4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 2 primair
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. De ten laste gelegde witgewassen bedragen zijn naar het oordeel van de rechtbank immers afkomstig uit eigen misdrijf, zoals blijkt uit de hiernavolgende bewezenverklaring van het onder 1 primair tenlastegelegde.
Bewijsmiddelen feit 1 en 2 subsidiair
[benadeelde 1]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Plaats delict: [plaats] , gemeente Hollands Kroon.
Op 23 maart 2018 kreeg ik een whatsapp van mijn zus. Zij zei dat ze een nieuw nummer had en vroeg of ik druk was. Ik had mijn zus nog wat gevraagd en kreeg daar ook antwoord op. Toen mijn zus vroeg of ik ook storing had bij de bank ben ik nog gaan kijken of dat klopte. Ik ben op de site van de ABN Bank gaan kijken en zag dat er storing was. Mijn zus zit bij de ABN. Mijn zus vroeg mij of ik voor 16:00 uur geld voor haar kon overmaken. Ik heb vervolgens 886,58 euro en 988,25 euro overgemaakt. Allebei de betalingen moesten naar het ING-nummer: [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 1] ten name van [naam] . Dit heb ik gedaan.
[benadeelde 2]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Plaats delict: [plaats]
Op 23 maart 2018 kreeg ik een berichtje via WhatsApp op mijn telefoon van mijn broer, [B] . Hij gaf aan van provider te zijn veranderd en een nieuw telefoonnummer te hebben. Zijn “nieuwe” telefoonnummer was [telefoonnummer] . Er stond ook een foto van mijn broer met zijn vrouw bij het WhatsApp-bericht. Hij probeerde mij nog te bellen via WhatsApp maar dat lukte niet. Toen vroeg hij of ik ook een storing bij de bank had. Hij probeerde steeds geld over te maken maar kreeg steeds een foutmelding. Ik gaf aan dat ik geen problemen had bij de bank en toen vroeg hij of ik het geld over wilde maken want die bedragen moesten die dag nog betaald zijn.
Onbewust had ik denk ik toch wel alarmbellen dus ik gaf nog wel aan dat ik voor de zekerheid de naam van zijn vrouw en kinderen wilde. Daar kreeg ik gewoon de juiste antwoorden op en er werd ook niet moeilijk over gedaan. En toen heb ik op een gegeven moment toch het geld overgemaakt. Ik heb twee keer een bedrag overgemaakt. Een bedrag van Euro 875,00 en Euro 980,00 op naam van [medeverdachte 1] met bankrekeningnummer [rekeningnummer] .
[benadeelde 3]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Plaats delict: [plaats] , gemeente Geldermalsen.
Op 26 maart 2018 kreeg ik een whatsapp bericht van een voor mij onbekend nummer. In dit bericht stond “hoi mark, dit is je zus”. Er werd aangegeven dat ze haar telefoon in de wasmachine had gehad en dat ze daarom nu een ander nummer had. Ik reageerde op 27 maart op de berichten. Er werd vervolgens gevraagd of ik ook storing bij de bank had. En of ik geld wilde overmaken, omdat ze voor 10 uur 2 rekeningen moest betalen. Ik vroeg om hoeveel het ging. Ze noemde vervolgens 2 bedragen een van 640,- euro en een van 750,- euro. Ik zei dat ik niet zo veel had. Er werd gevraagd om een over te maken. Dit heb ik vervolgens gedaan. Ik heb 654,84 overgemaakt op het volgende rekeningnummer [medeverdachte 1] [rekeningnummer] .
[benadeelde 4]en
[benadeelde 5]hebben aangifte gedaan. Zij hebben onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Plaats delict: [plaats] .
Op 27 maart 2018 kregen wij een WhatsApp-bericht binnen. Deze persoon deed zich voor als mijn ( [A] ) vader voor. Achteraf blijkt het dat dit niet mijn vader was. Deze persoon zei dat zijn andere telefoon in de wasmachine was beland en dat hij een nieuw nummer had. Wat wij opvallend vinden is dat de profielfoto overeenkomt met de profielfoto van mijn echte vader. Ook viel het mij op dat de persoon ook dezelfde manier van whatsappen had als mijn vader.
Vervolgens werd er aan mij ( [A] ) gevraagd of ik geld kon overmaken omdat de bank van deze persoon van wie ik dus dacht dat het mijn vader was storing had. Het eerste bedrag dat ik moest overmaken was € 743,84. Ik heb dit bedrag toen overgemaakt naar het volgende rekeningnummer: [medeverdachte 1] , [rekeningnummer] . Dit heb ik ook meteen gedaan. Er werd meteen gevraagd of ik ook een tweede rekening kon betalen. Dit was een bedrag van € 680,99. Dit heb ik ook meteen overgemaakt naar het volgende rekeningnummer: [medeverdachte 1] , [rekeningnummer] .
