ECLI:NL:RBMNE:2022:5302

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
13 december 2022
Zaaknummer
UTR 21/3003
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten na intrekking beroep tegen besluit UWV

In deze zaak heeft verzoeker bezwaar ingediend tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) van 9 november 2020. Na een besluit op bezwaar van 2 juli 2021, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard, is verzoeker in beroep gegaan bij de rechtbank. Op 15 juni 2022 heeft het UWV een nieuw besluit genomen, waarbij het eerdere besluit is gewijzigd. Verzoeker heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van zijn proceskosten. Het UWV heeft in een reactie op 16 augustus 2022 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld over het verzoek van verzoeker om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, omdat zij voldoende informatie had om het verzoek te beoordelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat, wanneer het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift tegemoet is gekomen, de rechtbank kan bepalen dat de proceskosten door de verweerder moeten worden vergoed, zoals vastgelegd in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft de proceskosten van verzoeker vastgesteld op € 3.112,69, inclusief kosten voor een verzekeringsgeneeskundig rapport en griffierecht. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op 28 september 2022.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/3003

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 september 2022 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

(gemachtigde: mr. R.J. Hoogeveen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft bezwaar ingediend tegens verweerders besluit van 9 november 2020. Verweerder heeft op 2 juli 2021 een besluit op dit bezwaar genomen en beslist dat het bezwaar ongegrond is. Verzoeker is hiertegen bij de rechtbank in beroep gegaan.
Op 15 juni 2022 heeft verweerder een nieuw besluit genomen waarin hij het besluit van
2 juli 2021 heeft gewijzigd. Verzoeker heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor zijn proceskosten. Verweerder heeft op gereageerd op dit verzoek. In zijn reactie van 16 augustus 2022 heeft verweerder meegedeeld dat hij er geen bezwaar tegen heeft om de proceskosten van verzoeker te vergoeden.

Overwegingen

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten. De rechtbank doet deze uitspraak zonder partijen voor een zitting uit te nodigen, omdat zij vindt dat zij voldoende informatie heeft om het verzoek te beoordelen.
2. Als het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift (dus aan verzoeker) tegemoet is gekomen, kan de rechtbank bepalen dat verweerder de proceskosten van de indiener van het beroepschrift moet betalen
.Dat staat in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3. Verweerder heeft gereageerd op het verzoek van verzoeker en heeft er geen bezwaar tegen om de proceskosten van verzoeker te betalen.
4. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoekster die verweerder moet betalen vast op € 1.028,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, met een waarde per punt van
€ 541,- en een wegingsfactor 1 en 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).
5. Verzoeker heeft tevens verzocht om vergoeding van het verzekeringsgeneeskundig rapport. Uit de factuur blijkt dat de deskundige in totaal 11 uur heeft besteed voor het verzekeringsgeneeskundig rapport. Op grond van het bepaalde in artikel 1, aanhef en onder b, en artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van het Bpb, in verbinding met artikel 8:36, tweede lid, van de Awb moet een veroordeling in de kosten van een deskundige worden vastgesteld met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken (Wtsz). Voor de kosten van het verzekeringsgeneeskundig rapport geldt dat op grond van artikel 3, eerste lid en onder a, van de Wtsz in artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken 2003 (het Besluit) een tarief van ten hoogste € 136,19 per uur is vastgesteld. Uit artikel 15 van het Besluit volgt dat genoemde tarieven verhoogd worden met de verschuldigde omzetbelasting. De rechtbank stelt de kosten derhalve vast op € 1.812,69 (11 x € 136,19, verhoogd met 21% BTW). De rechtbank stelt het totaal aan proceskosten vast op € 3.112,69.
6. Verweerder moet ook het griffierecht aan verzoeker betalen (artikel 8:41 Awb).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van € 3.112,69 aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
28 september 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.