ECLI:NL:RBMNE:2022:5488
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar door bestuursorgaan
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 11 november 2022, wordt het beroep van eisers tegen het uitblijven van een beslissing door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats] gegrond verklaard. Eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. V.J. Leijh, hebben beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op hun bezwaar, ondanks een eerdere uitspraak van de rechtbank van 21 april 2022 waarin verweerder was opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De rechtbank oordeelt dat het niet nodig is om partijen uit te nodigen voor een zitting, aangezien dit niet vereist is volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank stelt vast dat eisers niet verplicht waren om een ingebrekestelling te sturen, gezien de expliciete termijn die was gesteld in de eerdere uitspraak. Verweerder heeft nagelaten een nieuw besluit te nemen, en de rechtbank bepaalt dat verweerder dit alsnog moet doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak. Tevens wordt verweerder verplicht een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt de dwangsom vast op € 1.442,-, die verschuldigd is vanaf 3 juni 2022 tot 15 juli 2022.
Omdat het beroep gegrond is verklaard, moet verweerder ook het door eisers betaalde griffierecht van € 365,- vergoeden en de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 379,50. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De rechtbank benadrukt dat als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, zij binnen zes weken een verzetschrift kunnen indienen.