Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling
248,00(2 punten x tarief € 124,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres] B.V. [gedaagde] gedagvaard wegens huurachterstand en vorderingen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De procedure begon op 16 februari 2022, waarbij [gedaagde] meerdere keren uitstel heeft gevraagd om te reageren op de dagvaarding. Uiteindelijk is de kantonrechter op 10 augustus 2022 tot een uitspraak gekomen. De huurachterstand van [gedaagde] werd vastgesteld op € 847,99, maar de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand, hoewel aanwezig, niet ernstig genoeg was om ontbinding te rechtvaardigen, vooral gezien het feit dat [gedaagde] al 17 jaar in de woning huurt en er geen andere aanmerkingen op haar huurderschap waren. Daarnaast werd de vordering tot betaling van toekomstige huurtermijnen afgewezen, omdat de huurovereenkomst niet werd ontbonden. De kantonrechter heeft wel de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen aan [eiseres]. [gedaagde] werd veroordeeld tot betaling van in totaal € 1.141,28 aan [eiseres], inclusief proceskosten van € 740,43.