In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing door de Belastingdienst/Toeslagen op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft op 22 november 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld op 1 juni 2022 en heeft pas op 29 augustus 2022 beroep ingesteld, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een termijn van twaalf weken na de datum van het verweerschrift om dit besluit bekend te maken. De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 379,50 en moet hij het betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending.