ECLI:NL:RBMNE:2022:4934

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 november 2022
Publicatiedatum
25 november 2022
Zaaknummer
16.101058.22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht, stalking en bezit van kinderporno met vrijspraak voor verkrachting en aanranding

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 25 november 2022, werd de verdachte beschuldigd van verschillende seksuele delicten, waaronder verkrachting, ontucht, aanranding, verleiding en stalking van drie minderjarige aangeefsters. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, mede op basis van deskundigenadviezen, veroordeeld werd tot TBS met voorwaarden en een gevangenisstraf van twee jaar, met aftrek van voorarrest. De rechtbank legde ook gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelen op, zoals bedoeld in de artikelen 38z en 38v van het Wetboek van Strafrecht.

De verdachte werd vrijgesproken van de verkrachting en aanranding van de eerste aangeefster, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij op de hoogte was van haar verzet tegen de seksuele handelingen. Wel werd hij veroordeeld voor ontucht en verleiding, gezien het leeftijdsverschil en de kwetsbare positie van de aangeefster, die toen vijftien jaar oud was. Ten aanzien van de tweede aangeefster werd de verdachte van alle beschuldigingen vrijgesproken, omdat haar verklaring niet voldoende steun vond in ander bewijs. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijsminimum was bereikt voor de tenlastegelegde feiten.

De derde aangeefster leidde tot een veroordeling voor stalking en ontucht. Daarnaast werd de verdachte ook veroordeeld voor het bezit van kinderporno en dierenporno. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij, de eerste aangeefster, niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van de ten laste gelegde feiten werd vrijgesproken. De zaak werd behandeld in het kader van de rechtsbescherming van minderjarigen en de bescherming van hun seksuele integriteit.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.101058.22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 november 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1996] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats]
thans uit andere hoofde verblijvende: [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 juni 2022, 9 september 2022 en 11 november 2022. Op die laatste datum is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Dam en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. D.C. Dorrestein, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen hetgeen namens de benadeelde partij [aangeefster 1] , vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.Y. Bleeker, naar voren is gebracht.
Op 11 november 2022 is deze zaak, met instemming van de raadsman en verdachte, gelijktijdig behandeld met de zaken tegen verdachte onder de parketnummers 16.056572.22, 16.126195.21 en 16.221269.22. Verdachte was ten tijde van het plegen van die feiten meerderjarig. Omdat verdachte ten tijde van het plegen van de feiten onder dit parketnummer (16.101058.22) nog minderjarig was, wordt ten aanzien van deze feiten apart vonnis gewezen.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
onder 1, primair
als minderjarige:in de periode van 3 juli 2013 tot en met 26 mei 2014 te [woonplaats] en/of [woonplaats] [aangeefster 1] heeft verkracht;
subsidiair
als minderjarige:in de periode van 3 juli 2013 tot en met 26 mei 2014 te [woonplaats] en/of [woonplaats] met [aangeefster 1] , die toen de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaar had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam;
onder 2, primair
als minderjarige: in de periode van 3 juli 2013 tot en met 26 mei 2014 te [woonplaats] en/of [woonplaats] [aangeefster 1] heeft aangerand;
subsidiair:
als minderjarige:in de periode van 3 juli 2013 tot en met 26 mei 2014 te [woonplaats] en/of [woonplaats] [aangeefster 1] , van wie hij wist dat zij nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, door middel van misbruik van uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht deze feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit. Ten aanzien van de in de tenlastelegging genoemde ‘andere feitelijkheden’ merkt de verdediging op dat deze niet van die orde waren dat verdachte [aangeefster 1] dusdanig onder druk heeft gezet en in een situatie heeft gebracht dat zij geen weerstand kon bieden tegen de seksuele handelingen die zij met of op verzoek van verdachte verrichtte.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een vrijspraak ten aanzien van zowel het onder 1, primair en subsidiair als het onder 2, primair en subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Bewijs in zedenzaken
De beoordeling van het bewijs in zedenzaken laat zich doorgaans kenmerken door de aanwezigheid van slechts twee personen bij de ten laste gelegde seksuele handelingen; het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Bij een ontkennende verdachte brengt dit vaak met zich mee dat slechts de verklaring van het vermeende slachtoffer als wettig bewijsmiddel voorhanden is.
Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is de enkele verklaring van één getuige (waaronder het slachtoffer) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Deze bepaling heeft als doel de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing te waarborgen, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
De Hoge Raad heeft beslist dat deze bewijsminimumregel slechts geldt voor de gehele tenlastelegging. Onderdelen daar van mogen wel slechts op één enkele getuigenverklaring berusten. Dat geldt ook voor de diverse ten laste gelegde gedragingen. In een zedenzaak is dus in principe voor het bewijs van de seksuele handelingen één getuigenverklaring genoeg
mitsdeze op bepaalde punten wordt bevestigd door andere bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen moeten afkomstig zijn uit een andere bron.
Schakelbewijs
Een bijzondere vorm van steunbewijs vormt het schakelbewijs. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad (onder meer HR 11 januari 2000, NJ 2000, 194) volgt dat onder omstandigheden het gebruik van aan andere, soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als steunbewijs is toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal voor die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte.
Dwang
Gelet op het vorengaande stelt de rechtbank vast hier alleen de verklaring van [aangeefster 1] als wettig bewijsmiddel voorhanden is voor - kort gezegd - het dwingen door verdachte van seksuele handelingen (feit 1 primair en feit 2 primair). Verdachte betwist immers niet dat sprake was van een relatie, dat zij seks hadden en dat er seksueel getinte foto’s en filmpjes werden uitgewisseld, maar wel dat dit tegen de zin van [aangeefster 1] en/of onder dwang gebeurde.
Daarbij verklaarde [aangeefster 1] dat hetgeen zij naar verdachte stuurde in zekere zin ook vrijwillig was.
Zoals hiervoor door de rechtbank al is uiteengezet is de enkele verklaring van [aangeefster 1] onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Ander bewijs uit een andere bron dan [aangeefster 1] dat als steunbewijs voor de aangiftes kan dienen, is niet voorhanden.
Dat er sprake was van dwang kan ook niet met behulp van zogeheten schakelbewijs worden bewezen. Bij schakelbewijs gaat het om bewijsmateriaal voor andere feiten, dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit/de te bewijzen feiten en dat duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat dit schakelbewijs niet kan worden gevonden in de verklaringen van de andere aangeefsters, [aangeefster 2] en [aangeefster 3] . Deze aangeefsters leggen vrij specifieke verklaringen af over de handelwijze van verdachte: Verdachte wist blijkens hun verklaringen hen steeds weer zo ver te krijgen dat zij aan hem toegaven wat zij eigenlijk niet wilden door het constante en aanhoudende doorvragen en doorzeuren van verdachte. Als aangeefsters zeiden iets niet te willen, stopte verdachte echter en probeerde hen vervolgens weer op andere gedachten te brengen. Dit gedrag van verdachte loopt als een rode draad door zowel de verklaring van [aangeefster 2] als de verklaring van [aangeefster 3] . Dat verdachte gewelddadig zou zijn, wordt in deze aangiftes niet benoemd.
In de verklaring van [aangeefster 1] is daarentegen wel sprake van veel geweld, ruzies en afgedwongen handelingen, waaronder verkrachting en ontstaat een beeld van verdachte als een gewelddadig persoon.
De rechtbank constateert dan ook dat er tussen de verklaringen van [aangeefster 2] en [aangeefster 3] enerzijds en de verklaring van [aangeefster 1] anderzijds geen sprake is van verklaringen die op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertonen. Op basis van hun verklaringen kan dan ook geen gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte ten opzichte van [aangeefster 1] worden afgeleid.
Nu niet wordt voldaan aan het bewijsminimum, zal verdachte ten aanzien van deze feiten worden vrijgesproken.
