel dan het uitvoeren van zijn werkzaamheden. Daarmee is sprake van wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk met behulp van een valse sleutel en dat betekent dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk.
Het verweer van de raadsvrouw wordt daarmee verworpen.
Feit 7:
Vrijspraak primair tenlastegelegde
Verdachte heeft [benadeelde 1] en [benadeelde 2] geld afhandig gemaakt door hen middels een betaallink te laten betalen voor digitale cadeaukaarten. Uit het dossier blijkt dat verdachte de door [benadeelde 1] betaalde digitale cadeaukaart ter waarde van € 101,48 niet heeft ontvangen, omdat de betaling is gestorneerd en het geld is teruggestort op haar rekening. Nu niet is gebleken dat verdachte op enig moment heeft beschikt over deze cadeaukaart kan van witwashandelingen ten aanzien daarvan geen sprake zijn. Verdachte heeft de door [benadeelde 2] betaalde cadeaukaart ter waarde van € 26,62 wel op zijn e-mailadres ontvangen. Uit het dossier blijkt echter niet dat het handelen van verdachte ten aanzien van deze cadeaukaart verder gaat dan het enkele verwerven en voorhanden hebben. Nu de cadeaukaart een opbrengst betreft uit eigen misdrijf wordt in beginsel een handeling van verdachte gevergd die erop is gericht om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen. Het dossier bevat hiervoor echter geen aanknopingspunten. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het primair tenlastegelegde. Het verwerven en voorhanden hebben van de cadeaukaart ter waarde van € 26,62, dat onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig is, kwalificeert wel als (eenvoudig) witwassen, hetgeen verdachte heeft bekend.
Ten aanzien van feit 7, subsidiair:
Dit feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 december 2021;
  • het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] van 9 september 2020, pagina’s 23 t/m 25.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1, primair:
op 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een listige kunstgreep en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van één geldbedrag te weten in totaal 101,48 euro, hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die voornoemde [benadeelde 1] nadat die [benadeelde 1] telefonisch een afspraak had gemaakt voor een coronatest telefonisch benaderd en
- daarbij zich voorgedaan als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededelingen en/of verzoeken te doen en
- vervolgens die voornoemde [benadeelde 1] medegedeeld dat zij voor de coronatesten een borg moest betalen om te voorkomen dat mensen niet op komen dagen bij de coronatest en
- vervolgens per email gebruikmakend van emailadres: [emailadres] @gmail.com
naar die voornoemde [benadeelde 1] een betaallink gestuurd gekoppeld aan rekeningnummer: [rekeningnummer] ten behoeve van betaling van voornoemd geldbedrag, waarna die [benadeelde 1] op die link heeft gedrukt/geklikt en het geldbedrag heeft overgemaakt naar voornoemd rekeningnummer waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
feit 3:
op 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een listige kunstgreep en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van één geldbedrag te weten in totaal 26,62 euro, hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die voornoemde [benadeelde 2] nadat die [benadeelde 2] telefonisch een afspraak had gemaakt voor een coronatest telefonisch benaderd en
- daarbij zich voorgedaan als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededelingen en/of verzoeken te doen en
- vervolgens die voornoemde [benadeelde 2] medegedeeld dat zij voor de coronatest een borg moest betalen om er zeker van te zijn dat mensen bij de teststraat op komen dagen en
- vervolgens per email gebruikmakend van emailadres: [emailadres] @gmail.com naar die voornoemde [benadeelde 2] een betaallink gestuurd gekoppeld aan rekeningnummer: [rekeningnummer] ten behoeve van betaling van voornoemd geldbedrag, waarna die [benadeelde 2] op die link heeft gedrukt/geklikt en het geldbedrag heeft overgemaakt naar voornoemd rekeningnummer waardoor die [benadeelde 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
feit 5:
op 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een listige kunstgreep en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 3] , te bewegen tot de afgifte van één geldbedrag te weten (in totaal) 100 euro met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die voornoemde [benadeelde 3] nadat die [benadeelde 3] telefonisch een afspraak had gemaakt voor een coronatest voor haar echtgenoot de heer [A] telefonisch heeft benaderd en
