ECLI:NL:RBMNE:2022:4910

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
16.056572.22, 16.126195.21 en 16.221269-22 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor verkrachting, ontucht, stalking en bezit van kinderporno

Op 25 november 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere zedendelicten, waaronder verkrachting, ontucht, stalking en het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met twee minderjarige slachtoffers, waarbij hij gebruik maakte van zijn psychische overwicht en de kwetsbare positie van de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, met aftrek van het voorarrest, en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden opgelegd. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele andere ten laste gelegde feiten, waaronder de verkrachting van een derde slachtoffer, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoeding is opgelegd aan de slachtoffers. De rechtbank heeft benadrukt dat de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de slachtoffers, en dat de gevolgen van zijn daden langdurig kunnen zijn. De rechtbank heeft de noodzaak van behandeling van de verdachte in een forensische kliniek onderstreept, gezien het hoge recidivegevaar en de ernst van de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16.056572.22, 16.126195.21 en 16.221269-22 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 november 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1996] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
thans verblijvende: [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 juni 2022, 9 september 2022 en 11 november 2022. Op die laatste datum is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Dam en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. D.C. Dorrestein, advocaat te Utrecht , naar voren hebben gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen door en namens de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , bijgestaan door hun advocaat mr. P. van der Geest, naar voren is gebracht en van hetgeen namens de benadeelde partij [slachtoffer 3] , vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.Y. Bleeker, naar voren is gebracht.
Ter terechtzitting van 11 november 2022 is ook de zaak met parketnummer 16.101058.22 behandeld. Verdachte was ten tijde van de onder dat parketnummer ten laste gelegde feiten minderjarig. Met toestemming van de raadsman en verdachte vond de zitting waarop die feiten zijn behandeld gelijktijdig plaats met de zitting waarop onderhavige zaak is behandeld, waarbij bijzondere toegang is verleend aan de in de zittingszaal aanwezige personen. Omdat de pleegdata van de ten laste gelegde feiten in de zaak met parketnummer 16.101058.22 deels zijn gelegen voor het op 1 april 2014 in werking getreden adolescentrenstrafrecht dienen deze feiten wel afzonderlijk te worden afgedaan en wordt ten aanzien van deze feiten apart vonnis gewezen.

2.TENLASTELEGGINGEN

De tenlasteleggingen zijn als bijlagen aan dit vonnis gehecht.
De verdenkingen komen er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Zaak 16.056572.22
onder 1, primair
in de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] [slachtoffer 1] heeft verkracht;
subsidiair
in de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] met [slachtoffer 1] , die toen de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaar had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam;
onder 2, primair
in de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] [slachtoffer 1] heeft aangerand;
subsidiair
in de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] [slachtoffer 1] , van wie hij wist dat zij nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, door middel van misbruik van uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen; (
verleiding van een minderjarige tot ontucht)
onder 3, primair
in de periode van 27 mei 2014 tot en met 3 juli 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] [slachtoffer 3] heeft verkracht;
subsidiair
in de periode van 27 mei 2014 tot en met 2 juli 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] met [slachtoffer 3] , die toen de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaar had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam;
onder 4, primair
in de periode van 27 mei 2014 tot en met 3 juli 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] [slachtoffer 3] heeft aangerand;
subsidiair
in de periode van 27 mei 2014 tot en met 3 juli 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] [slachtoffer 3] , van wie hij wist dat zij nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, door middel van misbruik van uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen of te dulden; (
verleiding van een minderjarige tot ontucht)
Zaak 16.126195.21
onder 1
in de periode van 19 maart 2021 tot en met 28 juni 2021 te [woonplaats] en/of [woonplaats] [slachtoffer 2] heeft gestalkt;
onder 2
in de periode van 1 januari 2018 tot en met 5 september 2022 te [woonplaats] en/of [woonplaats] met [slachtoffer 2] , die toen de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaar had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam;
onder 3
in de periode van 31 december 2020 tot en met 10 april 2021 te [woonplaats] en/of [woonplaats] [slachtoffer 3] heeft gestalkt;
onder 4
op 8 mei 2021 te [woonplaats] een elektrisch stroomstootwapen/taser voorhanden heeft gehad;
onder 5
in de periode van 4 april 2016 tot en met 30 september 2021 te [woonplaats] en/of [woonplaats] afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij kennelijk minderjarigen zijn betrokken, heeft verspreid, vervaardigd, verworven en in bezit gehad, en daarvan een gewoonte heeft gemaakt;
onder 6
in de periode van 4 april 2016 tot en met 30 september 2021 te [woonplaats] en/of [woonplaats] afbeeldingen van ontuchtige handelingen, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit heeft gehad;
Zaak 16.221269.22
op 22 maart 2016 te [woonplaats] [slachtoffer 3] heeft verkracht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaardingen zijn geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAKEN

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Met betrekking tot [slachtoffer 1]
De officier van justitie acht de in zaak 16.056572.22 onder 1 primair ten laste gelegde verkrachting en de onder 2 primair ten laste gelegde aanranding wettig en overtuigend te bewijzen.
