11.BESLISSING
- verklaart het tenlastegelegde onder feit 1 en feit 2 bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 180 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 90 dagen hechtenis;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 1 maand;
- bepaalt dat de gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 1 (één) jaar vast;
- als algemene voorwaarde geldt dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- verklaart [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [huurder 1]
- verklaart [huurder 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
- verklaart [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 3]
- verklaart [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 4]
- verklaart [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Schnitzler, voorzitter, mrs. S.M. Schothorst en J.O. Zuurmond, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.T. van den Dool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 februari 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in de periode van 24 september 2018 tot en met 7 oktober 2018 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een grote hoeveelheid interieurartikelen (waaronder onder meer kussens en/of lampen en/of kerstartikelen en/of vazen) en/of
- drie (Hedler)lampen en/of
- een groot aantal poppen (zijnde personages uit computerspellen met een totale waarde van €25,863,00)
, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door gebruik te maken van de (persoonlijke) toegangscode voor het toegangshek (op naam van [A] en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
2
hij in de periode van 27 augustus 2018 tot en met 16 oktober 2018 te Nieuwegein tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- meerdere elektrische gitaren en/of een beamer en/of een afstandsbestuurbare auto en/of fietsendrager en/of een gitaarversterker en/of een (gitaar) speakerkast en/of een gitaar en/of
- een grote hoeveelheid lego (ter waarde van ongeveer €23.000) en/of een zonnebank en/of
- vier velgen met band (mer Volvo) en/of (eikenhouten) schildersezel en/of
, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan
- [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 2] en/of
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )