Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
hoofdzaakmet zaaknummer: C/16/514164 / HL ZA 20-363 van
[procesdeelnemer IV],
[procesdeelnemer VI],
vrijwaringszaakmet zaaknummer C/16/525086 / HL ZA 21-208 van
[procesdeelnemer IV],
[procesdeelnemer VI],
1.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaring
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling
- i) heeft gehandeld in strijd met het belang van de Failliet en haar crediteuren;
- ii) ongeoorloofd middelen aan de Failliet heeft onttrokken;
- iii) haar persoonlijke belang heeft laten prevaleren boven het belang van de Failliet en haar crediteuren;
- iv) niet te rechtvaardigen risico’s heeft genomen; en
- v) haar boekhoud- en deponeringsplicht heeft geschonden.
nimmer [is] gehouden om zorg te vergoeden wanneer de beschikbare contracteerruimte is overschreden’. Het Zorgkantoor heeft er bovendien op gewezen dat ook in artikel 4.2 onder b van de beleidsregels omtrent nacalculatie in 2013 van de NZa luidt: ‘
Bij de nacalculatie op de gerealiseerde productie is het totaalbedrag van de gehonoreerde productieafspraak de bovengrens. Dit betekent dat overproductie niet wordt vergoed.’ [3] Vast staat ook dat het Zorgkantoor de overproductie in 2013 niet heeft vergoed. Dit betekent dat de onderneming in 2013 dus geen winst van € 129.882,00 heeft gemaakt, maar een verlies van € 170.118,00 heeft geleden.
De vordering uit hoofde van bekostiging is in de balans opgenomen voor ad € 515.021. In de vordering is een overproductie ad € 300.682 opgenomen aan geleverde zorg boven het door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vastgestelde budget. Uit hoofde van de vigerende beleidsregels van de NZa is vergoeding van de overproducties niet verplicht. Het bestuur van [stichting 1] is in overleg met de NZa omtrent de vergoeding van de overproductie. Dit overleg is momenteel nog niet afgerond. Als gevolg daarvan hebben wij niet kunnen vaststellen of er eventueel correcties noodzakelijk waren met betrekking tot de volwaardigheid van de vordering uit hoofde van bekostiging in de opbrengsten AWBZ gerelateerde zorgverleningen over 2013.’ [4] De accountant heeft bij zijn controle om deze reden geen oordeel gegeven over de getrouwheid van de jaarrekening van de Stichting.
Per balansdatum heeft de stichting een negatief stichtingsvermogen van € 189.949 en bedraagt het werkkapitaal € 241.40 negatief. (…) Gedurende de herstelperiode is sprake van een precaire liquiditeitspositie. Hierdoor is sprake van onzekerheid over de continuïteit. De directie gaat er van uit dat gedurende de herstelperiode de benodigde medewerking van crediteuren, medewerkers en financiers kan worden verkregen en dat voorzetting van de bedrijfsactiviteiten niet onmogelijk is. In verband hiermee is de jaarrekening opgesteld op basis van continuïteit. (…)’ [5] Naar aanleiding van vragen van de Curator heeft de accountant per brief van 11 januari 2019 toegelicht dat ‘
de continuïteitsveronderstelling onder meer [is] gebaseerd op informatie van het management en een meerjarenbegroting.’ [6]
de goodwill die voor de Overname van de activiteiten werd betaald geen € 250.000 maar € 325.000 [bedraagt]’
.De Allonge is niet gedateerd, maar aangezien in de Allonge wordt verwezen naar een aangehechte specificatie van 7 mei 2015 meent de Curator dat de Allonge op of na deze datum is gesloten. [naam procesdeelnemers II t/m VI] heeft dit niet weersproken.
- er staat een te ontvangen bedrag op de rekening kruisposten ad € 154.362,-- Dit is wel een mooi groot bedrag maar voor [onderneming 1 (B.V.)] wel fors, wat betreft dit?’ [9] . In antwoord hierop schrijft [procesdeelnemer VI] in een e-mail:
‘dit betreft een dubbele storting van Achmea mbt herziening budget 2014; deze (…) wordt buiten de liquiditeitsprognose gehouden.’ Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [naam procesdeelnemers II t/m VI] wel degelijk wist dat het bedrag van € 154.262,00 onverschuldigd was betaald door het Zorgkantoor. [naam procesdeelnemers II t/m VI] heeft erkend dat zij dit bedrag – zonder medeweten en toestemming van de raad van commissarissen – voor andere doeleinden heeft gebruikt.
Buiten de gehele activa- passiva transactie vallen de volgende posten: (…)
Rekening couranten bij de ABN Amro € 149.664,11 (…)’
Indien na afloop van het kalenderjaar 2014 wordt vastgesteld dat Achmea[de rechtsvoorganger van het Zorgkantoor, rechtbank]
de zorgaanbieder meer voorschot heeft verstrekt dan past bij de werkelijke realisatie, dan zal het teveel betaalde voorschot worden verrekend met het nieuwe voorschotbedrag voor 2015. Indien dit niet mogelijk is, is de zorgaanbieder gehouden om op verzoek van Achmea binnen de door Achmea gestelde termijn het teveel ontvangen bedrag op een door Achmea aan te wijzen rekeningnummer terug storten. Tevens heeft Achmea het recht om dit bedrag te verrekenen met nog in te dienen declaraties.’ [11]
€ 563,00(1,0 punt x tarief € 563,00)
€ 7.998,00(2,0 punten × tarief € 3.999,00)
€ 7.998,00(2,0 punten × tarief € 3.999,00)
4.De beslissing
14 december 2022.