Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de mondelinge behandeling op 2 november 2022,
- de verstekverlening tegen de niet verschenen gedaagden.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 november 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding tussen de Stichting KleurrijkWonen en de gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De eisende partij, KleurrijkWonen, heeft een verbod gevorderd voor de gedaagden om hun voertuigen buiten de aan hen toegewezen parkeerplaats te parkeren. De gedaagden huren sinds 25 september 2019 een appartement in een complex en hebben ook een parkeerplaats toegewezen gekregen. Echter, zij hebben herhaaldelijk hun voertuigen op een andere parkeerplaats geparkeerd, wat in strijd is met het Huishoudelijk Reglement van de Vereniging van Eigenaars.
KleurrijkWonen heeft meerdere klachten ontvangen over dit ongeoorloofde gebruik en heeft de gedaagden verzocht om zich aan de afspraken te houden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden tekortschieten in de nakoming van hun huurovereenkomst, maar oordeelt dat deze tekortkoming niet zo ernstig is dat dit een voorwaardelijke ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt. De kantonrechter heeft daarom de primair gevorderde ontruiming afgewezen.
Wel heeft de kantonrechter het subsidiair gevorderde toegewezen, waarbij een dwangsom van € 500,- per dag is opgelegd voor het overtreden van het parkeerverbod, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan KleurrijkWonen, die zijn begroot op € 755,83. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.