4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak: ten aanzien van feit 3
Voor een bewezenverklaring van het opzettelijk voorhanden hebben van de vuurwapens, aangetroffen in de woning aan de [straat] , is vereist dat verdachte (i.) wist van de aanwezigheid van de wapens en ook (ii.) dat deze wapens zich binnen zijn machtssfeer bevonden. Het is aan het Openbaar Ministerie om voldoende feiten en omstandigheden aan te dragen, op basis waarvan de rechtbank deze vaststelling kan doen. In onderhavige zaak is de rechtbank van oordeel dat verdachte wel wist van de aanwezigheid van de wapens, maar heeft zij niet de overtuiging gekregen dat verdachte in voldoende mate over deze wapens kon beschikken. Verdachte had immers geen zelfstandige toegang tot de woning aan de [straat] en het dossier biedt ook anderszins onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat verdachte over de wapens heeft kunnen beschikken. Anders dan de officier van justitie, acht de rechtbank de enkele aanwezigheid van verdachte bij de tweede pseudokoop op 22 mei 2022 daartoe onvoldoende redengevend, omdat niet vastgesteld kan worden dat verdachte op dat moment (wel) de beschikkingsmacht had over één of meer van de aangetroffen wapens. Verdachte zal daarom van feit 3 worden vrijgesproken.
Het bewijs voor de feiten 1 en 2
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Inleiding
In het onderzoek Koriander, een onderzoek uit Den Haag waarin Telegramgroepen werden gemonitord, werd in mei 2020 geconstateerd dat een gebruiker met de naam “ [Telegramaccount 2] ” vuurwapens te koop aanbiedt. Op 10 mei 2022 heeft er een pseudokoop plaatsgevonden. Van [Telegramaccount 2] wordt een Ingram Mac 11 machinepistool aangeschaft. Omdat die koop plaatsvindt in Utrecht, is in Utrecht vervolgens onderzoek 31Tijm22 gestart. Daarnaast is er nog een onderzoek Braam22 waar restinformatie is uitgekomen. Die restinformatie is aan Utrecht ter beschikking gesteld voor het onderzoek 31Tijm22.
Pseudokoop op 10 mei 2022
Op 9 mei 2022 plaatst verbalisant [verbalisant 1] in de openbare Telegramgroep, genaamd “ [Telegramgroep] ”, een afbeelding waar een hoeveelheid contant geld op te zien is. Bij de afbeelding plaatst de verbalisant de tekst “ [bericht] ”. Enkele minuten later wordt er een privégesprek met de verbalisant aangegaan door een Telegramgebruiker met de accountnaam “ [Telegramaccount 2] ”. Direct nadat het privégesprek wordt geopend, stuurt [Telegramaccount 2] diverse afbeeldingen en een kort videofragment naar de verbalisant, waar -onder andere- een automatisch machinepistool op te zien valt. De verbalisant benoemt het wapen als een “Mac 11” en maakt een afspraak met [Telegramaccount 2] om het vuurwapen met vier doosjes patronen te kopen voor een bedrag van 5.500,- euro.[Telegramaccount 2] stuurt aan de verbalisant dat “het item elders ligt” en dat hij “of zijn maat” de volgende dag kan afspreken.
Op 10 mei 2022 stuurt [Telegramaccount 2] aan de verbalisant dat “het item is opgehaald” en dat de verbalisant contact moet opnemen met het account “ [Telegramaccount 1] ”.De gebruiker van het Telegramaccount [Telegramaccount 1] geeft aan dat hij niet [Telegramaccount 2] is, maar dat hij “samen met hem werkt”. Ook geeft [Telegramaccount 1] aan dat de transactie van het vuurwapen om 20.00 uur zal plaatsvinden op het adres “ [straat] in [woonplaats] ”.Wanneer de verbalisant aangeeft dat hij liever niet naar de [straat] in [woonplaats] komt, stuurt [Telegramaccount 1] dat hij daar “met [Telegramaccount 2] is”. Uiteindelijk vindt de ontmoeting plaats in de buurt van de [straat] , te weten op het perceel van het Park Plaza Hotel in Utrecht.
Op 10 mei 2022 omstreeks 20.40 uur bevinden de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zich onder de brug bij het Park Plaza Hotel in Utrecht. Aldaar zien zij een voor hen onbekende man met een zwarte rugtas op zijn rug. Zij zien dat de onbekende man hen tegemoet loopt, bij hen achter in het voertuig stapt en de zwarte tas op de achterbank legt. De verbalisanten horen de man zeggen dat het automatische vuurwapen, inclusief 200 patronen, in de zwarte tas zit. Wanneer de verbalisanten in de tas kijken, zien zij het automatische vuurwapen, inclusief een langwerpig patroonmagazijn en een blauwe tas, gevuld met patronen. Zij constateren dat het vuurwapen overeenkomt met de door [Telegramaccount 2] en [Telegramaccount 1] aan hen gestuurde foto- en videoberichten.
Vervolgens horen de verbalisanten de onbekende man zeggen dat hij en [Telegramaccount 2] “eerlijke zaken doen”. Op de vraag van verbalisanten of de onbekende man [Telegramaccount 2] is, antwoordt de onbekende man dat hij niet [Telegramaccount 2] is, maar dat “hij zaken doet met [Telegramaccount 2] ” en ook dat “ [Telegramaccount 2] hier in de buurt is”.