Met betrekking tot [slachtoffer 3]
De officier van justitie acht de in zaak 16.056572.22, onder 3 primair en onder 4, primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
Ook de in de zaak 16.221269.22 ten laste gelegde verkrachting van [slachtoffer 3] op 22 maart 2016, acht de officier van justitie wettig en overtuigend te bewijzen.
De officier van justitie stelt zich hierbij op het standpunt dat de aangiftes, de foto’s, filmpjes en bewaarde social-media berichten op zich al voldoende zijn om ten aanzien van ieder feit te komen tot een bewezenverklaring, waardoor er geen schakelbewijsconstructie hoeft te worden gebruikt. Met betrekking tot [slachtoffer 3] stelt de officier van justitie evenwel ook dat de verklaringen van deze aangeefster worden ondersteund door de soortgelijke ervaringen van de andere aangeefsters. De aangiftes van de diverse aangeefsters vertonen op essentiële punten overeenkomsten en versterken elkaar over en weer.
De officier van justitie acht ook de in zaak 16.126195-21 onder 3 ten laste gelegde stalking wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Met betrekking tot [slachtoffer 1]
De raadsman heeft ten aanzien van het in
zaak 16.056572.22 onder 1 primair ten laste gelegdevrijspraak bepleit. Verdachte heeft verklaard dat hij eenmaal seksuele gemeenschap heeft gehad met [slachtoffer 1] , maar dat dit met haar instemming was. Op basis van het dossier kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat het voor verdachte duidelijk was, dan wel duidelijk had moeten zijn, dat [slachtoffer 1] geen seks met verdachte wilde hebben en dat verdachte haar hier vervolgens toe heeft gedwongen.
Ten aanzien van het
onder 2, primair ten laste gelegdeheeft de verdediging eveneens vrijspraak bepleit, nu er geen sprake was van feitelijkheden van voldoende gewicht waardoor en waarmee verdachte [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen.
Met betrekking tot [slachtoffer 3]
Ten aanzien van hetgeen in de
zaak 16.056572.22, onder 3 primair is ten laste gelegdheeft de verdediging verzocht verdachte van de primair ten laste gelegde verkrachting vrij te spreken. Behalve de verklaringen van [slachtoffer 3] zelf, is er uit het dossier onvoldoende op te maken dat verdachte door middel van geweld of bedreiging hiermee [slachtoffer 3] zou hebben gedwongen tot het plegen en/of dulden van seksuele handelingen. Ten aanzien van de in de tenlastelegging genoemde ‘andere feitelijkheden’ merkt de verdediging op dat deze niet van die orde waren dat verdachte [slachtoffer 3] dusdanig onder druk heeft gezet en in een situatie heeft gebracht dat zij geen weerstand kon bieden tegen de seksuele handelingen die zij met of op verzoek van verdachte verrichtte. Ten aanzien van hetgeen in de
zaak 16.056572.22, onder 3 subsidiair is ten laste gelegdheeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De overwegingen van de raadsman die gelden voor de dwang ten aanzien van het onder 3, primair, ten laste gelegde, gelden ook voor hetgeen
onder 4, primairis ten laste gelegd, zodat eveneens vrijspraak dient te volgen. Ten aanzien van het
onder 4, subsidiair ten laste gelegde, heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van de in de
zaak 16.221269.22ten laste gelegde verkrachting van [slachtoffer 3] op 22 maart 2016 heeft de verdediging ook vrijspraak bepleit. Verdachte ontkent dat dit gebeurd is. Volgens verdachte heeft hij ook na het uitgaan van de relatie veelvuldig seks gehad met [slachtoffer 3] . Deze seks was altijd vrijwillig van beide kanten. Er is geen bewijs uit andere bron dan [slachtoffer 3] dat als steunbewijs voor de aangifte kan dienen, waardoor niet is voldaan aan het vereiste bewijsminimum.
