[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, bij wijze van voorlopige voorziening en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt om:
I. A. Primair: tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen het (volledige) achterstallige salaris over de maanden september, oktober, november en december 2021, te vermeerderen met de vakantietoeslag en andere emolumenten, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en wettelijke rente vanaf 24 september 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
B. Subsidiair: tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen 70% van het achterstallige salaris over de maanden september en oktober 2021 (concreet de dagen 25 september 2021 tot en met 7 oktober 2021 en 19 oktober 2021 tot en met 24 oktober 2021) en te vermeerderen met de vakantietoeslag en andere emolumenten, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%, tevens de wettelijke verhoging over de dagen 24 september 2021, 8 tot en met 18 oktober 2021 en 25 oktober 2021 tot en met eind november 2021, en de wettelijke rente vanaf 25 september 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
II. A. Primair: binnen veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis volledige en deugdelijke bruto-netto salarisspecificaties over de maanden september, oktober, november en december 2021 over te leggen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag dat hij hiermee in gebreke blijft;
B. Subsidiair: binnen veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis volledige en deugdelijke bruto-netto salarisspecificaties over de maanden september en oktober 2021 over te leggen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag dat hij hiermee in gebreke blijft;
III. A. Primair: € 687,20 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 november 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
B. Subsidiair: € 567,88 (exclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 november 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
IV. in de proceskosten en de nakosten.