4.3Het oordeel van de rechtbank
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
[aangeefster] is 17 oktober 2021 gehoord als verdachte. Dit verhoor is later tevens aangemerkt als haar aangifte. Zij heeft in dit verhoor, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende verklaard:
17 mei 2021 ben ik bij [verdachte] gaan wonen. Eerst begon het met één keer slaan maar het werd elke dag slaan. Hij sloeg mij dan in mijn gezicht. Eerst was het met vlakke hand maar het werd daarna met de vuist. Ik heb een blauw oog gehad, kapotte lip, en op een gegeven moment had ik een blauw oog, een kapotte lip en een blauwe schouder. Vanaf juli werd het erger. Ik weet nog dat het elke dag was dat ik dan geslagen werd. Op een gegeven moment werden het lepels waar je mee kookt waar ik mee geslagen werd. Als ik de vaat heb gewassen werd ik geslagen met een pan als hij een vlekje zag. Telkens als de kleine begon te huilen kreeg ik ook klappen.Vorige week heeft hij de kleine (de rechtbank begrijpt: baby [slachtoffer] ) geslagen. Ik was bang en ik kreeg ook weer klappen. Ik wist als ik wakker was dat ik geslagen werd. Ongeveer twee maanden geleden is het uit de hand gelopen. Ik ben naar buiten gelopen maar hij hield me tegen. Hij heeft me toen helemaal in elkaar geslagen. Rond die tijd in september ging hij kokend water over mij heen gooien. Ik heb daar op mijn borst nog littekens van.Eergister heeft hij mij een klap op mijn rechteroog gegeven omdat ik geen activiteiten met ons kind deed. Hij heeft mij toen met zijn linker vlakke hand geslagen. Hij heeft mij een keer geslagen. Ik had al een wat dikkere wang. Die dikkere wang heb ik al van eerdere klappen die ik gehad heb. Ik heb pijn aan de linkerkant van mijn hoofd. Ik ben geslagen op mijn hoofd op de rechter en linkerkant. Het doet nog steeds zeer. Ik heb pijn aan mijn linkerknie. Ik ben geslagen op mijn knie, bijna 2 maanden geleden. Er zit een bobbeltje in mijn knie en dat doet zeer. Eerst sloeg hij mij met de vlakke hand, later met vuisten, daarna met verlengsnoeren en pannen. Hij stopte pas met slaan als hij het bloed uit mijn hoofd kwam.Ik ben denk ik meer dan 15 keer met een verlengsnoer geslagen. Meerdere keren achter elkaar en zonder dat ik kleding aan had.
V: Wat zie je op foto 2?
A: Die schram heb ik omdat [verdachte] mij met een verlengsnoer heeft geslagen eind augustus. Ik heb eerder gezegd dat dit door een airbag kwam maar dat is niet zo. Ik ben met mijn vuist geslagen. Eergister ben ik nog een keer geslagen op mijn hoofd omdat ik geen boekje ging lezen met de kleine. Die klap kwam met een vlakke linkerhand op mijn rechterkant van mijn hoofd.
V: Wat zie je op foto 3?
A; Verlengsnoer, de strepen er van. Dit is in juli geweest. Het bloedde. Het werd paars en blauw dus ik kon ook niet naar buiten.
V: Wat zie je op foto 4?
A: Hier ben ik gebeten door [verdachte] . Hij sloeg me en belandde op de grond. Hij heeft me toen geslagen en gebeten op bed, toen we dat nog hadden. Dat was eind juni begin juli.
V: Wanneer heeft hij je zoontje geslagen?
A: Dat was vorige week. De verwondingen die hij nu heeft is wel recentelijk. Ongeveer een maand geleden was het de eerste keer.
V: Wat gebeurde er de eerste keer?
A: De kleine ging huilen. Hij kan daar niet tegen. Hij wordt boos. Hij heeft de kleine een klap gegeven. Die klap gaf hij met een vlakke hand en zei dat hij zijn mond dicht moest houden. Ik stond toen in de gang en hij met de kleine in de woonkamer. Die klap kwam in zijn gezicht.
V: Wanneer gebeurde het nog een keer?
A: Dat was de klap van deze week. De kleine begon weer te huilen. Ik was toen op de gang want daar was mijn plek. De kleine begon te huilen en hij zei dat hij moest stoppen met huilen en zijn mond houden en toen had hij de kleine twee keer geslagen. Ik zag de volgende dag toen ik hem pakte dat hij letsel had in zijn gezicht. Ik zag dat hij hem met een platte hand twee keer sloeg.
V: Hoe vaak is baby [slachtoffer] in totaal denk je geslagen door [verdachte] ?A: Waar is bij was heeft [verdachte] hem twee keer geslagen.
V: Waarom zeg je dat de gang jouw plek is?
A: Dat is vaker tegen mij gezegd. Dat de gang mijn plek is. Ik moet dan op de gang zitten. Ik zit dan gewoon op de grond voor de badkamer met mijn laptop te werken. Tot ik word geroepen om de vaat af te wassen of de kleine te verschonen. Telkens als de kleine wat nodig had dan belde ik hem. Dan kon hij via de camera zien dat ik voor de kleine zorgde. Ik mocht niet zomaar van mijn plek af, en mijn plek was in de gang. Van alle bewegingen die ik maakte moest ik hem op de hoogte stellen. Dit ging zo sinds juli ongeveer. Ik heb ook geen zin in weer gezeur of ergere klappen krijgen dus ik doe het maar zo.
Hij had mij een keer geslagen en zei dat ik een hond was en het niet verdiende om in de woonkamer te zijn. Dat was rond augustus. Als hij zag dat ik wel opruimde enzo dan mocht ik wel in de woonkamer. Als hij vond dat ik iets expres deed, of iets viel dan moest ik een paar dagen op de gang zitten. Heel vaak heb ik bij mijzelf gedacht dat ik wegging uit het huis, mijn moeder bellen, of politie bellen, maar dan dacht ik ook meteen bij mijzelf hoe gaat hij reageren en werd ik bang.