De raadsman heeft ten aanzien van het in de
zaak 16.126195-21 onder 3 ten laste gelegdeopgemerkt dat er in de ten laste gelegde periode in totaal vier berichten zijn verstuurd; twee naar [slachtoffer 3] persoonlijk en twee naar al zijn (Snapchat)contacten, dus ook [slachtoffer 3] , terwijl die berichten niet specifiek aan haar gericht waren. Deze twee laatste berichten zijn van algemene aard, waarbij het de vraag is of er hier sprake is van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 3] . Indien dit niet het geval is, zal verdachte moeten worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot vrijspraken ten aanzien van de tenlastegelegde verkrachting en aanranding van [slachtoffer 1] (verder: [slachtoffer 1] ).
Ook komt de rechtbank tot vrijspraken met betrekking tot alle tenlastegelegde feiten ten aanzien van [slachtoffer 3] (verder: [slachtoffer 3] ).
Voordat de rechtbank deze vrijspraken zal motiveren, merkt de rechtbank eerst het volgende op.
De rechtbank realiseert zich goed dat deze vrijspraken de aangeefsters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] zwaar kunnen vallen. De rechtbank acht het voorstelbaar en invoelbaar dat de vrijspraken bij hen de vragen oproept of de rechtbank geen oog heeft gehad voor de door hun afgelegde verklaringen of hun verklaringen niet betrouwbaar acht. De rechtbank vindt het belangrijk om naar [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] toe te benadrukken dat dit niet het geval is. De rechtbank heeft de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] nauwgezet gelezen en de ter terechtzitting namens hen voorgelezen slachtofferverklaringen gehoord. Hierbij hebben zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 3] treffend aangegeven hoezeer zij te lijden hebben gehad onder het handelen van verdachte en hoe zij daar tot op de dag van vandaag nadelige gevolgen van ondervinden. De rechtbank neemt dit serieus en vindt het ook daarom van belang om te benadrukken dat de beslissingen niet lichtvaardig zijn genomen en nadrukkelijk ook niet een oordeel zijn over de betrouwbaarheid van de door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] afgelegde verklaringen.
De rechtbank zal dit hieronder, door een uitleg van het juridisch kader met betrekking tot het bewijs in zedenzaken, verder verduidelijken.
Bewijs in zedenzaken
De beoordeling van het bewijs in zedenzaken laat zich doorgaans kenmerken door de aanwezigheid van slechts twee personen bij de ten laste gelegde seksuele handelingen; het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Bij een ontkennende verdachte brengt dit vaak met zich mee dat slechts de verklaring van het vermeende slachtoffer als wettig bewijsmiddel voorhanden is.
Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is de enkele verklaring van één getuige (waaronder het slachtoffer) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Deze bepaling heeft als doel de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing te waarborgen, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
De Hoge Raad heeft beslist dat deze bewijsminimumregel slechts geldt voor de gehele tenlastelegging. Onderdelen daar van mogen wel slechts op één enkele getuigenverklaring berusten. Dat geldt ook voor de diverse ten laste gelegde gedragingen. In een zedenzaak is dus in principe voor het bewijs van de seksuele handelingen één getuigenverklaring genoeg
mitsdeze op bepaalde punten wordt bevestigd door andere bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen moeten afkomstig zijn uit een andere bron.
Schakelbewijs
Een bijzondere vorm van steunbewijs vormt het schakelbewijs. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad (onder meer HR 11 januari 2000, NJ 2000, 194) volgt dat onder omstandigheden het gebruik van aan andere, soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als steunbewijs is toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal voor die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte.
Beoordelingskader verkrachting en aanranding
Uit de wet (artikel 242 Wetboek van Strafrecht) volgt dat de vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of de in de tenlastelegging genoemde gedragingen ertoe hebben geleid dat aangeefster is gedwongen om de seksuele handelingen te ondergaan. Deze gedragingen moeten van voldoende gewicht zijn geweest om de weerstand van aangeefster te breken en moeten daar ook op gericht zijn geweest. Met andere woorden: de rechtbank moet vaststellen dat aangeefster de seksuele handelingen niet wilde, maar dat deze handelingen toch plaatsgevonden hebben en dat dit was door dwang die verdachte heeft toegepast.