Na de tweede betaling kreeg ik meteen de vraag of ik nog een derde en laatste rekening kon betalen. Dit betrof een bedrag van 836,86. Dit bedrag heb ik ook meteen overgemaakt naar het volgende rekeningnummer: [medeverdachte 1] , [rekeningnummer] .
Mijn (Jeroen) bankrekeningnummer is: [rekeningnummer] . Vervolgens vroeg de man of ik ( [A] ) een bedrag van € 854,99 en € 728,99 kon overmaken aan [medeverdachte 4] , [rekeningnummer] . Deze bedragen heb ik (Jeroen) vervolgens overgemaakt. Deze betalingen zijn wel gelukt.
Verbalisant [verbalisant]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op 5 juli 2018 heb ik, verbalisant, een aanvraag vordering verstrekking historische financiële gegevens verstuurd naar de ING bank om via deze wijze de transacties van rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [medeverdachte 1] , inzichtelijk te krijgen in de periode van 22 maart tot en met 28 maart 2018.
23 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 1] van 886,85 euro en 988,25 euro van rekening [rekeningnummer] ten name van [benadeelde 1] .
23 maart 2018 opname van 1850,00 euro bij een geldautomaat van ING aan de Bussummerstraat te Hilversum om 16:06 uur.
23 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 1] van 875,25 euro en 980,75 euro van rekening [rekeningnummer] ten name van [benadeelde 2] .
23 maart 2018 overboeking van 1800,00 euro naar rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 2] .
27 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 1] van 654,84 euro van rekening [rekeningnummer] ten name van [benadeelde 3] .
27 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 1] van 680,99 euro en 743,84 euro van rekening [rekeningnummer] ten name van [benadeelde 4] .
27 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 1] van 836,86 euro van rekening [rekeningnummer] ten name van [benadeelde 4] / [benadeelde 5] .
27 maart 2018 opname van 350,- euro bij een ING automaat aan het Stationsplein te Hilversum om 20:04 uur.
28 maart 2018 overboeking van 1400,00 euro naar rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 2] .
28 maart 2018 opname van 250,00 euro bij een geldautomaat van de Rabobank Gooi en Vecht om 20:38 uur.
28 maart 2018 opname van 100,50 euro bij een geldautomaat van de MH Shop 2 te Hilversum om 20:33 uur.
28 maart 2018 overschrijving van 1400,- euro naar tegenrekening [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 2] .
Ik, verbalisant, heb op 5 juli 2018 een aanvraag vordering verstrekking historische financiële gegevens op het rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 2] verstuurd naar de ING bank om via deze wijze de bij- en afschrijvingen inzichtelijk te krijgen tussen 7 maart 2018 en 29 maart 2018.
8 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 2] van 1450,00 euro van tegenrekening [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 3] .
8 maart 2018 opname van 1000,00 bij een geldautomaat aan de Oosterengweg te Hilversum.
23 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 2] van 1800,00 van tegenrekening [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 1] .
23 maart 2018 opname van 100,00 euro, 500,00 euro en 400,00 euro bij een geldautomaat aan de Kapittelweg te Hilversum.
23 maart 2018 opname van 750,00 euro bij een geldautomaat aan de Oosterengweg te Hilversum.
28 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 2] van 1400,00 van tegenrekening [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 1] .
Op donderdag 24 januari 2019 heb ik, verbalisant, een aanvraag vordering verstrekking historische financiële gegevens op het rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 4] verstuurd naar de ING bank om via deze wijze de bij- en afschrijvingen inzichtelijk te krijgen tussen 21 maart 2018 en 4 april 2018.
Op 28 maart 2018 storting op de rekening van [medeverdachte 4] van 854,99 euro en 728,99 euro van tegenrekening [rekeningnummer] ten name van [benadeelde 5] .
[medeverdachte 2]is als verdachte gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Maar dan slaan we een stuk over, want wat is er dan gebeurd met jouw
rekeningnummer?
A: Nou [medeverdachte 3] , een goede vriend van een vriend van mij, vroeg aan mij of zijn salaris op mijn rekening gestort mocht worden. Hij had op dat moment namelijk geen bankpas en wilde zijn geld opnemen. Ik heb dat bedrag voor hem in drie keer gepind. Ik dacht dat het in totaal om ongeveer 2000,- euro ging.
V: Vond je het niet vreemd dat hij dat aan jou vroeg in plaats van een familielid?
A: Ik heb [verdachte] wel eens gevraagd waarom [medeverdachte 3] dat geld liet storten. [verdachte] gaf toen aan dat het inderdaad ook zijn salaris is maar ook dat hij geld had van een erfenis van zijn oma. Dus dat had hij nodig voor de inrichting van zijn huisje waar hij plannen voor had.
[medeverdachte 1]is als verdachte gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Ik heb de mutatie gelezen van de door jou gedane melding in april 2018, maar ik zou graag nogmaals van jou willen horen hoe het allemaal begonnen is dat jij geld op je rekening liet storten door een ander. Wanneer is het begonnen?
