In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, aangeduid als [eiseres], en een vennootschap onder firma, aangeduid als [gedaagde sub 1]. De consument had zich op 4 juli 2021 aangemeld voor een cursus en had hiervoor een bedrag van € 3.056,- betaald. Na enkele lessen heeft de consument op 3 november 2021 laten weten de cursus te willen beëindigen. De consument vorderde terugbetaling van het betaalde bedrag, stellende dat zij de overeenkomst binnen de bedenktijd had ontbonden.
De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst op afstand was en dat de consument recht had op een bedenktijd van 14 dagen. De rechter stelde vast dat de gedaagde partij niet voldoende informatie had verstrekt over het herroepingsrecht, waardoor de bedenktijd was verlengd tot maximaal 12 maanden. De kantonrechter vernietigde een bepaling in de algemene voorwaarden van de gedaagde partij die stelde dat ontbinding alleen per aangetekend schrijven kon plaatsvinden, omdat deze eis onredelijk bezwarend was. Hierdoor was de consument niet correct geïnformeerd over haar herroepingsrecht.
De rechter concludeerde dat de consument de overeenkomst tijdig had ontbonden en dat de gedaagde partij het volledige cursusgeld moest terugbetalen. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente over het terug te betalen bedrag. De uitspraak benadrukt de bescherming van consumentenrechten en de verplichtingen van bedrijven om consumenten adequaat te informeren over hun rechten.