Ontuchtige handelingen
De wetgever heeft met artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht bedoeld de seksuele integriteit van personen beneden de leeftijd van zestien jaar te beschermen, omdat zij zelf de draagwijdte van hun handelen nog niet kunnen overzien. Het ontuchtig karakter kan echter ontbreken bij seksueel contact met een minderjarige als het gaat om een vrijwillig contact tussen personen die slechts in geringe mate in leeftijd verschillen en eventueel een affectieve relatie hebben. Het gaat bij ontuchtige handelingen om handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm.
De rechtbank stelt vast dat het leeftijdsverschil tussen verdachte en [aangeefster 1] niet dusdanig groot is, dat alleen al daaruit zou moeten worden opgemaakt dat verdachte misbruik heeft gemaakt van de omstandigheid dat [aangeefster 1] veel jonger was dan verdachte. Ook staat vast dat verdachte en [aangeefster 1] een relatie hadden met elkaar en dat uit hun relatie een kind is geboren. Na de geboorte van [A] zijn aansluitend Veilig Thuis en SaVe betrokken geweest bij de relatie tussen verdachte en [aangeefster 1] . Niet is gebleken dat deze instanties toen twijfels hadden en/of reden tot zorg hadden over deze relatie. Gelet op deze omstandigheden kunnen de seksuele handelingen die hebben plaatsgevonden tussen verdachte en [aangeefster 1] niet als ontuchtig in de zin van de wet worden aangemerkt en spreekt de rechtbank verdachte vrij van feit 1 subsidiair. Het voorgaande betekent ook dat geen dusdanig leeftijdsverschil tussen verdachte en [aangeefster 1] bestond dat daarom sprake was van ‘uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht’ zodat de rechtbank verdachte ook vrijspreekt van feit 2 subsidiair.

5.BENADEELDE PARTIJ

[aangeefster 1]heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 25.473,34. Dit bedrag bestaat uit € 473,34 materiële schade en € 25.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in zaak 16.101058.22 ten laste gelegde feiten.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot schadevergoeding geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen opmerkingen ten aanzien van het materiele deel van de vorderingen. Ten aanzien van het immateriële deel van de vorderingen heeft de verdediging, gelet op de deels bepleite vrijspraken, de rechtbank in overweging gegeven de vordering te matigen.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [aangeefster 1] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het in zaak 16.101058.22 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1, primair en subsidiair en onder 2, primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Benadeelde partij
- verklaart [aangeefster 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.G. De Weerd, voorzitter, tevens kinderrechter,
mrs. P.M. Leijten en J.P. Verboom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Gardenier griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 november 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 3 juli 2013 tot en met 26 mei 2014 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , in elk geval in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [aangeefster 1] , geboren op [1999] , een of meer malen (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 1] , immers heeft verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de vagina, tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [aangeefster 1] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld
en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- een deur van zijn (een) woning op slot heeft gedaan, teneinde te voorkomen/beletten dat die [aangeefster 1] die woning heeft kunnen verlaten en/of
- de telefoon van die [aangeefster 1] heeft verborgen, teneinde te voorkomen/beletten dat die [aangeefster 1] telefonisch hulp heeft kunnen krijgen en/of
- ( aldus) die [aangeefster 1] in een door hem, verdachte, gecontroleerde situatie en/of een afhankelijke positie heeft gebracht en/of gehouden en/of
- de woorden aan die [aangeefster 1] heeft toegevoegd: “weet je wel wat dat is, dat zal ik je nu laten merken”, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) zijn hand en/of vinger(s) in de ka(a)k(en)/mond van die [aangeefster 1] heeft gebracht en/of (vervolgens) de mond van die [aangeefster 1] heeft geopend en/of (vervolgens) zijn penis in de mond van die [aangeefster 1] heeft gebracht/gestopt en/of
- die [aangeefster 1] heeft gedwongen, terwijl zij zwanger was, een trio te hebben met hem en/of een andere (vrouwelijke) persoon en/of
