ECLI:NL:RBMNE:2022:529
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van verweerder, het Centrum Indicatiestelling Zorg, behandeld. Het beroep betreft een besluit dat op 29 juli 2021 is genomen. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aangezien eiser het griffierecht niet heeft betaald.
De rechtbank legt uit dat het betalen van griffierecht een vereiste is voor het indienen van een beroep, zoals vermeld in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval bedraagt het griffierecht € 49,-. De rechtbank heeft eiser op 21 oktober 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze niet-betaling, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen door rechter R.J.A. Schaaf en is op 23 februari 2022 uitgesproken. De uitspraak zal openbaar worden gemaakt via rechtspraak.nl.