ECLI:NL:RBMNE:2022:5095

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 december 2022
Publicatiedatum
5 december 2022
Zaaknummer
548562 / HA RK 22-248
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verschoningsverzoek van rechter in verband met betrokkenheid bij gemachtigde

Op 5 december 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een verschoningsverzoek van mr. A.R. Creutzberg, die als rechter betrokken was bij een zaak waarin zij eerder als tuchtrechter had opgetreden. Het verzoek tot verschoning werd ingediend naar aanleiding van een situatie waarin de gemachtigde van de eiseres, mr. [B], betrokken was bij een eerdere beslissing van de Raad van Discipline. De verschoningskamer ontving het verzoek op 28 november 2022, voorafgaand aan een zitting in de hoofdzaak, waarin mr. [B] als financieel adviseur van de eiseres zou optreden. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. Agterberg, maakte bezwaar tegen de aanwezigheid van mr. [B] en verwees naar de schrapping van mr. [B] van het tableau door het Hof van Discipline. De rechter, mr. A.R. Creutzberg, voelde zich niet in staat om onpartijdig te oordelen in de hoofdzaak, gezien haar eerdere betrokkenheid bij de beslissing over mr. [B]. De verschoningskamer oordeelde dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat de schijn van partijdigheid bestond, en verklaarde het verzoek tot verschoning gegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
VERSCHONINGSKAMER
Zaaknummer/rekestnummer: 548562 / HA RK 22-248
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van verschoningszaken van 5 december 2022
op het verzoek in de zin van artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder Rv) van:
mr. A.R. Creutzberg,
rechter,
(verder te noemen verzoekster).

1.De procedure

1.1.
De verschoningskamer heeft op 28 november 2022 het verzoek tot verschoning ontvangen. Dit verzoek is ingediend in de zaak met het zaaknummer 9893428 UC EXPL 22-3474 met mevrouw [A] en [bedrijf 1] B.V. als eiseressen en [bedrijf 2] B.V. als gedaagde (hierna: de hoofdzaak). De gemachtigde van mevrouw [A] is mr. J.P. Sanchez Montoto. Er heeft geen mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.
1.2.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
Verzoekster heeft het volgende ten grondslag gelegd aan haar verschoningsverzoek. Op 22 november 2022 heeft de gemachtigde van mevrouw [A] de rechtbank bericht dat hij niet op zitting zal verschijnen en dat op verzoek van mevrouw [A] haar financieel adviseur mr. [B] aanwezig zal zijn. Namens gedaagde is door mr. Agterberg hiertegen bezwaar gemaakt, met verwijzing naar een beslissing van 23 april 2021 waarbij het Hof van Discipline mr. [B] van het tableau heeft geschrapt. Uit de e-mails van zondag 27 november 2022 is duidelijk geworden dat mr. [B] ook als de gemachtigde van mevrouw [A] ter zitting zou optreden. Verzoekster heeft dit kort voorafgaand aan de zitting, die op 28 november 2022 om 10:30 uur zou plaatsvinden, geconstateerd. Verzoekster dient te beslissen op het bezwaar van gedaagde, maar vindt het niet zuiver als zij daarop beslist en doet het verzoek zich te verschonen. Verzoekster is namelijk als tuchtrechter in de Raad van Discipline betrokken geweest bij een latere beslissing van 30 mei 2022 ten aanzien van mr. [B] over feiten van voor de schrapping van het tableau.

3.De beoordeling

3.1.
Artikel 40 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen een verzoek tot verschoning in kan dienen op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en
onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid
voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens
een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert, althans dat de vrees dat daarvan
sprake is objectief gerechtvaardigd is.
3.3.
Van de schijn van partijdigheid kan, geheel los van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn wanneer bepaalde feiten of omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in dat specifieke geval aan onpartijdigheid ontbreekt. In dat geval dient de rechter zich van een beslissing van de hoofdzaak te onthouden.
Rechtzoekenden moeten namelijk vertrouwen kunnen stellen in het rechterlijk apparaat.
Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn van
partijdigheid of vooringenomenheid.
3.4.
Uit het verzoek van verzoekster blijkt dat er sprake is van zodanige omstandigheden
dat zij zich niet meer voldoende vrij voelt om in de hoofdzaak op treden dan wel te beslissen. Verzoekster heeft namelijk als tuchtrechter in de Raad van Discipline in het hofressort Arnhem-Leeuwarden op 30 mei 2022 een beslissing genomen ten aanzien van mr. [B] , terwijl in de hoofdzaak discussie is ontstaan over de rol die mr. [B] in die zaak kan spelen, gelet op diens schrapping van het tableau. De verschoningskamer ziet hierin een genoegzame grond voor verschoning. Verzoekster heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de schijn kan bestaan dat het haar aan onpartijdigheid zal ontbreken. Het verzoek zal daarom gegrond worden verklaard.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
verklaart het verzoek tot verschoning gegrond;
4.2.
draagt de griffier van de verschoningskamer op deze beslissing te sturen aan verzoekster, de betrokken partijen in de hoofdzaak, alsmede aan de teamvoorzitter van verzoekster en de president van deze rechtbank.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, en mr. A. van Dijk en mr. C.S.K. Fung Fen Chung als leden van de verschoningskamer, bijgestaan door mr. J.J. Terpstra, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.