A: Toen ik bij [bedrijf] kwam werken. Daar werkte een oude vriend van mij. [medeverdachte 3] heet hij.
Op een gegeven moment was de vraag of het salaris van [medeverdachte 3] naar mij gestort mocht worden. Hij had namelijk geen pinpas meer. Ik zou daar ook geld voor krijgen. Op een gegeven moment kwam er geld op mijn rekening. Ik had het namelijk goedgekeurd en stuurde hem op zijn verzoek een foto van mijn bankpas. Op een gegeven moment kwam er geld op mijn rekening. Ik moest mijn dag limiet verhogen om het eraf te kunnen halen. Ik deed dat omdat hij het contant van mij terug wilde hebben. Later is hij het bij mij op komen halen. Ik deed dit bij de ING in Hilversum.[medeverdachte 3] kwam het geld met [medeverdachte 2] ophalen. De twee bedragen van 875,25 euro en 980,75 euro die op bovengenoemd document onder nummer twee (2) staan weggeschreven moest ik overmaken naar [medeverdachte 2] . Dat heb ik ook gedaan.
V: Op jouw papier staat bij nummer drie dat je op 27 maart weer geldbedrag van 654,84 kreeg. Had [medeverdachte 3] dit aangegeven?
A: Nee dat niet maar dat was voor hem geen verassing. Hij wist altijd hoeveel erop kwam. Van dit bedrag heb ik 4,84 naar mijn spaarrekening overgemaakt en een afgerond bedrag van 650,- euro gepind en aan [medeverdachte 3] gegeven. Ik sprak toen met hem af tegenover de Alloysius school. [medeverdachte 3] kwam toen met [verdachte] .
[medeverdachte 1]is als verdachte gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Ik heb de mutatie gelezen van de door jou gedane melding in april 2018, maar ik zou graag nogmaals van jou willen horen hoe het allemaal begonnen is dat jij geld op je rekening liet storten door een ander. Wanneer is het begonnen?
A: Toen ik bij [bedrijf] kwam werken. Daar werkte een oude vriend van mij. [medeverdachte 3] heet hij.
Op een gegeven moment was de vraag of het salaris van [medeverdachte 3] naar mij gestort mocht worden. Hij had namelijk geen pinpas meer. Ik zou daar ook geld voor krijgen. Op een gegeven moment kwam er geld op mijn rekening. Ik had het namelijk goedgekeurd en stuurde hem op zijn verzoek een foto van mijn bankpas. Op een gegeven moment kwam er geld op mijn rekening. Ik moest mijn dag limiet verhogen om het eraf te kunnen halen. Ik deed dat omdat hij het contant van mij terug wilde hebben. Later is hij het bij mij op komen halen. Ik deed dit bij de ING in Hilversum.[medeverdachte 3] kwam het geld met [medeverdachte 2] ophalen. De twee bedragen van 875,25 euro en 980,75 euro die op bovengenoemd document onder nummer twee (2) staan weggeschreven moest ik overmaken naar [medeverdachte 2] . Dat heb ik ook gedaan.
V: Op jouw papier staat bij nummer drie dat je op 27 maart weer geldbedrag van 654,84 kreeg. Had [medeverdachte 3] dit aangegeven?
A: Nee dat niet maar dat was voor hem geen verrassing. Hij wist altijd hoeveel erop kwam. Van dit bedrag heb ik 4,84 naar mijn spaarrekening overgemaakt en een afgerond bedrag van 650,- euro gepind en aan [medeverdachte 3] gegeven. Ik sprak toen met hem af tegenover de Alloysius school. [medeverdachte 3] kwam toen met [verdachte] .
[medeverdachte 4]is als verdachte gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik kreeg een Facebook-berichtje via de Messenger van een vriend. In dit bericht vroeg hij mij of ik wat geld voor hem wilde pinnen aangezien hij zijn pinpas kwijt was. Ik heb hem vervolgens mijn bankgegevens gegeven, en vroeg hem hoeveel het was wat ik moest gaan pinnen. Ik zag via internetbankieren dat er 1580 euro gestort was. Ik zei tegen die vriend dat ik het een hoog bedrag vond en dat ik dat niet ging pinnen, dat kon ik ook niet in een keer opnemen. Die vriend drong er nog wel op aan dat ik het moest opnemen. Omdat ik de boot afhield en pas na 17.00 uur geld kon pinnen vroeg ik hem om een rekeningnummer waar ik het naar over kon maken. Ik wilde dat geld niet meer op mijn rekening. Hierop gaf hij mij een ander rekeningnummer waar ik het bedrag naar over moest maken. Dit was rekeningnummer [C] , [rekeningnummer] .
V: Die vriend heet [verdachte] ?
A: Ja [verdachte] .