Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 18
- de mondelinge behandeling op 16 november 2022
- de pleitnota van [eiser sub 1] c.s.
- de pleitnota van de Gemeente.
2.Waar gaat dit kort geding over?
met de eigenaar van het buurperceel (kadastraal bekend [letter] [nummeraanduiding 3] ) heeft afgerond, doch uiterlijk op 1 september 2023. (…). Indien het juridische geschil niet voor 1 september 2023 is afgerond, wordt de onderhavige koopovereenkomst ten aanzien van Perceel [..](voorzieningenrechter: het Perceel)
ontbonden.” (artikel 2.14.).
Volgens [eiser sub 1] c.s. is hij door de Gemeente niet in de gelegenheid gesteld om onder dezelfde voorwaarden als [onderneming] het Perceel te verwerven. Bovendien is hem niet voldoende ruimte geboden om mee te dingen bij de verwerving van het Perceel. Daarmee handelt de Gemeente in strijd met artikel 3:14 van het Burgerlijk Wetboek (BW), het gelijkheidsbeginsel en de in het Didam-arrest (HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778) geformuleerde criteria. [eiser sub 1] c.s. vordert samengevat - een verbod om uitvoering te geven aan de met [onderneming] gesloten koopovereenkomst voor wat betreft het Perceel en hem in de gelegenheid te stellen mee te dingen bij de verkoop van het Perceel.
3.Wat oordeelt de voorzieningenrechter?
Spoedeisend belang3.2. Voor toewijzing van een vordering in kort geding is een spoedeisend belang vereist. Hiervan is sprake indien, gelet op de belangen van partijen, een onverwijlde voorziening geboden is en de afloop van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht. [eiser sub 1] c.s. stelt hiertoe dat de Gemeente te kennen heeft gegeven uitvoering te geven aan de koopovereenkomst door over te gaan tot levering van het Perceel, zoals is gepubliceerd op de website van de Gemeente. In die publicatie worden partijen die het met dit voornemen niet eens zijn erop gewezen dat zij een kort geding aanhangig moeten maken. De Gemeente heeft het door [eiser sub 1] c.s. gestelde spoedeisend belang niet weersproken.
Als de koop niet doorgaat ben ik bereid om het perceel te kopen” (e-mail van 12 september 2018). Ruim een jaar later deelde de Gemeente aan [eiser sub 1] c.s. mee dat zij een reserveringsovereenkomst heeft gesloten met [kinderdagverblijf] ( [onderneming] ) met betrekking tot de Percelen voor de uitbreiding van het bestaande kinderdagverblijf (e-mail van 11 december 2019). Hierop is door [eiser sub 1] c.s. niet meer gereageerd. Weer bijna een jaar later informeerde de Gemeente [eiser sub 1] c.s. over het feit dat zij binnenkort overgaat tot verkoop en levering van de Percelen (e-mail 3 november 2020).
1.016,00