Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling
Spoedeisend belang
Stel dat ondanks de onder randnummer 5 genoemde bijzondere omstandigheden toch nog een huurkorting van 20% aan de orde is, dan betekent dit dat in ieder geval [eiser] een huurachterstand heeft van € 17.776,35 - € 3.555,27 (huurkorting) is € 14.221,08.”. Dit is ook het bedrag waarvoor verlof is verleend (exclusief het bedrag voor de boetes waar [gedaagde] stelt recht op te hebben). Door een huurkorting mee te nemen in het begroten van de vordering is het oordeel daarover van de voorzieningenrechter in het kort geding vonnis van 3 september 2021 in die zin niet meer van groot belang, met name omdat de hoogte van de huurkorting in die kort geding procedure niet is vastgesteld. Het niet (expliciet) noemen van de kort geding procedure van 3 september 2021 is in dit geval dan ook geen schending van de waarheidsplicht.
656,00