V: Wat als je zelf naar buiten wilde?
A: Ja dan had ik hem ook moeten bellen om naar buiten kon gaan.
Ik moest ook vaak op de gang gaan staan zonder kleding voor een paar uur. Na een paar uur mocht ik dan douchen en mijn pyjama aan.
V: Wanneer begon het dat jij je kleding uit moest doen op zijn verzoek?
A: In juli zo ongeveer.
V: Waarom deed jij dat?
A: Uit angst. Daarvoor had ik vaak al een klap gekregen en was ik al bang. Op een gegeven moment dacht ik ook dat ik het wel verdiende om die klappen te krijgen. Omdat hij het mij steeds verweet dat ik die klappen kreeg en zo behandeld te worden ging ik geloven dat het zo was.
V: Wat zie je op foto 8?
A: verbrand. Dit is in september geweest.
V: Hoe is dat gegaan?
A: Ik moest nodig naar de toilet. Ik moest van hem wachten tot hij thuis kwam. Ik kon echt niet meer ophouden en wilde gaan douchen. Toen ik het losliet kwam er poep uit terwijl ik in de douche stond. Toen hij thuis kwam vroeg hij waar ik gepoept had en is hij boos geworden. Hij vond het vies omdat hij en mijn zoontje hadden gepoept. Hij heeft toen heet water gekookt en
over mij heen gegooid.
V: Wat moest jij doen?
A: Ik moest de badkamer schoonmaken. Ik hoorde dat hij water had gevuld in de waterkoker en wist ik al dat hij dat over mij heen ging gooien. Hij had een maatbeker gepakt, die gevuld met water en die over mij heen gegooid. Ik had geen kleding meer aan, dat moest ik uittrekken toen ik de badkamer moest schoonmaken.
V: In het chatgesprek stond iets over je haar.
A: Hij heeft aan mijn haar getrokken. Ik heb het er af geschoren en laat het nu weer groeien. Ik heb dit nu een maand of twee maanden zo.
Mevrouw [aangeefster] is op 13 januari 2022 nader gehoord. In dit verhoor heeft zij onder meer het volgende verklaard:
0: Je vertelde dat je hebt gezien dat [verdachte] ergens eind augustus/begin september 2021 een klap tegen de arm van [slachtoffer] gaf.
A: Het ging erom dat [slachtoffer] huilde. Dat is blijkbaar een trigger voor [verdachte] . Daar kon hij echt niet tegen, hij werd daar altijd erg boos om. Toen heeft [verdachte] [slachtoffer] erg hardhandig vastgepakt/gegrepen bij zijn arm. De keer dat [slachtoffer] gebroken ribben opliep was ook om dezelfde reden. [verdachte] zei op een harde toon dat hij zijn mond moest houden. En opeens sloeg hij hem met beide vuisten. Ik was op dat moment in de gang, daar moest ik blijven van hem. Soms gooide hij met [slachtoffer] . Dan huilde hij na zijn flesje of was er iets en dan gooide hij [slachtoffer] op de bank terwijl hij hem zei om te gaan slapen.Ik gebruikte mijn vieze kleding als kussen en deken. Ik moest toestemming vragen om te douchen of naar de wc te gaan. En als hij niet thuis was, dan mocht ik ook niet uit de gang komen. Hij volgde alles via de camera's. Ik moest soms mijn telefoon opladen en daarvoor moest ik in de woonkamer zijn. Dan belde hij mij direct om te vragen waarom ik in de woonkamer was. Als ik hem vertelde dat ik mijn telefoon moest opladen zei hij dat ik gauw weer terug moest. Ook als ik met [slachtoffer] was. Dan mocht ik hem alleen oppakken als dat volgens hem nodig was, en dan moest ik hem bij mij naar de gang brengen. Als hij in zijn stoeltje zat, moest ik terug de gang in. Ik mocht hem soms wel oppakken in de woonkamer maar dan mocht ik niet op de bank zitten. 0: Je vertelde dat [verdachte] je oogkas heeft gebroken.
A: Ja, dat begon omdat hij vond dat ik [slachtoffer] niet op tijd had verschoond. Hij gooide de kleine dan op de grond. En sloeg mij. Hij sloeg mij meerdere malen op verschillende plekken in mijn gezicht en trok aan mijn haren. Dit is in juli of augustus geweest volgens mij. Mijn wang was echt heel dik. Ik voelde ook een 'krak'. Het zakte maar niet, het bleef dik. En ik mocht natuurlijk niet naar de dokter.
Hij hield er ook van om mij op de grond te krijgen en dan op mij te zitten en door te gaan met slaan. Beide vuisten gebruikte hij en hij bleef maar op mij inslaan en aan mijn haren trekken. En als er een voorwerp in de buurt was pakte hij die en gebruikte hij die om mee te slaan. Mijn gezicht was er zo erg aan toe. Er was altijd wel een kant van mijn gezicht met letsel.
0: Je vertelde dat je brandplekken hebt op je borst en benen.
V: Hoe is dat gekomen?
A: Hij had mij al geslagen. Ik denk dat hij dat niet genoeg vond, waardoor hij heet water kookte en bewust gooide richting mijn vagina. Bij mijn vagina had ik ook allemaal wonden en ook bij mijn bovenbenen.