Het beoordelingskader van het bestanddeel ‘dwang’ van feitelijke aanranding (artikel 246 Wetboek van Strafrecht) heeft eenzelfde toetsingskader als bij de hiervoor genoemde verkrachting. Ook hier geldt als maatstaf dat de gedragingen van de verdachte van voldoende gewicht moeten zijn geweest om de weerstand van aangeefster te breken en daarop ook gericht waren.
Overwegingen met betrekking tot het in zaak 16.056572.22 onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde, de verkrachting en aanranding van [slachtoffer 1] .
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] bij verdachte in beeld is gekomen in de periode dat verdachte een relatie had met een vriendin van [slachtoffer 1] . Tussen verdachte en [slachtoffer 1] ontstond een situatie waarbij er over een weer seksueel getinte foto’s en filmpjes werden uitgewisseld. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij in die tijd onzeker was en geen steun kreeg vanuit haar eigen omgeving. Zij leek die steun wel te krijgen van verdachte. [slachtoffer 1] verklaarde dat zij in het begin ook goede gesprekken met verdachte had in die zin dat verdachte luisterde en niet oordeelde.
Al vanaf het begin vroeg verdachte haar ook om foto’s
(de rechtbank begrijpt: naaktfoto’s en/of filmpjes via webcam/videobellen waarop zij seksuele handelingen verricht). [slachtoffer 1] ging daar in eerste instantie in mee. Zij verklaarde hierover dat zij dat eigenlijk niet wilde, maar het voor zichzelf goedpraatte door te denken dat hij, verdachte, ook goed voor haar was. [slachtoffer 1] verklaarde ook dat verdachte op een dwingende manier om foto’s/filmpjes vroeg. Dat dwingende bestond uit eindeloos blijven vragen en maar doorvragen. [slachtoffer 1] gaf dan uiteindelijk maar toe omdat zij geen nee durfde te zeggen en om maar van het gezeur af te zijn.
Op een gegeven moment werd er een seksafspraak gemaakt. Volgens [slachtoffer 1] gebeurde dat op dezelfde manier als op de foto’s. [slachtoffer 1] verklaarde: ‘hij bleef er maar om vragen en dat ik geen nee meer kon zeggen. Ik weet nog dat ik me erbij neer had gelegd dat het dan toch maar moest gebeuren’. Ook verklaarde zij dat zij toen niet in de beste tijd van haar leven zat en aardig gevonden wilde worden. Het leek haar de makkelijkste weg; als het maar snel gebeurde was het maar over.
Op een gegeven moment heeft [slachtoffer 1] met verdachte afgesproken dat hij bij [slachtoffer 1] thuis zou komen om seks te hebben. Met betrekking tot dit seksueel contact verklaarde [slachtoffer 1] dat verdachte wilde dat zij haar hand op zijn broek ter hoogte van zijn kruis zou leggen. Dit riep zoveel weerstand bij haar op dat verdachte nog op haar heeft zitten inpraten totdat zij dat deed. Daarna vroeg verdachte of zij in zijn broek wilde gaan, maar dat heeft [slachtoffer 1] niet gedaan. Op enig moment tijdens de afspraak lagen verdachte en [slachtoffer 1] naakt op haar bed, verdachte bovenop haar. Uit de verklaring van [slachtoffer 1] blijkt niet dat dit tegen haar zin is gebeurd, of dat verdachte haar daar op enige manier toe heeft gedwongen. Vervolgens heeft verdachte zijn geslachtsdeel in haar gestoken. Uit de verklaring van [slachtoffer 1] blijkt niet dat zij heeft gezegd dat niet wilde, en ook niet dat zij aan verdachte op andere wijze duidelijk heeft gemaakt of proberen te maken dat zij dat niet wilde. [slachtoffer 1] zegt wel: ‘dit deed zoveel pijn dat hij ermee gestopt is’. [slachtoffer 1] verklaarde verder dat verdachte wilde dat zij het ook leuk had en haar ging vingeren. Zij beleefde hier geen plezier aan en had veel pijn. Verdachte is daar toen mee gestopt. [slachtoffer 1] verklaarde dat verdachte ook steeds zei ‘als je niet wil dan moet je het zeggen’.
Verdachte verklaarde dat het wel klopt dat hij om seksueel getinte foto’s en filmpjes heeft gevraagd, maar verdachte ontkent dat hij [slachtoffer 1] tot het sturen daartoe gedwongen heeft. Verdachte ontkent ook dat hij tegen de wil van [slachtoffer 1] seks met haar heeft gehad. Zij hadden dat van tevoren afgesproken en de seks was vrijwillig.