- tijdens de seks met die [aangeefster 1] , hardhandig/grof in de borst(en) heeft geknepen en/of heeft vastgepakt en/of
- misbruik heeft gemaakt van de omstandigheid dat die [aangeefster 1] (veel) jonger en/of fysiek (veel) minder sterk is dan hij, verdachte, en/of
- herhaaldelijk/veelvuldig (op gebiedende taal/toon) heeft aangedrongen om seksuele handelingen met hem te verrichten en/of
- ( aldus) een zodanige druk heeft doen opleveren, in elk geval heeft doen ontstaan, dat die [aangeefster 1] geen, in elk geval onvoldoende, weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin die [aangeefster 1] verdachte niet kon weerhouden van de door hem, verdachte, (beschreven) handelingen en/of hier tegen geen, in elk geval onvoldoende, verzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken;
( art 242 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 3 juli 2013 tot en met 26 mei 2014 te [woonplaats] en/of
[woonplaats] , in elk geval in Nederland in elk geval in Nederland met [aangeefster 1] ,
geboren op [1999] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, meermalen, althans eenmaal (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 1] , hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de vagina, tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [aangeefster 1] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- hardhandig/grof in de borst(en) van die [aangeefster 1] geknepen en/of vastgepakt, althans betast/aangeraakt;
( art 245 Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 3 juli 2013 tot en met 26 mei 2014 te [woonplaats] en/of
[woonplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal (telkens) via de webcam en/of door middel van videobellen en/of via what’sapp, door een feitelijkheid, [aangeefster 1] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit het
- laten zien van haar blote borsten en/of
- laten en/of doen betasten van haar (blote) borst(en) en/of vagina en/of
- laten en/of doen tonen van haar (geopende) vagina en/of billen en/of
- laten en/of doen masturberen, althans zichzelf bevredigen en/of
- ( aldus) laten verrichten van (een of meer van bovengenoemde) seksuele handelingen bij die [aangeefster 1] , en bestaande die feitelijkheid uit het
- toevoegen van de woorden aan die [aangeefster 1] dat hij, verdachte haar naaktfoto's zou verspreiden/openbaar maken, als zij geen seksueel getinte foto’s en/of video’s naar hem verdachte zou sturen, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- boos worden op en/of schreeuwen naar die [aangeefster 1] , als zij geen seksueel getinte foto’s/films van haar naar hem, verdachte zou sturen en/of
- gebruikmaken van zijn psychische overwicht op die [aangeefster 1] en/of
- misbruik maken van de omstandigheid dat die [aangeefster 1] (veel) jonger is dan hem, verdachte en/of
- brengen en/of houden van die [aangeefster 1] in een door hem, verdachte, gecontroleerde situatie en/of een afhankelijke positie en/of
- herhaaldelijk/veelvuldig (op gebiedende taal/toon) aandringen om seksuele handelingen voor de webcam/camera/what’sapp te verrichten en/of
- ( aldus) opleveren/doen ontstaan van een zodanige druk, dat die [aangeefster 1] een, in elk geval onvoldoende, weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin die [aangeefster 1] verdachte niet kon weerhouden van de door hem, verdachte, (beschreven) handelingen en/of
hier tegen geen, in elk geval onvoldoende, verzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken en derhalve de hierboven genoemde seksuele handelingen heeft gepleegd en/of geduld;
( art 246 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 3 juli 2013 tot en met 26 mei 2014 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal (telkens) via de webcam en/of door middel van videobellen, [aangeefster 1] , geboren op [1999] , waarvan verdachte wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten het leeftijdsverschil tussen verdachte en voornoemde [aangeefster 1] , (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, bestaande uit het
- laten zien van haar blote borsten en/of
- laten en/of doen betasten van haar (blote) borst(en) en/of vagina en/of
- laten en/of doen tonen van haar (geopende) vagina en/of billen en/of
- laten en/of doen masturberen, althans zichzelf laten bevredigen en/of
- ( aldus) laten verrichten van (een of meer van bovengenoemde) seksuele handelingen bij die [aangeefster 1] ;
( art 248a Wetboek van Strafrecht