En ik moest altijd onder de koude douche staan wanneer hij mij had geslagen. IJskoud water, voor 15 minuten. De tweede keer was dat ik voor een grote boodschap naar de wc moest, maar ik mocht niet naar de wc van hem. Aan de telefoon belde ik met hem en hij gaf mij geen toestemming. Maar ik kon het echt niet meer inhouden dus liep ik richting de douche en liet ik een beetje druk gaan, want misschien was het lucht wat zo een pijn deed. Maar dat was het niet, en zo gebeurde het dat ik toch poepte, in de douche. Hij zei mij toen dat hij mij niet ging slaan maar dat ik alles moest schoonmaken. Hij gooide alle schoonmaakmiddelen die we hadden de badkamer in zodat ik die kon gebruiken met schoonmaken. Dus ik begon met schoonmaken. Opeens kwam hij met heet water, zei hij mij dat hij het niet wil hebben dat er gepoept en geplast wordt in de douche alsof het altijd gebeurde, en gooide hij het over mijn borsten, buik en armen heen. Hierna gooide hij ook schoonmaakmiddelen over mij heen. De keren dat hij mij sloeg, wat meer de laatste tijd, trok hij heel hard aan mijn haar. Hij trok ze uit mijn hoofd.Ik moest met [verdachte] videobellen als ik naar de supermarkt ging. Hij wilde alles horen en zien. Ik mocht alleen met toestemming. En hij kon zien wanneer ik offline ging, dat hield hij in de gaten. Hij wilde de controle hebben. Als we naar buiten gingen was dit altijd met z'n drieën.V: Wat gebeurde er als je niet om toestemming gevraagd had?A: Dan werd hij boos. Hij belde mij dan op en vroeg mij boos waarom ik iets had gedaan zonder toestemming.
Uit een forensisch medische GGD-letselrapportage betreffende mevrouw [aangeefster] van 7 juni 2022 blijkt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende:
Betreft: Forensisch medische rapportage aangaande mw. [aangeefster] .
U-Vormige huidverkleuringen
Op de onderbenen, op het linker bovenbeen,, in de hals en in de linker taille zijn U-vormige huidverkleuringen zichtbaar. De huidverkleuringen zijn genezende huidbeschadigingen, waarbij deels centraal littekenvorming zichtbaar is en aan de rand hyperpigmentatie als onderdeel van het genezingsproces. Letsel met een dergelijke vorm is zeer verdacht voor toegebracht letsel. Dit soort U-vormige huidverkleuringen worden niet zelden gezien als gevolg van contact met een deel van een (soepel) voorwerp met een dergelijke vorm, zoals een lus van een koord of snoer. In het huisartsendossier van mevrouw staat vermeld dat mevrouw geslagen zou zijn met een 'snoeder'. Mocht 'snoeder' een verschrijving zijn van snoer, dan zou slaan met een snoer een zeer goed passende toedracht zijn voor de U-vormige huidverkleuringen die zijn vastgesteld bij mevrouw.
Spilletsel
Het letsel aan de voorzijde van de borstkas betreft littekenvorming. De locatie, de vorm en andere uiterlijke kenmerken van dit letsel zijn overeenkomstig met kenmerken die gezien worden na de genezing van zogenaamd spilletsel. Spilletsel ontstaat ten gevolge van blootstelling aan een hete dan wel etsende vloeistof waardoor een brandwond ontstaat. In het huisartsendossier van mevrouw staat vermeld 'Tussen de borsten littekens van brandwonden, zou heet water over haar heen zijn gegooid. Littekens goed genezen, wel forse hypopigmentaties over traject van 10x2 cm beiderzijds.' Blootstelling aan heet water is een zeer goed passende toedracht voor het letsel wat gezien wordt aan de voorzijde van de borstkas.
Repetitief
Op verschillende plekken op en bij de armen zijn meerdere parallel verlopende streepvormige huidverkleuringen bij elkaar zichtbaar.De huidverkleuringen zijn genezende huidbeschadigingen, waarbij deels centraal littekenvorming zichtbaar is en aan de rand hyperpigmentatie als onderdeel van het genezingsproces. Dergelijk letsel ontstaat als bij herhaling (repetitief) een voorwerp in contact komt met de huid en hierbij het een afdruk achter laat. Het feit dat deze meerdere streepvormige huidverkleuringen parallel verlopen ten opzichte van elkaar betekent dat tijdens het herhaalde contact van het voorwerp met het lichaamsdeel, het lichaamsdeel zelf niet tot nauwelijks verplaatst dan wel bewogen is tijdens die periode. Deze huidverkleuringen lopen (deels) mee met de glooiing van het lichaamsdeel zonder te veranderen van intensiteit of vorm van de streep. Dit maakt het meer waarschijnlijk dat het (deel) van het voorwerp wat het letsel veroorzaakt heeft, niet volledig rigide was en mee vormde met de glooiing van het lichaamsdeel. Het feit dat deze huidverkleuringen parallel en geclusterd (repetitief) met de glooiing voorkomt maakt dit letsel zeer verdacht voor een toegebracht letsel. Aan de binnenkant van de linker onderarm zijn zijn circa twaalf parallelle genezende huidbeschadigingen met littekenvorming zichtbaar. Het feit dat deze huidverkleuringen parallel, geclusterd (repetitief) en met vergelijkbare afstand tot elkaar voorkomt maakt dit letsel zeer verdacht voor een toegebracht letsel. (Pagina 431)
Beharing hoofd
Zoals beschreven is de beharing op het hoofd niet gelijkmatig verdeeld en lijken er enkele kalere plekken aanwezig te zijn, met name de linker zijkant. Bovenop het hoofd is een kale plek zichtbaar. Deze ongelijkmatige verdeling van haar op het hoofd heeft een medische (zoals bijvoorbeeld een schimmelinfectie of alopecia) dan wel toegebrachte traumatische oorzaak.