Nadat de pseudokoop is afgerond, stapt de onbekende man uit het voertuig van de verbalisanten en loopt weg. Een observatieteam van de politie volgt de verkoper van het vuurwapen en neemt waar dat een tweede man zich bij de verkoper van het vuurwapen voegt. Gezamenlijk lopen zij weg in de richting van het Moskeeplein.Aan de hand van een door het tactisch team ter beschikking gestelde foto wordt de man die met de verkoper meeloopt, herkend als de medeverdachte [medeverdachte 1] . Aan de hand van een foto in de politiesystemen wordt de verkoper van het vuurwapen geïdentificeerd als [verdachte] , te weten verdachte.
Het vuurwapen dat op 10 mei 2022 door verbalisanten is aangeschaft, wordt onderworpen aan forensisch onderzoek. Uit het onderzoek volgt dat het wapen (goednummer: 2992582) een automatisch machinepistool (merk: Ingram; model: Mac 11; kaliber .380 ACP) betreft en een wapen betreft als bedoeld in categorie II sub 2 WWM.Verder is de blauwe tas gevuld met munitie (goednummer: 2992606) en volgt uit het forensisch onderzoek dat het gaat om 197 scherpe patronen van het kaliber .380 ACP (categorie III WWM).
Pseudokoop op 22 mei 2022
De verbalisanten krijgen de opdracht om andermaal contact te maken met [Telegramaccount 2] en opnieuw toe te werken naar een pseudokoop. In het contact met de verbalisanten stuurt [Telegramaccount 2] onder andere: “morgen kan ik niet, dan komt [Telegramaccount 1] weer”.Uiteindelijk maken de verbalisanten een afspraak met [Telegramaccount 2] om op 22 mei 2022 een tweetal vuurwapens (een “VZ” en een “Sten”) en twee doosjes munitie te kopen, voor een bedrag van 11.250,- euro.Wanneer de verbalisanten opnieuw op het perceel van Park Plaza staan te wachten, ontvangen zij een afbeelding van de achterzijde van hun voertuig met het bericht dat zij “niet alleen zijn” en dat daarom de transactie niet kan plaatsvinden. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij die afbeelding heeft gemaakt en naar [Telegramaccount 2] heeft gestuurd.
Identiteit van de gebruikers van de Telegramaccounts [Telegramaccount 2] en [Telegramaccount 1]
Verdachte heeft ten overstaan verbalisanten van de politie op 27 juli 2022 een verklaring afgelegd over zijn eigen rol in de verkoop van de Ingram Mac 11 en de identiteit van de gebruiker van de Telegramaccounts. In een over dit verhoor opgemaakt proces-verbaal valt te lezen dat verdachte erkent de verkoper van de Ingram Mac 11 te zijn, dat hij voor de verkoop een bedrag van 1.500,- euro heeft gekregen en ook dat hij de gebruiker is van het Telegramaccount [Telegramaccount 1] . Daarnaast heeft verdachte verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 1] de gebruiker is van het Telegramaccount [Telegramaccount 2] .Verdachte is op de terechtzitting bij deze verklaring gebleven.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank komt tot de conclusie dat zij op basis van de redengevende feiten en omstandigheden -die volgen uit de bewijsmiddelen zoals genoemd in de voetnoten- de overtuiging heeft gekregen dat verdachte de gebruiker is van het Telegramaccount [Telegramaccount 1] . Verdachte heeft dienaangaande ook een bekennende verklaring afgelegd. Daarmee is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 10 mei 2022 -samen met een ander, te weten met [Telegramaccount 2] - een automatisch machinepistool (een Ingram, model Mac 11) en ongeveer 200 stuks munitie heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank moet de vraag beantwoorden of verdachte (samen met een ander) -kort gezegd-
van het verhandelen van wapens een beroep en/of een gewoonte heeft gemaakt. De Hoge Raad verwijst bij de uitleg van ‘beroep’ naar de Memorie van Toelichting waaruit volgt dat het gaat om de wil om eenzelfde feit stelselmatig uit winstbejag, of om in het onderhoud te voorzien, te begaan. Daarvoor kan één daad voldoende zijn, mits deze wijst op het vaste voornemen hetzelfde feit nogmaals te begaan met het oog op financieel gewin
(ECLI:NL:HR:2007:BA5040). Het kenmerkende van de gewoonte ligt in de herhaling, waarbij de duur en de omvang meewegen. Uit de bevindingen omtrent de tweede (gepoogde) pseudokoop op 22 mei 2022 leidt de rechtbank af dat verdachte opnieuw samen met [Telegramaccount 2] heeft geprobeerd om vuurwapens te verkopen. Hieruit volgt dat verdachte samen met [Telegramaccount 2] het vaste voornemen had om nogmaals wapens te verkopen met het oog op financieel gewin. Gelet hierop komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte samen met [Telegramaccount 2] met de verkoop van de Ingram Mac11, een beroep heeft gemaakt van de handel in wapens (feit 2).
Uit het onderzoek Braam22 komen verschillende berichten/foto’s van [Telegramaccount 2] naar voren over andere wapens die hij aanbood. Anders dan de officier van justitie heeft betoogd, is onvoldoende vast komen te staan dat die wapens door [Telegramaccount 2] (samen met verdachte) daadwerkelijk zijn overgedragen. De bewezenverklaring voor wapenhandel ziet dan ook voor de overdracht enkel op de Ingram Mac 11. Dat verdachte van de handel in vuurwapens ook een gewoonte heeft gemaakt, is naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende gebleken, zodat verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.