ECLI:NL:RBMNE:2022:4999
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen voorschotbeschikkingen NOW niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan belanghebbendheid
In deze zaak heeft eiser op 23 september 2021 bezwaar gemaakt tegen voorschotbeschikkingen op grond van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) die zijn ex-werkgever, [bedrijf] B.V., heeft ontvangen. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) heeft het bezwaar van eiser op 19 november 2021 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen belanghebbende zou zijn bij de beschikkingen. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend.
De rechtbank heeft op 23 november 2022 het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser heeft aangevoerd dat hij als derde direct belanghebbende is bij de NOW-beschikkingen, omdat hij geen salaris meer ontvangt sinds de beëindiging van zijn dienstverband en de ex-werkgever NOW-subsidie heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk en rechtstreeks belang heeft bij de NOW-voorschotbeschikkingen van zijn ex-werkgever.
De rechtbank concludeert dat verweerder het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser heeft niet aangetoond dat de NOW-beschikkingen relevant zijn voor zijn civiele procedure tegen zijn ex-werkgever. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het afzien van het horen van eiser in bezwaar gerechtvaardigd was, gezien de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het bezwaar. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, en is openbaar uitgesproken op 23 november 2022.