Datering
Het letsel wat is vastgesteld bij mevrouw is niet per huidverkleuring te dateren, maar de verschillende soorten letsel bevinden zich wel in verschillende stadia van genezing, waardoor te stellen is dat er verschillende momenten dan wel dagen zijn geweest waarbij mevrouw dit letsel heeft opgelopen. Een deel van het letsel is nog niet volledig genezen, zoals de onderhuidse bloeduitstortingen, hierdoor is vast te stellen is dat die letsels zijn ontstaan in de weken voorafgaand aan het letselonderzoek van 16 oktober 2021.
Wat is de gevaarzetting van dit letsel?
De littekenvorming aan de voorzijde van de borstkas heeft een aanzienlijk oppervlak. Deze littekenvorming is zeer waarschijnlijk ten gevolge van een eerdere brandverwonding, gezien de vorm, locatie en overige uiterlijke kenmerken. Een brandverwonding met een dergelijk oppervlak zal voor een langere periode pijnlijk zijn geweest. De littekens zichtbaar bij mevrouw zullen zichtbaar blijven.
In een proces-verbaal van bevindingen van 12 september 2022 is onder meer het volgende gerelateerd:
Uit het medisch dossier blijkt uit een brief van de kaakchirurg dat [aangeefster] op 29 oktober 2021 bij de polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie is geweest. De kaakchirurg stelt vast dat sprake is van een ongeveer drie maanden oude fractuur.
Verdachte heeft in een politieverhoor van 26 oktober 2021 onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb haar een klap gegeven. Ik heb ook uitgehaald naar haar toe. Met de platte hand. Ik heb haar op haar wang geslagen.Het ging er soms hard aan toe wanneer wij ruzie kregen. Ik heb haar klappen gegeven. Het zal ook hard aangekomen zijn en door mij gekomen zijn. Het was niet op de dag dat ik was gearresteerd. Het was ervoor gebeurd, ongeveer een week of anderhalf.V: Jullie zijn meerdere malen slaags geweest met elkaar, heeft er iemand weleens gebloed?A: Zij heeft wel een keer bloed gehad ja. Ze heeft een bloedneus gehad.
Uit een forensisch medische letselrapportage betreffende baby [slachtoffer] van de GGD Amsterdam van 16 oktober 2021 blijkt onder meer het volgende:
Bij dit onderzoek zijn de volgende letsel waargenomen: meerdere bloeduitstortingen en oppervlakkig schaafletsel, voornamelijk op het hoofd. Het letsel is gezien de locatie, het ontwikkelingsniveau van het kind en de hoeveelheid verdacht voor toegebracht letsel.
In een proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2022 is een e-mailbericht opgenomen van W.A. Karts, forensisch arts bij het NFI. In dat bericht relateert Karts onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Medische gegevens
Uit de beschikbaar gestelde medische gegevens van het UMC Utrecht blijkt dat [slachtoffer]
op 16 oktober 2021 (op de leeftijd van 5 maanden) werd beoordeeld in verband met blauwe plekken in het gelaat, nadat hij daarvoor in het Amsterdam UMC was beoordeeld. In Amsterdam zou een CT-scan van het hoofd zijn gemaakt waarop geen afwijkingen gezien werden. Een oogarts zou geen netvliesbloedingen hebben gezien. De volgende letsels zijn beschreven: Donkere verkleuringen links langs de kaakrand (aldaar met kleine huidverscheuring), boven rechter wenkbrauw, onder rechter oog, op de slaap naast het rechter oor en aan de bovenlip aan de rechter zijde. Op 18 oktober 2021 is een serie röntgenfoto's van het gehele skelet gemaakt. Hierbij zijn aan beide zijden van de borstkas ribbreuken vastgesteld met duidelijke genezingsreacties, van de ribben 3 t/m 8. De ribben zaten zijwaarts.
Ribbreuken
Ribbreuken die zich aan buitenzijde van de borstkas bevinden, kunnen ontstaan door een directe krachtsinwerking (zoals een val op een voorwerp of een schop tegen de borstkas) of door compressie. De tweezijdigheid van de ribbreuken kan passen bij compressie die bijvoorbeeld ontstaan als een persoon met behoorlijke kracht op een kind valt of gaat zitten, waarin de borstkas samengeduwd wordt. Compressie kan ook ontstaan door een kind met beide handen bij de borstkas te omvatten en met kracht de borstkas in te duwen. Vanwege de flexibiliteit van de borstkas bij jonge kinderen (met normale botsterkte) kan men uitsluiten dat ribbreuken ontstaan bij normaal op/vastpakken voor verzorging en hantering van een kind. Gezien de leeftijd van [slachtoffer] bij de vaststelling van de ribbreuken, kan het ontstaan van de ribbreuken door eigen beweging als uitgesloten worden beschouwd.
De ribbreuken waren al enige tijd oud op 16 oktober 2021. De botnieuwvorming wijst op een ouderdom op dat moment van minimaal 10 dagen en maximaal vele weken.
Meerdere ribbreuken en ribbreuken die beiderzijds voorkomen hebben worden vaker gezien bij toegebracht letsel dan bij accidenteel ontstaan letsel. In algemene zin zijn ribbreuken bij kinderen jonger dan 18 maanden oud waarschijnlijker bij toegebracht letsel dan bij accidenteel letsel.
Huidletsels
Bij [slachtoffer] waren op 16 oktober 2021 verschillende oppervlakkige huidbeschadigingen en onderhuidse bloeduitstortingen aanwezig in het gelaat, op de romp en bij een voet. Huidletsels bij kinderen jonger dan 6 maanden komen weinig voor, omdat kinderen op deze leeftijd nog niet mobiel zijn. Zelfstandig voortbewegen zal daarom niet tot letsels, en zeker niet tot letsels in deze mate leiden. De oppervlakkige huidbeschadigingen passen bij uitwendige krachtsinwerkingen met of door voorwerpen of oppervlakten met ruwe en/of scherpe delen. Onderhuidse bloeduitstortingen zijn het gevolg van botsende en/of samendrukkende krachtsinwerkingen.Dateren van huidletsels is beperkt mogelijk. Onderhuidse bloeduitstortingen kunnen vrijwel direct na de krachtsinwerking ontstaan (waarbij dieper gelegen bloeduitstortingen soms pas na uren zichtbaar worden), en zijn doorgaans binnen enkele dagen tot maximaal circa 2 weken verdwenen.
