Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiser sub 2],
mr. [gedaagde sub 2],
kantoorhoudend te [vestigingsplaats] ,
1.De procedure
- de op 16 november 2022 betekende dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de op 25 november 2022 ingekomen producties van de zijde van [eisers c.s.] .;
- de mondelinge behandeling op 28 november 2022;
- de pleitnota van [eisers c.s.] .;
- de pleitnota van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] .
2.De feiten
B.V. houdt 50% van de gewone aandelen in het geplaatste kapitaal van [gedaagde sub 1] . De andere 50% van de gewone aandelen worden gehouden door [bedrijf 1] Deze laatste vennootschap houdt daarnaast 10 cumulatief preferente aandelen in [gedaagde sub 1] . Enig bestuurder en aandeelhouder van [bedrijf 1] is [A] ( [A] .
en [eiser sub 2] zijn broers van elkaar.
“De frequentie, inhoud en toon van de e-mails van [eiser sub 2] aan [B] overschrijden de grenzen van het betamelijke en hebben ertoe geleid dat [B] zich niet langer veilig voelt. [eiser sub 2] heeft [B] bovendien tegengewerkt door op of omstreeks 5 oktober 2019, zonder haar daarin te kennen, bij ING melding te maken van onder meer onjuistheden in de voorraadwaardering en te klagen over het beleid van [B] als bestuurder.”De OK heeft mr. [gedaagde sub 2] te [vestigingsplaats] aangewezen als bestuurder zoals bedoeld in de beschikking van 20 september 2019 en [B] als bestuurder ontheven. Daarnaast heeft zij [eiser sub 1] B.V. met onmiddellijke ingang geschorst als bestuurder van [gedaagde sub 1] en bepaald dat het [eiser sub 2] verboden is op het bedrijfsterrein van de onderneming aanwezig te zijn op straffe van een aan [gedaagde sub 1] te verbeuren dwangsom, indien en nadat hem schriftelijk de toegang is ontzegd door mr. [gedaagde sub 2] .
- [gedaagde sub 2] te ontslaan als tijdelijk bestuurder;
- [gedaagde sub 2] , dan wel de nieuwe tijdelijke bestuurder, te gebieden:
- [eiser sub 1] B.V. en [bedrijf 1] voor de duur van de procedure geen recht hebben op enige (management)vergoeding, tenzij de OK-bestuurder anders bepaalt;
- [eisers c.s.] . zich dienen te onthouden van handelingen die de verkoop en overdracht van de activa van [gedaagde sub 1] en/of haar dochtervennootschappen kunnen frustreren;
- [eisers c.s.] . moeten gehengen en gedogen dat zij zijn uitgesloten in het verkooptraject van de onderneming;
- [eisers c.s.] . zich dienen te onthouden van elke uitlating of gedraging die moet worden aangemerkt als bedreigend of lasterlijk jegens mr. [gedaagde sub 2] of door hem ingeschakelde hulppersonen;
- [eisers c.s.] . een dwangsom verbeuren bij overtreding.
“ [eisers c.s.] bemoeilijken het werk van de achtereenvolgende OK-bestuurders door een wantrouwende en verwijtende opstelling. Zij werpen problemen op zonder het bieden van oplossingen, zodat discussies over ondergeschikte zaken onnodig veel tijd en aandacht vergen. Dit geldt voor de kwestie van de transportvergunning, de aanspraak van [D] op het merk [merk] , de afgifte van taxatierapporten en de ondertekening en retournering van de NDA. [eisers c.s.] onderhouden eigenmachtig contacten met partijen die mogelijk in een overname zijn geïnteresseerd, terwijl de Ondernemingskamer uitdrukkelijk heeft bepaald dat de OK-bestuurder bij uitsluiting de regie voert over verkoop van de onderneming. Volgens [eiser sub 2] staat het hem en [D] vrij om gespreken te voeren met partijen die zijn geïnteresseerd in een overname van de onderneming, terwijl dit evident in strijd is met het belang van [gedaagde sub 1][ [gedaagde sub 1] , vzr]
dat – zoals ook met partijen is besproken en ten grondslag ligt aan de beschikkingen van de Ondernemingskamer – vergt dat de OK-bestuurder bij uitsluiting de regie voert over het verkooptraject. [eisers c.s.] vallen bij herhaling ING (al dan niet via [D] als “adviseur”) lastig met berichten waarvan ING niet gediend is, die kennelijk het vertrouwen van ING in de OK-bestuurder beogen aan te tasten en die de bereidheid van ING om [gedaagde sub 1] de tijd te gunnen die nodig is voor verkoop van de onderneming slechts kunnen ondergraven. Het is begrijpelijk dat [gedaagde sub 2] daaraan zwaar heeft getild omdat (a) ING te kennen heeft gegeven van dergelijke berichten verschoond te willen blijven, (b) [gedaagde sub 1] voor succesvolle verkoop van de onderneming afhankelijk is van bereidheid van ING om haar vordering niet onmiddellijk op de eisen, (c) [eiser sub 2] op 8 november 2019 aan de Ondernemingskamer had toegezegd zich daarvan te zullen onthouden, (d) [gedaagde sub 2] hem bij herhaling aan die toezegging heeft herinnerd en (e) de Ondernemingskamer in haar beschikking van 12 november 2019 al had geconstateerd dat [eiser sub 2] de toenmalige OK-bestuurder had tegengewerkt, onder meer door achter har rug bij ING te klagen over het beleid van die bestuurder. Illustratief voor de hardnekkigheid van die schadelijke opstelling acht de Ondernemingskamer dat, zoals ter zitting van 4 maart 2020 bleek, [D] zich daags voordien opnieuw tot ING had gewend”.
