ECLI:NL:RBMNE:2022:5223

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 december 2022
Publicatiedatum
8 december 2022
Zaaknummer
16.090741.22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handel in harddrugs en softdrugs met vrijspraak van enkele feiten

Op 7 december 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van handel in harddrugs en softdrugs. De zaak kwam ter terechtzitting op 31 augustus en 23 november 2022. De officier van justitie, mr. B. Nitrauw, vorderde een gevangenisstraf van 18 maanden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M. Landsman, pleitte voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder de handel in cocaïne, XTC, heroïne en hennep, alsook het aanwezig hebben van een pistool en een nabootsing daarvan.

De rechtbank oordeelde dat de feiten 5 en 6 niet wettig en overtuigend bewezen konden worden, en sprak de verdachte daarvan vrij. Voor de feiten 1, 2, 3 en 4 oordeelde de rechtbank dat er voldoende bewijs was voor de handel in harddrugs en softdrugs, en dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van deze middelen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 15 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde de in beslag genomen drugs en een personenauto verbeurd. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte, en concludeerde dat een deels voorwaardelijke straf niet meer aan de orde was. De uitspraak benadrukt de schadelijke effecten van de handel in verdovende middelen voor de samenleving en de gezondheid van gebruikers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-090741-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 7 december 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd te P.I. [verblijfplaats] , locatie [locatie] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 31 augustus 2022 en 23 november 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B. Nitrauw en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M. Landsman, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: van 1 juli 2021 tot en met 20 mei 2022 te Amerongen samen met een of meer anderen heeft gehandeld in cocaïne, XTC en/of heroïne;
Feit 2: op 20 mei 2022 te Amerongen samen met een of meer anderen 2,06 gram cocaïne en 11,03 gram heroïne aanwezig heeft gehad;
Feit 3: van 1 juli 2021 tot en met 20 mei 2022 te Amerongen samen met een of meer anderen heeft gehandeld in hennep;
Feit 4: op 20 mei 2022 te Amerongen samen met een of meer anderen 201,5 gram hennep en/of 14,3 gram hasj en/of 7,07 gram 3-MMC aanwezig heeft gehad;
Feit 5: op 20 mei 2022 te Amerongen samen met een of meer anderen een pistool voorhanden heeft gehad;
Feit 6: op 20 mei 2022 te Amerongen samen met een of meer anderen een nabootsing van een pistool voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 (in vereniging, maar niet het handelen in heroïne), feit 2, feit 3 (in vereniging) en feit 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen op grond van de bewijsmiddelen zoals deze zich in het dossier bevinden. De officier van justitie acht het onder feit 5 en feit 6 tenlastegelegde niet wettig en overtuigend te bewijzen en vordert vrijspraak van deze feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 5 en 6 tenlastegelegde. De raadsman heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de onder feit 1 ten laste gelegde handel in harddrugs bewezen kan worden, maar voor een kortere periode dan ten laste is gelegd, namelijk vanaf 8 januari 2022 tot en met 20 mei 2022 en met uitzondering van de handel in heroïne. Het is in deze periode incidenteel voorgekomen dat verdachte harddrugs heeft geleverd. Een enkele maal daarvan heeft hij dat ook wel als vriendendienst voor een ander gedaan. In dat laatste geval is wel sprake van bewuste en nauwe samenwerking, maar er is nooit sprake geweest van een structurele samenwerking van verdachte met wie dan ook bij de handel in harddrugs. Voor feit 3 verzoekt de raadsman bij bewezenverklaring verdachte eveneens vrij te spreken van het onderdeel medeplegen, omdat verdachte alleen heeft gehandeld in softdrugs. Met betrekking tot feit 4 heeft de raadsman aangevoerd dat slechts 23,4 gram hennep in de woning van verdachte is aangetroffen en dat de hennep die in de woning van [medeverdachte 2] is aangetroffen niet aan verdachte kan worden toegerekend. De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van feit 2.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van de feiten 5 en 6
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie en de raadsman, niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 5 en feit 6 tenlastegelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
Bewezenverklaring van de feiten 1, 2, 3 en 4
Bewijsmiddelen [1]
Feit 1
-
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 november 2022 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb in de periode vanaf 8 januari 2022 tot aan mijn aanhouding op 20 mei 2022 meerdere keren cocaïne en XTC verkocht in Amerongen. Het telefoongesprek met [A] dat u mij voorhoudt van pagina 109 van het dossier, heb ik met hem gevoerd. Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] is van mij. Ik heb de chatgesprekken gevoerd die op pagina 506 van het dossier zijn weergegeven. Met ‘masseratis' werden XTC pillen bedoeld en ‘sos’ en ‘coke’ zijn benamingen voor cocaïne.