- daarbij zich heeft voorgedaan als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededelingen en/of verzoeken te doen en
- vervolgens die voornoemde [benadeelde 3] heeft medegedeeld dat de (test-)afspraak was geannuleerd, tenzij zij via een toe te sturen link 100 euro zou betalen en
- vervolgens die voornoemde [benadeelde 3] heeft medegedeeld dat als zij niet betaalde de eerst volgende testmogelijkheid medio oktober zou zijn en
- vervolgens per email gebruikmakend van emailadres: [emailadres] @gmail.com naar die voornoemde [benadeelde 3] een betaallink heeft gestuurd ten behoeve van betaling van voornoemd geldbedrag, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 6, primair:
meerdere malen in de periode van 4 augustus 2020 tot en met 8 september 2020 te Rotterdam en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten (een) computersyste(e)m(en) en/of (een) server(s) en/of (een) (digita(a)l(e)) registratiesyste(e)m(en) van de GGD (het zogenaamde CoronIT-systeem), is binnengedrongen (en daarmee in ieder geval 484 zogenaamde persoonskaarten / (persoons)dossiers) heeft geraadpleegd/ingekeken) door met behulp van een valse sleutel te weten door het inloggen met een account en/of wachtwoord, met een ander doel dan waarvoor hem dat account en/of wachtwoord ter beschikking stond en waarvoor hem die toegang was toegestaan en hij, verdachte, vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen en/of worden verwerkt en/of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk(en), waarin hij, verdachte, zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf heeft overgenomen en/of afgetapt en/of opgenomen, immers heeft hij, verdachte, (telkens) persoonsgegevens (474 zogenaamde persoonskaarten / (persoons)dossiers), althans (gevoelige) bedrijfsinformatie, overgenomen (op zijn, verdachtes, laptop);
feit 7, subsidiair:
op tijdstippen in de periode van 8 september 2020 tot en met 9 september 2020 te Rotterdam een voorwerp, te weten een Paysafecard/(I)giftcard/(digitale)cadeaukaart ter waarde van 26,62 euro heeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist dat dit voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1, primair en feit 3, telkens:
oplichting;
feit 5:
poging oplichting;
feit 6 primair:
computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt en worden overgedragen door middel van het geautomatiseerde werk waarin hij zich waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf overneemt;
feit 7, subsidiair:
eenvoudig witwassen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van het voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk door buiten zijn bevoegdheid om in het systeem van GGD de gegevens van 484 personen in te zien, waaronder persoonsgegevens van bekende Nederlanders. Verdachte heeft enkele gegevens gebruikt om personen op slinkse wijze op te lichten. Verdachte belde hen op, wekte vertrouwen door specifieke gegevens over die personen te noemen en overtuigde twee van hen borg te betalen voor de coronatest waarvoor zij even daarvoor een afspraak hadden gemaakt. Van 474 zogenaamde persoonskaarten heeft verdachte de gegevens overgenomen en opgeslagen op zijn eigen computer. Verdachte heeft daarnaast enkele persoonsgegevens gedeeld via de communicatieapp Telegram. Verdachte heeft met zijn handelen op grote schaal ernstige inbreuk gemaakt op de privacy van de betrokken personen en daarmee ook het vertrouwen van en in de GGD geschaad, terwijl deze organisatie juist tijdens de coronacrisis een cruciale rol vervult in de bescherming van de samenleving en het zoveel mogelijk draaiende houden daarvan. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij op deze wijze misbruik heeft gemaakt van de bevoegdheden die hem waren toevertrouwd en hierbij enkel oog heeft gehad voor financieel gewin.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van het op naam van verdachte staand uittreksel justitiële documentatie van 28 oktober 2021, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met door de Reclassering Nederland uitgebrachte adviezen van 8 oktober 2020, 18 maart 2021 en 19 november 2021.
Een voortzetting van het toezicht – zoals door de reclassering geadviseerd in haar rapport van 18 maart 2021 – heeft, aldus de reclassering, geen meerwaarde meer. Verdachte is gebaat bij voortzetting van de behandeling en een proeftijd waarin hij geen strafbare feiten mag plegen. De verwachting is dat verdachte het traject bij Fivoor af zal maken. Indien er een onvoorwaardelijk deel opgelegd moet worden, adviseert de reclassering om dit middels een werkstraf af te doen.