a. zich dienen te onthouden van alle handelingen die de verkoop en overdracht van de onderneming van [gedaagde sub 1] op de wijze die [gedaagde sub 2] en [C] in het vennootschappelijk belang van [gedaagde sub 1] achten kunnen frustreren of bemoeilijken;
b. moeten gehengen en gedogen dat zij zijn uitgesloten van deelname in het verkooptraject;
c. zich dienen te onthouden van besprekingen met en het verstrekken van informatie aan derden (anders dan hun advocaat) in verband met de verkoop van de onderneming van [gedaagde sub 1] ;
d. zich dienen te onthouden van elke uitlating of gedraging die kan worden aangemerkt als bedreigend of lasterlijk jegens [gedaagde sub 2] ;
en bepaald dat [eisers c.s.] , na betekening van de beschikking, dwangsommen ten gunste van [gedaagde sub 1] zal verbeuren van € 25.000 per overtreding van deze bevelen, tot een maximum van € 1.000.000.
- een door [eiser sub 2] aan [A] verstuurd WhatsApp-bericht van 12 april 2020;
- het bericht van [D] aan [E] , de door [gedaagde sub 2] ingeschakelde overnameadviseur, van 2 mei 2020;
- het bericht van [D] aan [gedaagde sub 2] van 4 mei 2020;
- de aankondiging van [eiser sub 2] van 9 mei 2020 om chemicaliën en asbestplaten op het terrein van [gedaagde sub 1] te deponeren;
- de ongemotiveerde tuchtklachten die [eisers c.s.] op 14 mei 2020 hebben ingediend tegen [gedaagde sub 2] en de door hem ingeschakelde adviseurs [B] en (betrokkenen bij) [naam] .
- het verbod van onderdeel a. van de beschikking van 10 maart 2020 ook geldt voor het in enige vorm contact hebben, direct of indirect, met enige bij (dochtermaatschappijen van) [gedaagde sub 1] of in het overnameproces betrokken partij, waaronder [A] , zolang de overname niet is geëffectueerd, behoudens contact met [gedaagde sub 2] via schriftelijke informatie-uitwisseling;
- het verbod van onderdeel d. zich mede uitstrekt tot het doen van bedreigende of lasterlijke uitlatingen jegens door [gedaagde sub 2] ingeschakelde adviseurs, hulppersonen en bieders in het overnameproces, waaronder [A] .
[eisers c.s.] . hebben een tegenverzoek ingediend en daarin de OK onder meer verzocht vast te stellen dat er geen dwangsommen zijn verbeurd.
a. dat [eiser sub 1] B.V. en [eiser sub 1] , al dan niet handelend via [eiser sub 1] Holding en/of [D] zich dienen te onthouden van ieder contact direct of indirect, met enige bij (dochtermaatschappijen van) [gedaagde sub 1] B.V. of in het overnameproces betrokken partij, waaronder [bedrijf 1] , zolang de overname niet is geëffectueerd, behoudens contact met [gedaagde sub 2] via schriftelijke informatie-uitwisseling;
b. dat [eiser sub 1] B.V. en [eiser sub 1] , al dan niet handelend via [eiser sub 1] Holding en/of [D] zich dienen te onthouden van elke uitlating of gedraging die kan worden aangemerkt als bedreigend of lasterlijk jegens door [gedaagde sub 2] ingeschakelde adviseurs en hulppersonen alsmede jegens bieders in het overnameproces, onder wie [bedrijf 1] en aan hem gelieerde vennootschappen;
c. dat zij, na betekening van deze beschikking, dwangsommen ten gunste van [gedaagde sub 1] B.V. verbeuren van € 25.000 per overtreding van de onder a. en b. genoemde geboden en tot een maximum van € 1.000.000 voor de dwangsommen die worden verbeurd wegens overtreding van de in de beschikking van 18 maart 2020 opgelegde geboden en de in deze beschikking onder a. en b. genoemde geboden;
d. dat het [eiser sub 1] B.V. en [eiser sub 1] , al dan niet handelend via [eiser sub 1] Holding B.V. en/of [D] , verboden is asbestplaten, chemicaliën of andere zaken die in het bezit zijn van [eiser sub 1] B.V. en [eiser sub 1] over te brengen naar het terrein van [gedaagde sub 1] B.V. en daar achter te laten, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming door [gedaagde sub 2] en bepaalt dat zij, na betekening van deze beschikking, een dwangsom ten gunste van [gedaagde sub 1] B.V. verbeuren van € 250.000 bij overtreding van dit bevel. De verzoeken van [eiser sub 1] B.V. en [eiser sub 1] heeft de OK afgewezen.