Mijn bijnaam is [bijnaam 1] .
-
Het proces-verbaal van bevindingen van 16 mei 2022, opgesteld door verbalisant [verbalisant 1] , voor zover inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 14 mei 2021
(de rechtbank begrijpt: 2022)was ik, verbalisant, belast met het uitluisteren van taplijn TA010. Ik hoorde dat om 22:59:33 uur een gesprek werd gevoerd tussen [telefoonnummer 2] , bij mij bekend als in gebruik bij [verdachte] , en [telefoonnummer 3] , in gebruik bij [A] . Gedurende het gesprek hoorde ik dat de onbekende manspersoon zichzelf voorstelde als [A] . [2]
Uitwerking TA010
NNM: Jo euhm heb jij sos?.......
[verdachte] : Wacht ff maat, wacht ff. Je belt op het verkeerde nummer!
NNM: Jo ik bel je met mn andere telefoon.
Vervolgens zag ik dat direct een nieuw gesprek gevoerd werd. Het gebelde nummer was [telefoonnummer 1] .
Uitwerking TA003 [3]
NNM: Als jij een grammetje hebt zou het tof zijn.
[verdachte] : Ja is geen probleem maat. [4]
-
De als bijlage 7 bij het proces-verbaal van bevindingen van 26 mei 2022, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] [5] , gevoegde chatberichten, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
From: [telefoonnummer 1] , 8-1-2022
lk heb gekke weer masseratis je vroeg me toch 500 of 1000 stuks? [6]
From: [telefoonnummer 4] , 9-1-2022:
Voor hoeveel
1000 stuks [7]
From: [telefoonnummer 1] , 9-1-2022
Wss ga ik 10000 stuks pakken
Dus dan wordt prijs mooi snapje [8]
From: [telefoonnummer 5] [B] , 2-4-2022
How much for 30 of coke?
From: [telefoonnummer 1] (owner), 2-4-2022
30gram?
From: [telefoonnummer 5] [B] , 2-4-2022
Yup
The purest type you have [9]
From: [telefoonnummer 1] (owner), 2-4-2022
1000 [10]
-
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 24 mei 2022, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 1] [11] :
A: ik bel of app hem altijd [bijnaam 2]
V:Waarom spreken jullie af?
A: Weed en cocaïne
V:Wat koop jij bij hem?
A: Hash, sos, weed en cocaine
V: Wie brengt het?
A: [bijnaam 2] en soms [bijnaam 1]
Feit 2
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 2 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 november 2022;
  • een proces verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van woning [verdachte] , opgesteld door [verbalisant 4] [12] ;
-
een proces verbaal van bevindingen, opgesteld door [verbalisant 4] (in het digitale dossier opgenomen onder aanvullend pv zoeking [verdachte] ’) [13] ;
-
een proces verbaal van bevindingen van doorzoeking van woning [medeverdachte 1] , opgesteld door [verbalisant 5] en [verbalisant 6] [14] ;
-
een proces verbaal van bevindingen van doorzoeking garagebox [medeverdachte 1] , opgesteld door [verbalisant 7] , [verbalisant 8] en [verbalisant 9] [15] ;
-
een proces verbaal onderzoek verdovende middelen, opgesteld door [verbalisant 10] en [verbalisant 11] [16] ;
-
een NFI rapport van 24 mei 2022, opgesteld door ing. F. Wallace [17] ;
-
een NFI rapport van 24 mei 2022, opgesteld door ing. F. Wallace [18] ;
-
een NFI rapport van 24 mei 2022, opgesteld door ing. F. Wallace [19] .
