Uitspraak
1.De procedure
- de e-mail van verzoekers van 23 oktober 2022 met daarin het wrakingsverzoek gericht tegen mr. A.M. Crouwel;
- de schriftelijke reactie van mr. Crouwel van 27 oktober 2022.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, hebben verzoekers een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.M. Crouwel, de behandelend rechter in hun civiele zaken. Het verzoek is gebaseerd op de stelling dat de rechter dwingend en agressief optrad tijdens de zitting van 19 oktober 2022, en dat er geen hoor en wederhoor zou zijn geweest. Verzoekers voerden aan dat de rechter beledigende opmerkingen had gemaakt over hun familieleden en dat de zittingsaantekeningen onjuist en onvolledig waren. De wrakingskamer heeft het verzoek op 22 november 2022 behandeld en geoordeeld dat verzoekers ontvankelijk zijn in hun wrakingsverzoek, omdat de uitspraak van de rechter op 19 oktober niet als een einduitspraak kan worden aangemerkt. De wrakingskamer heeft echter geconcludeerd dat er geen sprake is van persoonlijke vooringenomenheid van de rechter. De aantekeningen van de zitting werden als juist beschouwd en de wrakingskamer vond dat er wel degelijk sprake was van hoor en wederhoor. De opmerkingen van de rechter werden in de context van de zaak geplaatst en leidden niet tot de conclusie dat de rechter vooringenomen was. Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek ongegrond verklaard, en de procedures van verzoekers moeten worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden voor het wrakingsverzoek.