Voor de bewezen verklaarde feiten zijn geen oriëntatiepunten door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgesteld. In fraudezaken wordt in de oriëntatiepunten als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gehanteerd. De duur van de gevangenisstraf houdt verband met de hoogte van het benadelingsbedrag. Alhoewel het benadelingsbedrag als zodanig gering lijkt te zijn, is de emotionele schade voor de slachtoffers groot.
De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 130 dagen, waarvan 85 dagen voorwaardelijk, passend en geboden is. De rechtbank zal daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarde opleggen. De tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft gezeten, zal in mindering worden gebracht.
Daarnaast zal aan verdachte een taakstraf opgelegd worden.

9.BESLAG

De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • een zwarte iPhone met los scherm, merk Apple (goednummer 620062);
  • een zwarte iPhone, kapot scherm en mist een stuk, merk Apple (goednummer 620064);
  • een grijze iPhone, kapot scherm mist, merk Apple (goednummer 620067);
  • een grijze iPhone met wit kapot scherm (barst), merk Apple (goednummer 620074);
  • een zwart grijze iPhone, zwart scherm, merk Apple (goednummer 620076);
  • een iPhone, oud model met wit scherm en zilverkleurig, merk Apple (goednummer 620077);
  • een witte iPhone, oud model zonder achterkant en kapot, merk Apple (goednummer 620078);
  • een witte iPhone, oud model, met beschermhoesje, merk Apple (goednummer 620079);
  • een zwarte USB-stick (memorykaart), merk onbekend (goednummer 620080);
  • een rode USB-stick (memorykaart), merk Dane Elec (goednummer 620081);
  • een zwarte USB-stick (memorykaart), sleutelhanger model (goednummer 620082);
  • een laptop, zilverkleurig, merk HEWLETT PACKARD (goednummer 620083);
  • een zwarte laptop, incl lader, merk ASUS (goednummer 620084);
  • een zwarte iPhone, merk Apple (goednummer 620085);
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
 een laptop merk Apple Mac book pro (goednummer 620086);
laten onttrekken aan het verkeer. Met behulp van dit voorwerp zijn de bewezen verklaarde feiten begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 45, 57, 138ab, 326 en 420qtr van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 2 en feit 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 primair, feit 3, feit 5, feit 6 primair en feit 7 subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
130 (honderddertig) dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
85 (vijfentachtig) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
2 (twee) jarenvast;
- als
algemenevoorwaarden gelden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzonderevoorwaarde dat verdachte gedurende de proeftijd:
 zich laat behandelen door ambulante forensische instelling De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
60 (zestig) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door
30 (dertig) dagenhechtenis;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • een zwarte iPhone met los scherm, merk Apple (goednummer 620062);
  • een zwarte iPhone, kapot scherm en mist een stuk, merk Apple (goednummer 620064);
  • een grijze iPhone, kapot scherm mist, merk Apple (goednummer 620067);
  • een grijze iPhone met wit kapot scherm (barst), merk Apple (goednummer 620074);
  • een zwart grijze iPhone, zwart scherm, merk Apple (goednummer 620076);
  • een iPhone, oud model met wit scherm en zilverkleurig, merk Apple (goednummer 620077);
  • een witte iPhone, oud model zonder achterkant en kapot, merk Apple (goednummer 620078);
  • een witte iPhone, oud model, met beschermhoesje, merk Apple (goednummer 620079);
  • een zwarte USB-stick (memorykaart), merk onbekend (goednummer 620080);
  • een rode USB-stick (memorykaart), merk Dane Elec (goednummer 620081);
  • een zwarte USB-stick (memorykaart), sleutelhanger model (goednummer 620082);
  • een laptop, zilverkleurig, merk HEWLETT PACKARD (goednummer 620083);
  • een zwarte laptop, incl lader, merk ASUS (goednummer 620084);
  • een zwarte iPhone, merk Apple (goednummer 620085);
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
 een laptop merk Apple Mac book pro (goednummer 620086);
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Perrick, voorzitter, mrs. mr. A.J.P. Schotman en mr. L.M.M. Heppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.W.H.M. Verheijen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 december 2021.