Feit 3
-
de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb in de periode van 1 juli 2021 tot en met 20 mei 2022 in Amerongen meermalen gehandeld in hennep
-
de verklaring van getuige [getuige 2] in een proces-verbaal verhoor van getuige van 24 mei 2022, opgesteld door [verbalisant 3] en [verbalisant 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [20]
V: Wat zegt het telefoonnummer [telefoonnummer 1] jou?
A: Ik kijk in mijn telefoon, [bijnaam 1] zie ik staan
V: Waarvoor heb jij contact met deze persoon?
A: Al sinds 2 jaar ik spreek met hem af.
V:Wat spreken jullie af?
A: Ik bestel weed bij hem al 2 jaar lang. Ik bel hem en vraag of hij heeft.
V: Voor wie bestel jij weed?
A: Voor mezelf
V: Wat betaal jij daarvoor?
A: 7 euro per gram betaal ik en soms 10 euro. Ligt aan hoe goed het is
Ik bestel vaak 5 of 10 gram.
V: Hoe vaak?
A: 10 gram is voor bijna 2 weken.
Feit 4
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 november 2022;
  • een proces verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van woning [verdachte] , opgesteld door [verbalisant 4] ; [21]
-
een proces-verbaal van bevindingen testen inbeslaggenomen verdovende middelen woning [verdachte] , opgesteld door [verbalisant 4] ; [22]
-
een proces verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van woning [medeverdachte 1] , opgesteld door [verbalisant 1] , met als bijlage een lijst van inbeslaggenomen goederen; [23]
-
een proces verbaal onderzoek verdovende middelen, opgesteld door [verbalisant 10] en [verbalisant 11] [24] ;
-
een NFI rapport van 22 juni 2022, opgesteld door ing. P.H. Walinga (in het digitale dossier opgenomen onder 'NFI rapport 3-MMC’). [25]
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het dealen in cocaïne en XTC en in softdrugs en aan het aanwezig hebben van cocaïne, heroïne en softdrugs.
Op enkele onderdelen van de onder feit 1 t/m 4 ten laste gelegde feiten zal de rechtbank verdachte vrijspreken, zoals hieronder weergegeven.
Voorts overweegt de rechtbank met betrekking tot de omvang en intensiteit van de handel in harddrugs door verdachte het navolgende.
Verdachte heeft verklaard dat hij slechts incidenteel een gebruikershoeveelheid cocaïne (een halve of een hele gram) of een gebruikershoeveelheid XTC-pillen (één of enkele pillen) heeft verkocht. De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig, gelet op de hiervoor aangehaalde chatgesprekken en gelet op het feit dat verdachte zijn verklaring pas in een laat stadium van de procedure heeft afgelegd, nadat hij kennis heeft kunnen nemen van het einddossier. De rechtbank concludeert op basis van de hiervoor aangehaalde chatberichten die, zoals door verdachte ook ter zitting is erkend, gaan over 30 gram cocaïne en 1000 XTC pillen, dat het dealen door verdachte niet beperkt is gebleven tot het incidenteel verkopen van gebruikershoeveelheden en dat verdachte zich ook met grootschalige handel heeft bezig gehouden. De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van verdachte dat de chatgesprekken geen betrekking hebben op een daadwerkelijke deal of op een deal die hij voornemens was te sluiten en dat zijn antwoorden aan de koper waren ingegeven door het feit dat hij de koper in contact wilde brengen met een (andere) dealer. Voor de juistheid van die stelling is noch in de inhoud van de gesprekken noch in de rest van het dossier enig aanknopingspunt te vinden. Blijkens de gesprekken wordt door verdachte in het geheel niet gerept over een andere verkoper; verdachte spreekt daarentegen in de eerste persoon enkelvoud (‘ik’ heb masseratis en ‘ik’ ga 10.000 stuks pakken) noemt direct een prijs als hem die gevraagd wordt.