Het grote aantal huidletsels op verschillende locaties is waarschijnlijker bij toegebracht letsel dan bij accidenteel letsel.
De combinatie van twee typen letsel die afzonderlijk een zekere bewijskracht hebben richting toegebracht letsel, is zorgelijk. Het huidletsels zijn op een later moment ontstaan dan de ribbreuken. Het is daarmee niet goed mogelijk om de bewijskracht te bepalen van de combinatie van letsels, omdat ik vanuit mijn expertise niet kan bepalen of een zelfde persoon betrokken is of kan zijn bij de ontstaan van de letsels. Mocht dat het geval zijn, dan acht is de combinatie van bevindingen veel waarschijnlijker bij toegebracht letsel dan bij accidenteel letsel.
De politie heeft camerabeelden uit de woning bekeken. In processen-verbaal van bevindingen is daarover onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Camerabeelden van 22 september 2021
Op het tijdstip 21:27:19 uur zag ik dat hij de baby van het bed afpakte door hem met 1 hand aan de linker arm omhoog te tillen.
Op het tijdstip 21:31:06 uur zag ik [aangeefster] met een ontkleed bovenlijf. Ik zag dat de huid van haar borst voor een groot deel ontveld en rood van kleur was.
Camerabeelden van 23 september 2021
Om 21:34 uur zag ik [aangeefster] haar borst insmeren.
Camerabeelden van 30 september 2021
Op het tijdstip 21:31 uur zag ik [verdachte] de woning binnenkomen. Ik zag dat [aangeefster] naar zichzelf wees, haar hoofd veel schudde, haar schouders optrok en handen met de handpalmen naar boven hief. Ik zag dat [verdachte] boos naar haar keek, naar de voordeur wees waarna [aangeefster] knikte, haar jurk/nachtpon uittrok en naakt bij de voordeur ging staan.
Camerabeelden van 5 oktober 2021
Op het tijdstip 06:30 uur kwam [verdachte] door de voordeur naar binnen. Ik zag dat hij naar de bank in de woonkamer liep en de baby met beide handen van de bank oppakte. Hierna liet hij één hand los waardoor de baby nog met één hand werd vastgehouden bij zijn arm. [verdachte] droeg de baby niet tegen zich aan waardoor de baby enkele seconden aan één arm in de lucht hing.
Camerabeelden van 11 oktober 2021
Op het tijdstip 23:14:53 uur, na het geven van de fles probeerde hij de baby die op zijn schoot zat te draaien. Dit deed hij door de baby onbehouwen ruw te duwen bij de schouders.
Op het tijdstip 23:22:31 uur legde hij de baby ruw, met een bons, op zijn schoot neer en veegde hij het gezicht van de baby met een doek op een manier die er hardhandig uitzag. Hierna tilde hij de baby ruw op. Dit deed hij door de baby met een ruk aan zijn arm omhoog te trekken.
Op het tijdstip 23:24:44 uur zag ik [verdachte] de baby op de bank neerleggen net buiten beeld van de camera. Ik zag hem met driftige bewegingen poetsen met een lap ter hoogte van de plek waar de baby lag. Ook zag ik hem een driftige beweging maken in de buurt van de baby waarbij het leek alsof hij iets wegmepte.
Op het tijdstip 23:25: 13 uur zag ik dat [verdachte] rechtop stond en met zijn linkerarm een dreigende beweging maken tot slaan richting de baby waarbij hij naar de baby keek.
Op het tijdstip 23:25:30 uur zag ik [verdachte] de baby oppakken en ruw neergooien op de andere zijde van de bank.
Camerabeelden van 13 oktober 2021
Op het tijdstip 09:18:57 uur zag ik [aangeefster] naakt in de hal staan. In haar handen hield ze een laptop vast, op haar hoofd zat een koptelefoon/headset. Tevens zag ik [verdachte] , in de hal staan. Ik zag dat hij met zijn rechter voet een harde trap tegen het linkerbovenbeen van [aangeefster] gaf. Direct daarna gaf hij haar een harde vuistslag tegen de linkerzijde van haar hoofd. Ik zag dat zij tegen de muur bonsde en naar haar hoofd greep.Vervolgens liep verdachte de woonkamer in naar het bed. Ik zag dat hij het dekbed vastpakte waar de baby [slachtoffer] in lag en het dekbed met baby erbij op het bed dubbel klapte.Hierna liep verdachte terug naar het bed en pakte met zijn linkerhand de baby aan de schouder en sleurde
het hiermee de andere ruimte/kamer in.Opmerking verbalisant: ik kreeg de indruk dat de verdachte de baby behandelde bij het oppakken en meesleuren alsof het een pop was.
Op het tijdstip 09:25:19 uur zag ik verdachte in de woonkamer staan en [aangeefster] nog steeds naakt in de gang met haar laptop in haar hand. Verdachte was spullen waaronder een pot in een tas aan het gooien. Ik zag dat hij een boos gezicht had en de pot, welke doorzichtig met deksel was weer uit de tas pakte en hiermee naar de vrouw stapte. De man hief zijn rechterhand met hierin de pot en sloeg hiermee hard op het hoofd van de vrouw. Vervolgens pakte hij de pot in zijn linker hand en sloeg de vrouw nogmaals hard op het hoofd.Op het tijdstip 23:23 uur zag ik de vrouw in de gang liggen op de lappen/handdoeken.
Camerabeelden van 14 oktober 2021
Op het tijdstip 00:20:00 uur zag ik [aangeefster] onder een dekbedhoes in de hal van de woning een liggen.