Mr. Schotman en mr. Heppe zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 september 2020 tot en met 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen (te weten (in totaal) 101,48 euro, in elk geval een dergelijk bedrag), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die voornoemde [benadeelde 1] (nadat die [benadeelde 1] telefonisch (een) afspra(a)k(en) had gemaakt voor een coronatest) één of meerdere malen (telefonisch) benaderd en/of
-(daarbij) zich voorgedaan als een GGD-medewerker en/of een medewerker van de
coronatestlijn, in ieder geval als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededeling(en) en/of verzoek(en) te doen en/of
-(vervolgens) die voornoemde [benadeelde 1] medegedeeld dat zij (voor de coronatest(en)) een borg moest(en) betalen (om te voorkomen dat mensen niet op komen dagen bij de coronatest) en/of
-(vervolgens) per email (gebruikmakend van emailadres: [emailadres] @gmail.com)
naar die voornoemde [benadeelde 1] een betaallink gestuurd (gekoppeld aan
rekeningnummer: [rekeningnummer] ) ten behoeve van betaling van voornoemd
geldbedrag, (waarna die [benadeelde 1] op die link heeft gedrukt/geklikt en het geldbedrag heeft overgemaakt naar voornoemd rekeningnummer) waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 september 2020 tot en met 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] ,
te bewegen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen (te weten (in totaal) 101,48 euro in elk geval een dergelijk bedrag), in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- voornoemde [benadeelde 1] (nadat die [benadeelde 1] telefonisch een afspraak had gemaakt voor (een) coronatest(en)) één of meerdere malen (telefonisch) heeft/hebben benaderd en/of
-(daarbij) zich heeft/hebben voorgedaan als een GGD-medewerker en/of een medewerker van de coronatestlijn, in ieder geval als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededeling(en) en/of verzoek(en) te doen en/of
-(vervolgens) die voornoemde [benadeelde 1] heeft/hebben medegedeeld dat zij (voor de
coronatest(en)) een borg moest(en) betalen (om te voorkomen dat mensen niet op komen dagen bij de coronatest) en/of
-(vervolgens) per email (gebruikmakend van emailadres: [emailadres] @gmail.com)
naar die voornoemde [benadeelde 1] een betaallink heeft/hebben gestuurd (gekoppeld aan rekeningnummer: [rekeningnummer] ),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 september 2020 tot en met
8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen (te weten 5.000 euro en/of 10.000 euro, in elk geval (een) dergelijk(e) bedrag(en)), in elk geval van enig(e) goed(eren), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- voornoemde [benadeelde 1] (nadat die [benadeelde 1] middels een betaallink een hoeveelheid geld had overgemaakt) één of meerdere malen telefonisch benaderd (met gebruikmaking van een telefoonnummer van de ING) en/of
-(daarbij) zich voorgedaan als een bankmedewerker (van de ING), in ieder geval als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededeling(en) en/of verzoek(en) te doen en/of
-(vervolgens) die voornoemde [benadeelde 1] medegedeeld dat er geprobeerd was om een bedrag van 3.500 euro, althans een hoeveelheid geld/een geldbedrag, van haar (betaal)rekening af te schrijven en/of
-(vervolgens) die voornoemde [benadeelde 1] medegedeeld dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die voornoemde [benadeelde 1] ging helpen haar geld/(betaal)rekening veilig te stellen en/of
-(vervolgens) die voornoemde [benadeelde 1] verzocht het daglimiet van haar (betaal)rekening te verhogen en/of
-(vervolgens) die [benadeelde 1] gevraagd 5.000 euro en/of 10.000 euro, althans één of meerdere geldbedragen over te maken naar één of meerdere betaalrekeningen (te weten; [rekeningnummer] en/of [rekeningnummer] ),
(waarna die [benadeelde 1] de opdracht heeft gegeven om voornoemd(e) geldbedrag(en) over te maken / voornoemd(e) geldbedrag(en) heeft overgemaakt naar voornoemd(e) bankrekening(en)), waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 september 2020 tot en met
8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, [benadeelde 1] , te bewegen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen (te weten (in totaal) 5.000 euro en/of 10.000 euro in elk geval (een) dergelijk(e) bedrag(en), in elk geval van enig(e) goed(eren), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- voornoemde [benadeelde 1] (nadat die [benadeelde 1] middels een betaallink een hoeveelheid geld had overgemaakt) één of meerdere malen telefonisch heeft/hebben benaderd (met gebruikmaking van een telefoonnummer van de ING) en/of