Partiële vrijspraak – medeplegen, feit 1 t/m 4
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onderdeel medeplegen in feit 1 tot en met feit 4. Uit het dossier blijkt dat er veelvuldig contact is geweest tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] en andere personen die worden verdacht van de handel in drugs in Amerongen. Er zijn echter onvoldoende aanknopingspunten aanwezig om te concluderen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en een ander in de handel.
Partiële vrijspraak – gedeelte pleegperiode, feit 1
Op grond van de verklaring van verdachte ter zitting en de aangehaalde chatgesprekken gaat de rechtbank uit van 8 januari 2022 als begindatum van de dealperiode van harddrugs. De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het dealen in de periode die daarvoor is gelegen.
Partiële vrijspraak - dealen in heroïne en amfetamine, feit 1
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs is voor de handel in heroïne en amfetamine door verdachte in de bewezen verklaarde periode. Verdachte zal daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Partiële vrijspraak - hoeveelheid hennep en hasj, feit 4
De rechtbank is met de raadsman en de officier van justitie van oordeel dat de bij medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen hennep niet aan verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank acht bewezen dat verdachte de hoeveelheid hennep en hasj, die in het huis van verdachte en in de schuur van [medeverdachte 1] is aangetroffen, opzettelijk aanwezig heeft gehad. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze hennep aan hem toebehoorde. In de woning van verdachte is 20,5 gram hennep aangetroffen en in de kelderbox van [medeverdachte 1] is 24,6 gram hennep aangetroffen. Dit is in totaal 45,1 gram hennep.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
in de periode van 8 januari 2022 tot en met 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en een hoeveelheid een materiaal bevattende MDMA , zijnde cocaïne en MDMA telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
op 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, opzettelijk aanwezig heeft gehad 2,06 gram van een materiaal bevattende cocaïne en 11,03 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en heroïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
in de periode van 1 juli 2021 tot en met 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4
op 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, opzettelijk aanwezig heeft gehad 45,1 gram hennep en ongeveer 2,9 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) en ongeveer 7,07 gram van een materiaal bevattende 3-MMC, zijnde hennep en hasjiesj en 3-MMC telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 2: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 3: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 4: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht mee te wegen dat verdachte openheid van zaken heeft gegeven en zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. Verdachte wil zijn leven structureel veranderen. De verdediging heeft verzocht om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis op te leggen, en de voorlopige hechtenis op te heffen. Subsidiair heeft de verdediging verzocht om, voor zover nog een straf moet volgen bovenop de al ondergane voorlopige hechtenis, voorts nog een voorwaardelijke straf op te leggen en daaraan eventueel de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering te verbinden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan handelen in hard- en softdrugs en het aanwezig hebben van hard- en softdrugs. Uit het dossier trekt de rechtbank de conclusie dat de frequentie waarmee verdachte in softdrugs handelde als groot kan worden aangemerkt en dat verdachte zich ten aanzien van de handel in harddrugs niet heeft beperkt tot het incidenteel het verkopen van gebruikershoeveelheden, maar dat hij zich (zoals hiervoor bij de bewijsoverwegingen uiteen is gezet) ook met grootschaliger handel in harddrugs heeft bezig gehouden. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. De handel in verdovende middelen gaat bovendien gepaard met overlast in de samenleving en het gebruik van verdovende middelen genereert strafbare feiten. Verdachte heeft bijgedragen aan deze problemen door te voorzien in de vraag naar verdovende middelen.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 25 juli 2022, waaruit blijkt dat verdachte eerder voor soortgelijke misdrijven is veroordeeld. Verdachte is op 23 maart 2021 in [land] veroordeeld tot een geldboete en een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk voor drugs gerelateerde feiten.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het over verdachte opgemaakt reclasseringsadvies van 21 november 2022 van Reclassering Nederland.