Op het tijdstip 20:55 uur zag ik [aangeefster] , nu zonder baby, wederom op de grond in de hal van de woning zitten.
Op het tijdstip 22:31:00 uur zag ik haar op de grond liggen in de hal. Ik zag dat zij haar benen in een kledingstuk stak en ongeveer een half uur later een vest als deken over zich heen legde.
Camerabeelden 15 oktober 2021
Op het tijdstip 17:56 uur zag ik [aangeefster] op de gang zitten.
Op het tijdstip 20:34 uur zag ik haar wederom op de grond in de hal zitten.
Om 23:27 uur zag ik haar weer op de gang zitten en liggen.
Camerabeelden van 16 oktober 2021
Op het tijdstip 00:52 uur zag ik [verdachte] via de voordeur de woning binnen komen. Ik zag dat [aangeefster] op de grond in de hal lag met een dekbedovertrek over haar heen.
Op het tijdstip 02:23:00 uur zag ik [aangeefster] nog in de hal op de grond liggen, ze was aan het telefoneren.
Samenvatting
Vanaf 22 september zag ik [aangeefster] met letsel op haar borst. Tevens zag ik kale plekken op haar hoofd. In deze periode heb ik haar twee maal op de bank zien zitten in de woonkamer. Verder zat zij in de woonkamer op de grond of in de hal. Ik heb haar in de woonkamer in het bed zien liggen maar ook 's nachts in de hal op een stapel lappen en/of kleding. Ook zag ik haar veel langdurig in de hal staan, soms met laptop en headset op, veelal aangekleed, soms naakt. Dit was veelal wanneer [verdachte] in de woning aanwezig was.
De telefoons van verdachte en aangeefster zijn onderzocht. Uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte is onder meer het volgende gebleken, zakelijk weergegeven:
WhatsApp-gesprekken
Eerder is de telefoon van [aangeefster] onderzocht. Daaruit bleek dat [aangeefster] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] .WhatsApp-gebruiker [WhatsApp naam] , is [aangeefster] .
[WhatsApp naam] 6 juli 2021: Enigste wat ik van je wil vragen is dat je het rustig aan doet met me nu zie ik in dat discipline en opvoeding heel belangrijk is.
[WhatsApp naam] 16-8-2021: Okei zie j Zo ben gwn in bed en die camera s aan
[WhatsApp naam] 19-8-2021: Babe is het goed als ik zo ga baden?"
[WhatsApp naam] 23-8-2021: Baby ik ben gaan liggen , ik heb de rest van de woonkamer gedaan met dyson Daarna gedweild die fornuis recht gezet heb die badkamer ook gedaan
[WhatsApp naam] 25-8-2021: Toen ik op de gang zat heb ik zitten na te denken en ik weet dat je niet trots op me bent. Het feit dat ik op de gang moest slapen heeft mij echt aan het denken gezet en dat wil ik niet meer
[WhatsApp naam] 31-8-2021:
Babe mag ik naar de wc?
[verdachte] : Was niet in de woonkamer
[WhatsApp naam] : Is goed.
[WhatsApp naam] 1-10-2021: Ik ga douche. Ik aa pap maken. Ik ga hem verschonen.
[WhatsApp naam] 3-10-2021: Ik ga pap voor hem maken.
[WhatsApp naam] 5-10-2021: Ik ga nu snel die vuil weggooien. Ik ga nu baden dan a ik die vuil we ooien
5-10-2021: [verdachte] : Bel me als je gaat. [WhatsApp naam] : Ja is goed.
[WhatsApp naam] 7-10-2021: Ik ga hem nu douche en klaarmaken. Ik ga die kleine verschonen hij heeft gepoept. Je kleren zijn klaar ik ga ze ophangen en je andere kleren in de was zetten
[WhatsApp naam] 8-10-2021: Ik ga pap maken
[WhatsApp naam] 12-10-2021: Hij heeft een krapje in zijn gezicht en een blauwe vlekje bij zijn wang.
[WhatsApp naam] 15-10-2021:
Ik ga tekenfilm voor hem zetten ja op tv.
[verdachte] : Ja doe maar.
[WhatsApp naam] : Oké want k ga weer op de gang.
Voice-memo
Op de telefoon kwam ik een voice-memo tegen met de volgende gegevens: 30-9-2021 13:27 uur. Hieronder heb ik het gesprek letterlijk uitgewerkt, waarbij "M" staat voor de mannelijke stem en "V" voor vrouwelijke stem.
M: Ik heb die camerabeelden nog niet gekeken! Ik ga het doen wanner ik rustig thuis zit.M: Elke focking schram moet je mij bellen. Dus het ontgaat jou om mij te bellen? Dat ontgaat je wel maar, maar omdat ik tegen jou heb gezegd dat wanneer je pap voor hem maakt mij te bellen, voor dat bel je mij wel. Ik ga extra camera's plaatsen om jou. Ik vertrouw jou niet. Ik ga een camera plaatsen... dan kan ik mijn zoon in de gaten houden. Elke scheet die jij laat, hoor ik.
Uit het onderzoek aan de telefoon van aangeefster is onder meer het volgende gebleken, zakelijk weergegeven:
Gebruiker: iPhone van [aangeefster] , [telefoonnummer] . Het viel mij op dat [aangeefster] veel berichten stuurde waarin zij schreef wat zij precies ging doen.
Zoekgeschiedenis internet
Op 18 september 2021 was er gezocht naar:
-creme voor brand
-creme voor brandwonden.
Op 21-09-2021 was er gezocht naar: wat te doen bij brandwonden.
Betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster
In onderhavige zaak hangt de vraag of een of meerdere feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen sterk af van de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster. Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van een verklaring is van belang hoe consistent, concreet en specifiek die verklaring is. De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
De verklaringen van aangeefster komen de rechtbank authentiek voor nu zij enerzijds zeer gedetailleerd zijn en anderzijds op hoofdlijnen gelijkluidend zijn gebleven. De rechtbank is van oordeel dat in hetgeen zich in het dossier bevindt geen aanleiding bestaat om aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster te twijfelen. De rechtbank zal hierna waar nodig per feit ingaan op waarom zij de verklaring van aangeefster concreet en specifiek acht.
De rechtbank overweegt daarbij dat zij geen waarde heeft gehecht aan de initiële verklaring van aangeefster bij het huisbezoek van verbalisanten op 16 oktober 2021. Aangeefster heeft op dat moment als verklaring gegeven voor al haar letsels dat zij een auto-ongeluk heeft gehad en dat zij een kop thee over zichzelf heen heeft laten vallen. Zij is tijdens haar verhoren op 17 oktober 2021 en 13 januari 2022 op deze verklaring teruggekomen. In deze verhoren heeft zij verklaard dat verdachte verantwoordelijk was voor al haar letsels. Deze verklaringen vinden steun in meerdere onafhankelijke en objectieve bewijsmiddelen, in tegenstelling tot de verklaring van 16 oktober 2021. Verder is in dit kader nog van belang dat aangeefster heeft verklaard bang te zijn geweest om naar de politie te gaan, uit angst dat verdachte haar wat zou aandoen. Dat aangeefster bij het huisbezoek van de politie op 16 oktober 2021, terwijl zij bovendien wist dat zij constant door verdachte op afstand in de gaten werd gehouden, ontlastend voor verdachte heeft verklaard en daarna daarop is teruggekomen is in dat licht goed verklaarbaar. Dat aangeefster in eerste instantie anders heeft verklaard doet daarom naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de betrouwbaarheid van haar verklaring.
De rechtbank dient vervolgens, nu zij de verklaring betrouwbaar heeft geoordeeld, te beoordelen of er voldoende steunbewijs aanwezig is voor het ten laste gelegde. Het door de Hoge Raad geformuleerde, in dit verband relevante, beoordelingskader luidt als volgt:
‘Volgens het tweede lid van artikel 342 Sv - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. De Hoge Raad kan daarom geen algemene regels geven over de toepassing van artikel 342, tweede lid, Sv, maar daaromtrent slechts tot op zekere hoogte duidelijkheid verschaffen door het beslissen van concrete gevallen. Opmerking verdient nog dat het bij de in cassatie aan te leggen toets of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid. Sv is voldaan, van belang kan zijn of de feitenrechter zijn oordeel dat dat het geval is, nader heeft gemotiveerd’.
De rechtbank zal hierna ingaan op de verschillende feiten en daarbij overwegingen hechten aan het steunbewijs, en de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster.
Feit 4: mishandelingen aangeefster
Verdachte wordt onder feit 4 verweten aangeefster te hebben mishandeld. Aangeefster heeft concreet, specifiek en consistent verklaard over de mishandelingen. De door haar gegeven details van de mishandelingen, bijvoorbeeld ten aanzien van de frequentie daarvan en de wijze waarop deze plaatsvonden, vinden steun in de geneeskundige letselverklaringen. Op de camerabeelden is bovendien te zien dat verdachte aangeefster mishandelt en verdachte heeft ook toegegeven de op de camerabeelden vastgelegde handelingen te hebben begaan. De rechtbank acht feit 4 wettig en overtuigend bewezen.
Verdachte wordt wel partieel vrijgesproken van de mishandeling van aangeefster voor zover hem daarin wordt verweten heet water over haar borst heen te gooien. Dit handelen zal namelijk onder feit 3 worden bewezen verklaard als zware mishandeling.
Feiten 3 en 5: zware mishandeling en dwang aangeefster
Verdachte wordt onder feit 3 verweten aangeefster zwaar te hebben mishandeld door heet water en vervolgens schoonmaakmiddelen over (delen van) haar lijf te gooien. Verdachte heeft dit ontkend en gesteld dat de brandwonden van aangeefster zijn ontstaan doordat zij hete thee over zichzelf heeft geknoeid. De rechtbank constateert dat verdachte dit scenario heeft voorgesteld nádat aangeefster dat eerder al deed op 16 oktober 2021 tegenover de verbalisanten die naar aanleiding van de melding van Veilig Thuis in de woning van verdachte en aangeefster waren. Als hiervoor overwogen hecht de rechtbank aan deze verklaring van aangeefster geen waarde. De verklaring van aangeefster van 17 oktober 2021 over het ontstaan van haar brandwonden in september 2021 is ook weer gedetailleerd. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat aangeefster dit incident heeft verzonnen. De rechtbank betrekt daarbij dat volgens aangeefster een belangrijke oorzaak van het incident was dat zij in de douche haar behoefte heeft gedaan omdat zij het niet langer kon ophouden en de door verdachte uitgeoefende dwang ook bestond uit het verplichten van aangeefster om te wachten met naar de wc gaan tot hij daarvoor toestemming gaf. Aangeefster heeft over dergelijke vormen van dwang die verdachte op haar uitoefende uitgebreid verklaard en die verklaringen vinden sterke ondersteuning in zowel de camerabeelden als de bevindingen uit het onderzoek naar de telefoons van verdachte en aangeefster. De rechtbank is daarom van oordeel dat voor de feiten 3 en 5 voldoende steunbewijs bestaat voor de verklaring van aangeefster. De rechtbank acht feiten 3 en 5 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot het onder feit 3 opgenomen letsel is de rechtbank van oordeel dat sprake is van zwaar lichamelijk letsel en daarom komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van feit 3 primair. De rechtbank overweegt daartoe dat sprake was van een forse brandwond op het borstgebied van aangeefster en dat de grote hypopigmentaties als gevolg van die wond zich op een goed zichtbare plek bevinden en zichtbaar zullen blijven. Er is dus geen uitzicht op volledig herstel.