- ( daarbij) zich heeft/hebben voorgedaan als een bankmedewerker (van de ING), in ieder geval als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededeling(en) en/of verzoek(en) te doen en/of
- ( vervolgens) die voornoemde [benadeelde 1] heeft/hebben medegedeeld dat er geprobeerd was om een bedrag van 3.500 euro, althans een hoeveelheid geld/een geldbedrag, van haar (betaal)rekening af te schrijven en/of
- ( vervolgens) die voornoemde [benadeelde 1] heeft/hebben medegedeeld dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die voornoemde [benadeelde 1] ging helpen haar geld/(betaal)rekening veilig te stellen en/of
- ( vervolgens) die voornoemde [benadeelde 1] heeft/hebben verzocht het daglimiet van haar (betaal)rekening te verhogen en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde 1] heeft/hebben gevraagd 5.000 euro en/of 10.000 euro, althans één of meerdere geldbedragen over te maken naar één of meerdere betaalrekeningen (te weten; [rekeningnummer] en/of [rekeningnummer] ),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans
alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen (te weten (in totaal) 26,62 euro, in elk geval een dergelijk bedrag), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd
met de waarheid
- die voornoemde [benadeelde 2] (nadat die [benadeelde 2] telefonisch een afspraak had gemaakt voor een coronatest) één of meerdere malen (telefonisch) benaderd en/of
- ( daarbij) zich voorgedaan als een GGD-medewerker en/of een medewerker van de
coronatestlijn, in ieder geval als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededeling(en) en/of verzoek(en) te doen en/of
- ( vervolgens) die voornoemde [benadeelde 2] medegedeeld dat zij (voor de coronatest) een borg moest betalen (om er zeker van te zijn dat mensen bij de teststraat op komen dagen) en/of
- ( vervolgens) per email (gebruikmakend van emailadres: [emailadres] @gmail.com)
naar die voornoemde [benadeelde 2] een betaallink gestuurd (gekoppeld aan
rekeningnummer: [rekeningnummer] ) ten behoeve van betaling van voornoemd
geldbedrag, (waarna die [benadeelde 2] op die link heeft gedrukt/geklikt en het geldbedrag
heeft overgemaakt naar voornoemd rekeningnummer) waardoor die [benadeelde 2] werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op of omstreeks de periode van 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] , te bewegen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen, in elk geval van enig(e) goed(eren), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- die voornoemde [benadeelde 2] (nadat die [benadeelde 2] middels een betaallink een hoeveelheid geld had overgemaakt) één of meerdere malen telefonisch heeft/hebben benaderd (met gebruikmaking van een telefoonnummer van de Rabobank) en/of
- ( daarbij) zich heeft/hebben voorgedaan als een bankmedewerker (van de Rabobank), in ieder geval als persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededeling(en) en/of verzoek(en) te doen en/of
- ( vervolgens) die voornoemde [benadeelde 2] heeft/hebben medegedeeld dat er geprobeerd was om een bedrag van 4.500 euro, althans een hoeveelheid geld/een geldbedrag, van de (betaal)rekening af te schrijven en/of
- ( vervolgens) die voornoemde [benadeelde 2] heeft/hebben medegedeeld dat de (bank)rekening in een veilige kluis geplaatst moest worden en dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) hierbij kon helpen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
5
hij op of omstreeks 8 september 2020 te Rotterdam en/of in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 3] , te bewegen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen (te weten (in totaal) 100 euro in elk geval een dergelijk bedrag), in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- die voornoemde [benadeelde 3] (nadat die [benadeelde 3] telefonisch een afspraak had gemaakt voor een coronatest voor haar echtgenoot de heer [A] ) één of meerdere malen (telefonisch) heeft/hebben benaderd en/of
- ( daarbij) zich heeft/hebben voorgedaan als een GGD-medewerker en/of een medewerker van de coronatestlijn, in ieder geval als een persoon, die bevoegd is de hierna genoemde handelingen te verrichten en/of mededeling(en) en/of verzoek(en) te doen en/of