De straf
Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Verdachte is naar het oordeel van de rechtbank hardleers en heeft zich door de eerdere veroordeling niet laten afschrikken. Verdachte heeft welbewust gekozen voor het doorgaan met de handel in drugs voor zijn eigen gewin. Een deels voorwaardelijke straf is daarom niet meer aan de orde. De rechtbank zal dan ook afwijken van het reclasseringsadvies.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen personenauto verbeurd verklaard wordt en dat de verdovende middelen worden onttrokken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen drugs onttrekken aan het verkeer, nu de feiten 2 en 4 met betrekking tot deze middelen zijn begaan en het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen personenauto, Alfa Romeo Zwart, verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp zijn de onder feit 1 en feit 3 bewezen verklaarde feiten begaan. De personenauto is gebruikt om drugs rond te brengen en is als zodanig ook herkend door afnemers van verdachte.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 3, 10, 11 en 13a van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 5 en feit 6 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
15 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 1 stk MDMA (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993582);
  • 1 stk Verdovende middelen (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993573 in bol zilverfolie);
  • 1 stk cocaïne (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993585);
  • 1 stk cocaïne (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993587 in ponypack)
  • 1 stk cocaïne (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993594 (in banana milk verpakking);
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993563 pand 1: brokje wiet, aangetroffen kamer [verdachte] op bureau);
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993567 pand A: brokje wiet, aangetroffen in kamer [verdachte] );
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993586 pand 1: bolletje wiet, aang. 1e etage kamer [verdachte] );
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993630 pand A: hennepresten in bigshopper);
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993654 pand A: henneptoppen aangetroffen 1e etage kamer [verdachte] );
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993658 pand A: henneptop slaapkamer [verdachte] );
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993664 pand A: in bigshopper in bed [verdachte] );
  • 1 stk Hashish (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993704 pand A: aangetroffen 1e etage kamer [verdachte] op bureau);
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993710 pand A: bigshopper bij bed);
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2993598 pand 1: aangetroffen kamer [verdachte] 1e etage op bureau).
verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
 Personenauto [kenteken] , (Omschrijving: PL0900-2022015308-G2810804, Zwart, merk: ALFA ROMEO, Met sleutels).
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Quak, voorzitter, mr. C.A.M. van Straalen en mr. N.M. Spelt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere en mr. M.E. Wolters, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 december 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
een hoeveelheid XTC, althans een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne zijnde cocaïne, MDMA, amfetamine en/of heroïne(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 2,06 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne en/of ongeveer 11,03 gram, in elk geval een hoeveelheid van
een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, althans een hoeveelheid hennep, zijnde hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
hij op of omstreeks 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 201,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, en/of ongeveer 14,3 gram, in elk geval een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj)
zijnde hennep en/of hasjiesj, en/of ongeveer 7,07 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3-MMC, zijnde 3-MMC, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5
hij op of omstreeks 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Zaraki, type 2918-T, kaliber 9mm P.A.K. (aanduiding op wapen betrof Sig Sauer, type P228, kaliber 9mm)
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
6
hij op of omstreeks 20 mei 2022 te Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was,
namelijk een nabootsing van een vuurwapen, te weten een pistool, dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen van het merk Beretta, model S.T.A.R.S. C.19, voorhanden heeft gehad;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 13 juli 2022, genummerd PL0900-2022015308, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 1031. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 109.
3.Pagina 110.
4.Pagina 111.
5.Pagina 506.
6.Pagina 604.
7.Pagina 607.
8.Pagina 610.
9.Pagina 590.
10.Pagina 591.
11.Pagina 311 t/m 314.
12.Pagina 209 t/m 212.
13.Pagina 1.
14.Pagina 359 t/m 360.
15.Pagina 426.
16.Pagina 347 t/m 352.
17.Pagina 353.
18.Pagina 355.
19.Pagina 356.
20.Pagina 327.
21.Pagina 209 t/m 212.
22.Pagina 357.
23.Pagina 241 t/m 243.
24.Pagina 347 t/m 352.
25.Pagina 2.