Feiten 1 en 2: mishandelingen baby [slachtoffer]
Onder feiten 1 en 2 wordt verdachte – kort gezegd – verweten baby [slachtoffer] (zwaar) te hebben mishandeld. Uit de bewijsmiddelen, in het bijzonder de geneeskundige letselverklaringen, concludeert de rechtbank dat het letsel van baby [slachtoffer] aan hem moet zijn toegebracht door een ander dan door hemzelf. Er zijn geen aanwijzingen dat een ander dan verdachte of aangeefster het letsel heeft toegebracht. Over de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en verdachte over de oorzaak van het letsel van baby [slachtoffer] overweegt de rechtbank het volgende.
Aangeefster heeft verklaard dat zij heeft gezien dat verdachte baby [slachtoffer] meermaals heeft geslagen, waarbij baby [slachtoffer] eenmaal gebroken ribben heeft opgelopen. Verdachte heeft dit ontkend en geconcludeerd dat aangeefster voor het letsel van baby [slachtoffer] verantwoordelijk moet zijn geweest, nu niemand anders die zorg droeg over baby [slachtoffer] het letsel volgens hem redelijkerwijs kan hebben veroorzaakt. Verdachte heeft niet gezien dat aangeefster baby [slachtoffer] mishandelde en daarvoor ook verder geen aanknopingspunten geboden.
De rechtbank ziet in de uitgekeken camerabeelden ondersteuning voor de verklaring van aangeefster dat zij heeft gezien dat verdachte baby [slachtoffer] heeft geslagen. Uit de camerabeelden leidt de rechtbank namelijk af dat verdachte meermaals op ruwe, hardhandige wijze en met risico op fysiek letsel omging met baby [slachtoffer] . Op de beelden is ook te zien dat verdachte een dreigende beweging maakte tot slaan van baby [slachtoffer] , waarbij hij naar baby [slachtoffer] keek. Uit de camerabeelden blijkt niet dat ook aangeefster op een dergelijke wijze met baby [slachtoffer] omging. De politie relateert zelfs dat aangeefster zowel in de nachten als overdag baby [slachtoffer] verzorgde, voedde, met hem speelde en met hem knuffelde. Dat op de camerabeelden is gezien dat aangeefster baby [slachtoffer] eenmaal met één hand naar zich toetrok vanaf de bank, waarbij zij naast de bank op de grond zat, vormt voor de rechtbank geen aanwijzing voor het scenario dat aangeefster het letsel aan baby [slachtoffer] heeft toegebracht.
Het hiervoor overwogene over de wijze waarop verdachte en aangeefster omgingen met baby [slachtoffer] , in onderling verband en samenhang bezien met de constatering dat de verklaringen van aangeefster ten aanzien van zowel de (zware) mishandeling(en) van haarzelf als de op haar uitgeoefende dwang om hiervoor genoemde redenen betrouwbaar zijn, maken dat de rechtbank niet twijfelt aan de verklaringen van aangeefster over de mishandeling van baby [slachtoffer] door verdachte. Hierbij speelt ook nog een rol dat uit de deskundigenrapportages, die later in dit vonnis verder besproken zullen worden, volgt dat de emotie - en meer specifiek de agressie- en impulsregulatie– van verdachte al snel tekortschieten, wat kan leiden tot agressieve impulsdoorbraken.
De rechtbank acht het onder feit 1 primair ten laste gelegde op grond van de betrouwbare verklaringen van aangeefster, de camerabeelden en de geneeskundige letselinformatie, wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank acht het onder feit 1 opgenomen letsel zwaar lichamelijk letsel en overweegt daartoe dat sprake is van meerdere gebroken ribben bij een baby, waarvoor een ziekenhuisopname heeft plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat dit naar algemeen spraakgebruik kan worden gekwalificeerd als zwaar lichamelijk letsel.
De door aangeefster vermeldde toedracht van de gebroken ribben van baby [slachtoffer] , namelijk het slaan van baby [slachtoffer] door verdachte met beide vuisten, is naar het oordeel van de rechtbank niet strijdig met de geneeskundige letselverklaringen over dit letsel. De deskundige heeft een aantal mogelijke oorzaken genoemd die goed passen bij de aard van het ribletsel, zoals het met beide handen induwen van de borstkas. Deze mogelijke oorzaak vertoont overeenkomsten met de door aangeefster geschetste oorzaak. Dat de deskundige het slaan met twee vuisten niet specifiek heeft genoemd als mogelijke oorzaak van het letsel, betekent dan ook niet, mede gezien de vaststellingen die de deskundige wel heeft gedaan en de mogelijke oorzaken die wel zijn genoemd, dat de door aangeefster vermeldde toedracht is uitgesloten of onwaarschijnlijk is.
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat door de onder feit 2 primair ten laste gelegde handelingen verdachte opzettelijk baby [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft geprobeerd toe te brengen. Ook voor voorwaardelijk opzet op zwaar lichamelijk letsel ziet de rechtbank onvoldoende bewijs, nu zij van oordeel is dat door de handelingen geen aanmerkelijke kans in het leven is geroepen op zwaar lichamelijk letsel bij baby [slachtoffer] . Verdachte wordt derhalve vrijgesproken van feit 2 primair. De rechtbank acht het onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde wel wettig en overtuigend bewezen, op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen en het hiervoor onder ‘Mishandelingen baby [slachtoffer] ’ overwogene.
De rechtbank overweegt tot slot nog met betrekking tot het verweer van de verdediging dat meerdere professionals op verschillende momenten geen letsel of afwijkend gedrag bij baby [slachtoffer] hebben waargenomen dat dit niet maakt dat hij niet meermalen kan zijn mishandeld door verdachte.