- ( vervolgens) die voornoemde [benadeelde 3] heeft/hebben medegedeeld dat de (test-)afspraak was geannuleerd, tenzij zij via een toe te sturen link 100 euro, althans een hoeveelheid geld/een geldbedrag zou betalen en/of
- ( vervolgens) die voornoemde [benadeelde 3] heeft/hebben medegedeeld dat als zij niet betaalde de eerst volgende testmogelijkheid medio oktober zou zijn en/of
- ( vervolgens) per email (gebruikmakend van emailadres: [emailadres] @gmail.com) naar die voornoemde [benadeelde 3] een (betaal)link heeft /hebben gestuurd ten behoeve van betaling van voornoemd geldbedrag,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
6
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 augustus 2020 tot en met 8
september 2020 te Rotterdam en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten (een) computersyste(e)m(en) en/of (een) server(s) en/of (een) (digita(a)l(e)) registratiesyste(e)m(en) van de GGD (het zogenaamde CoronIT-systeem), is/zijn binnengedrongen (en daarmee in ieder geval 484 zogenaamde persoonskaarten / (persoons)dossiers) heeft/hebben geraadpleegd/ingekeken) door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het inloggen met een onrechtmatig gebruikt account en/of wachtwoord, althans met een ander
doel dan waarvoor hem/hen dat account en/of wachtwoord ter beschikking stond en/of waarvoor hem/hen die toegang was toegestaan en/of hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen en/of worden verwerkt en/of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk(en), waarin hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich wederrechtelijk bevond(en), voor zichzelf en/of een ander heeft/hebben overgenomen en/of afgetapt en/of opgenomen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) persoonsgegevens (474 zogenaamde persoonskaarten / (persoons)dossiers), althans (gevoelige) bedrijfsinformatie, overgenomen (op zijn, verdachtes, laptop);
(
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
(
art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 138ab lid 2 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 augustus 2020 tot en met 8 september 2020 te Rotterdam en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens van de GGD, te weten persoonsgegevens (474 zogenaamde persoonskaarten / (persoons)dossiers), althans (gevoelige) bedrijfsinformatie, die waren opgeslagen door middel van (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten (een) computersyste(e)m(en) en/of (een)server(s) en/of (een)(digita(a)l(e)) registratiesyste(e)m(en) van de GGD (het zogenaamde CoroniT-systeern), voor zichzelf en/of voor een ander heeft/hebben overgenomen;
(
art 138c Wetboek van Strafrecht)
7
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 september 2020 tot en met
9 september 2020 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, één of meerdere voorwerp(en), te weten een Paysafecard/(I)giftcard/(digitale)cadeaukaart ter waarde van 26,62 euro en/of een
Paysafecard/(I)giftcard/(digitale)cadeaukaart ter waarde van 101,48 euro heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen en/of heeft/hebben omgezet en/of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk en/of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
(
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b
Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 september 2020 tot en met
9 september 2020 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, één of meerdere voorwerp(en), te weten een Paysafecard/(I)giftcard/(digitale)cadeaukaart ter waarde van 26,62 euro en/of een
Paysafecard/(I)giftcard/(digitale)cadeaukaart ter waarde van 101,48 euro heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat/die voorwerp(en) onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf;
(
art 420bis.1 Wetboek van Strafrecht, art 420qtr.1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 15 juni 2021, genummerd 2020293562, onderzoek 31Louis20, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 293. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van bevindingen van 18 december 2020, pagina’s 175 t/m 181.
3.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 8 september 2020, pagina’s 31 t/m 34.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 10 september 2020, pagina’s 65 t/m 67.
5.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 december 2021.