ECLI:NL:RBMNE:2022:5279

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
12 december 2022
Zaaknummer
10132389 UV XPL 22-214
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake verbod op gebruik van niet toegewezen parkeerplaats in wooncomplex

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 november 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding tussen de Stichting KleurrijkWonen en de gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De eisende partij, KleurrijkWonen, heeft een verbod gevorderd voor de gedaagden om hun voertuigen buiten de aan hen toegewezen parkeerplaats te parkeren. De gedaagden huren sinds 25 september 2019 een appartement in een complex en hebben ook een parkeerplaats toegewezen gekregen. Echter, zij hebben herhaaldelijk hun voertuigen op een andere parkeerplaats geparkeerd, wat in strijd is met het Huishoudelijk Reglement van de Vereniging van Eigenaars.

KleurrijkWonen heeft meerdere klachten ontvangen over dit ongeoorloofde gebruik en heeft de gedaagden verzocht om zich aan de afspraken te houden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden tekortschieten in de nakoming van hun huurovereenkomst, maar oordeelt dat deze tekortkoming niet zo ernstig is dat dit een voorwaardelijke ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt. De kantonrechter heeft daarom de primair gevorderde ontruiming afgewezen.

Wel heeft de kantonrechter het subsidiair gevorderde toegewezen, waarbij een dwangsom van € 500,- per dag is opgelegd voor het overtreden van het parkeerverbod, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan KleurrijkWonen, die zijn begroot op € 755,83. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10132389 UV EXPL 22-214 RvdH/1037
Kort geding verstekvonnis van 16 november 2022
inzake
de stichting
Stichting KleurrijkWonen,
gevestigd in Tiel,
verder ook te noemen KleurrijkWonen,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.M.A. Vermin,
tegen:

1.[gedaagde sub 1] ,

2.
[gedaagde sub 2],
beiden wonende in [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
  • de mondelinge behandeling op 2 november 2022,
  • de verstekverlening tegen de niet verschenen gedaagden.
1.2.
De kantonrechter heeft besloten dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar gaat het over?

2.1.
Sinds 25 september 2019 huren [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] van KleurrijkWonen de woning aan de [adres] in [plaats] . Het gehuurde is een appartement in het complex ‘ [complex] ’ en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] huren ook een parkeerplaats in dat complex.
2.2.
Op de huurovereenkomst zijn de Algemene huurvoorwaarden voor woonruimte van 5 februari 2019 van toepassing. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] moeten zich ook houden aan het Huishoudelijk Reglement van de Vereniging van Eigenaars ‘ [complex] ’.
2.3.
In het hiervoor genoemde huishoudelijk reglement is bepaald dat het niet is geoorloofd dat eigenaren of gebruikers hun voertuigen op een andere plaats zetten dan de plaats waarover zij krachtens het appartementsrecht beschikken, tenzij daarvoor uitdrukkelijk toestemming is verleend door de eigenaar of gebruiker van die bepaalde parkeerplaats.
2.4.
De parkeerplaats met nummer [nummeraanduiding 1] hoort bij het gehuurde. KleurrijkWonen heeft meerdere klachten ontvangen waaruit blijkt dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] (één van) hun voertuigen op de parkeerplaats met nummer [nummeraanduiding 2] zetten. KleurrijkWonen heeft [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] een aantal keren verzocht, zowel schriftelijk als mondeling, om alleen hun eigen parkeerplek op nummer [nummeraanduiding 1] te gebruiken. Volgens KleurrijkWonen hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] aan deze verzoeken onvoldoende gevolg gegeven.
2.5.
KleurrijkWonen vordert – kort gezegd – dat de kantonrechter [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] verbiedt om een voertuig buiten de parkeerplaats met nummer [nummeraanduiding 1] te parkeren of plaatsen. KleurrijkWonen wil dat aan overtreding van dat verbod primair als gevolg wordt verbonden dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] het gehuurde ontruimen. Subsidiair heeft KleurrijkWonen gevorderd dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] een dwangsom moeten betalen als zij het verbod overtreden. KleurrijkWonen vordert ook dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] haar proceskosten betalen.

3.De overwegingen van de kantonrechter

3.1.
De spoedeisendheid van de zaak is gegeven met de aard van de vordering.
3.2.
Voor toewijzing van de voorlopige voorziening zoals door KleurrijkWonen wordt gevorderd, moet het in hoge mate waarschijnlijk zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen.
3.3.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] regelmatig gebruik maken van een andere parkeerplaats dan die aan hen is toegewezen en dat is in strijd met het Huishoudelijk Reglement. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] schieten daarmee tekort in de nakoming van de huurovereenkomst met KleurrijkWonen. Deze tekortkoming is echter niet zo ernstig dat die een (voorwaardelijke) ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt. Daarom wijst de kantonrechter de primair gevorderde voorwaardelijke ontruiming van het gehuurde af.
3.4.
Nu geen verweer wordt gevoerd en de vordering de kantonrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, wordt het subsidiair gevorderde toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom wordt vastgesteld op € 500,- per dag of gedeelte daarvan, met een maximum van € 15.000,-.

4.De beslissing

De kantonrechter geeft de volgende onmiddellijke voorziening:
4.1.
verbiedt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] om enige auto of ander voertuig buiten de parkeerplaats nummer [nummeraanduiding 1] behorend bij de woning aan de [adres] in [plaats] , gemeente [gemeente] , te parkeren of plaatsen, op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] niet aan deze veroordeling voldoen, met een maximum van € 15.000,--,
4.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk, in die zin dat wanneer de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, tot betaling van de proceskosten aan de zijde van KleurrijkWonen, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 755,83, waarin begrepen € 489,- aan salaris gemachtigde;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A. van Steenbeek, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022.