- verstaat dat uit het verslag van het onderzoek in deze zaak blijkt van wanbeleid van [gedaagde sub 1] in de periode vanaf 1 januari 2018 tot 20 september 2019;
- verstaat dat [eisers c.s.] . voor dit wanbeleid verantwoordelijk zijn;
- veroordeelt [eisers c.s.] . hoofdelijk tot betaling aan [gedaagde sub 1] van de onderzoekskosten van € 48.400,-;
- ontslaat [eiser sub 1] B.V. als bestuurder van [gedaagde sub 1] ;
- spreekt de ontbinding uit van [gedaagde sub 1] ;
- benoemt mr. [gedaagde sub 2] tot vereffenaar van [gedaagde sub 1] ;
- bepaalt dat tot een jaar nadat de vereffenaar van [gedaagde sub 1] rekening en verantwoording heeft afgelegd, de gewone aandelen in het kapitaal van [gedaagde sub 1] ten titel van beheer blijven overgedragen aan de tijdelijk beheerder;
- bepaalt dat [eisers c.s.] ., al dan niet handelend via [eiser sub 1] Holding B.V. en/of [D] , tot een jaar nadat de vereffenaar van [gedaagde sub 1] rekening en verantwoording heeft afgelegd, zal zijn verboden, direct of indirect, beledigende, smadelijke of lasterlijke uitlatingen te doen over of zich ongevraagd, anders dan door tussenkomst van een advocaat of ter gelegenheid van een aandeelhoudersvergadering, te wenden tot of contact op te nemen met een OK-functionaris, diens kantoor en/of medewerkers en/of door hem/hen ingeschakelde derden, een en ander op straffe van een dwangsom van € 25.000,- per overtreding met een maximum van € 1.000.000,-;
3.Het geschil
Subsidiair: tot openlegging van, althans inzage in de tot de volledige administratie van [gedaagde sub 1] behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers vanaf 19 november 2019, op zodanige wijze dat [eiser sub 1] hiervan kopieën kan maken, althans
Meer subsidiair: tot openlegging van, althans inzage in de financiële administratie van [gedaagde sub 1] vanaf 19 november 2019 tot heden ter vastlegging van de rechten en verplichtingen van [gedaagde sub 1] niet beperkt tot een financiële staat van baten en lasten, balans en winst- en verliesrekening van [gedaagde sub 1] , inclusief de daaraan ten grondslag liggende financiële overzichten en onderbouwingen, en wel op zodanige wijze dat [eiser sub 1] hiervan kopieën kan maken, althans
Uiterst subsidiair: tot openlegging van (dan wel inzage in) de financiële administratie van [gedaagde sub 1] en alle e-mails en brieven vanaf 19 november 2019 tot heden ter vastlegging van de rechten en verplichtingen van [eiser sub 2] en [eiser sub 1] , waaronder- doch niet uitsluitend - de rekening-courant verhouding en de management fee, en wel op zodanige wijze dat [eiser sub 1] hiervan kopieën kan maken.
Subsidiair: afschrift te verstrekken van, althans inzage in het volledige informatiememorandum en de koopovereenkomst met bijlagen die betrekking hebben op de verkoop van [bedrijf 2] aan [A] , althans
Meer subsidiair: afschrift te verstrekken van, althans inzage in de koopovereenkomst met bijlagen die betrekking hebben op de verkoop van [bedrijf 2] aan [A] .
4.De beoordeling
- de vorderingen waarover en geschillen waarin de OK reeds heeft beslist; en
- de rechtsverhouding tussen [eisers c.s.] . als bestuurder en aandeelhouder jegens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] als tijdelijk bestuurder.
bepaaldebescheiden, de partij die inzage of afschrift vordert, dient daarbij 2) rechtmatig belang te hebben en de bescheiden moeten betrekking hebben op 3) een rechtsverhouding waarbij eiser partij is.
1.016,00