Uit al het voorgaande maakt de rechtbank op dat aangeefster het niet fijn vond om seksueel getinte foto’s en filmpjes naar verdachte te sturen. Ook maakt de rechtbank uit de verklaringen van [slachtoffer 1] op dat de seksafspraak met verdachte een (zeer) onprettige ervaring voor haar is geweest. In hoeverre en op welke momenten het ten aanzien van de diverse ten laste gelegde handelingen voor verdachte kenbaar had moeten zijn dat [slachtoffer 1] dit niet wilde en, desondanks, en wetende dat zij een kwetsbaar meisje was, toch dwang heeft gebruikt om de weerstand van [slachtoffer 1] te breken, is op basis van het dossier niet vast te stellen.
De rechtbank ziet wel dat verdachte, door herhaaldelijk aandringen en doordrammen, [slachtoffer 1] telkenmale zo ver krijgt dat zij doet wat hij van haar verlangd. Dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan verkrachting dan wel aan feitelijke aanranding in de zin van artikel 242 dan wel artikel 246 Wetboek van Strafrecht, kan echter niet worden bewezen. Verdachte zal daarom van deze ten laste gelegde feiten worden vrijgesproken.
Overwegingen met betrekking tot het in zaak 16.056572.22 onder 3 primair en subsidiair, onder 4 primair en subsidiair en het in zaak 16.221269.22 ten laste gelegde, zijnde de diverse zedendelicten met betrekking tot [slachtoffer 3]
Vast staat dat verdachte en [slachtoffer 3] in deze (alsmede ook in de zaak met parketnummer 16.101058-22) ten laste gelegde periode een relatie hadden. Deze relatie is begonnen toen beiden nog minderjarig waren. [slachtoffer 3] heeft verdachte leren kennen toen zij veertien jaar oud was. [slachtoffer 3] is geboren op [1999] . Verdachte, geboren op [1996] , was toen zeventien jaar oud. Het leeftijdsverschil tussen hen bedroeg drie jaren en iets meer dan één maand. Deze relatie heeft ongeveer twee jaar geduurd. Op haar vijftiende werd [slachtoffer 3] zwanger van verdachte en werd [A] geboren. Aangezien [slachtoffer 3] en verdachte nog erg jong waren, zijn Veilig Thuis en SaVe vanaf het begin betrokken geweest.
heeft in haar aangifte verklaard dat zij vanaf haar veertiende tot en met haar zestiende regelmatig op verzoek van verdachte seksueel getinte foto’s en filmpjes naar hem stuurde. [slachtoffer 3] verklaarde dat hetgeen zij naar verdachte stuurde in zekere zin wel vrijwillig was. [slachtoffer 3] verklaarde ook dat zij gedurende de hele relatie geestelijk, lichamelijk en seksueel is mishandeld en dat zij een seksuele relatie hadden die vanaf haar kant niet helemaal vrijwillig was.
Verdachte heeft verklaard dat hij in die periode een relatie had met [slachtoffer 3] en dat het klopt dat zij seks hadden. Verdachte ontkent echter dat dit tegen de wil van [slachtoffer 3] was; de seks was vrijwillig. Ook verklaarde verdachte dat hij wel seksfoto’s van [slachtoffer 3] vroeg en ontving, maar dat hij dit niet heeft afgedwongen, noch heeft gedreigd deze beelden te openbaren.
Dwang
Gelet op het vorengaande stelt de rechtbank vast dat alleen de verklaring van [slachtoffer 3] als wettig bewijsmiddel voorhanden is waaruit afgeleid kan worden dat verdachte haar dwong om seksuele handelingen te verrichten. Verdachte betwist immers dat de seks die zij hadden en de seksueel getinte foto’s en filmpjes die werden uitgewisseld tegen de zin van [slachtoffer 3] en/of onder dwang gebeurde. Daarbij verklaarde [slachtoffer 3] dat hetgeen zij naar verdachte stuurde in zekere zin ook vrijwillig was.
Zoals hiervoor door de rechtbank al is uiteengezet, is deze enkele verklaring van [slachtoffer 3] onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Zowel voor de diverse primair ten laste gelegde handelingen alsmede de afzonderlijke, op 22 maart 2016 ten laste gelegde verkrachting, kan de rechtbank slechts putten uit de verklaringen van aangeefster zelf. Ander bewijs uit een andere bron dan [slachtoffer 3] dat als steunbewijs voor de aangiftes kan dienen, is er niet.
Dat er sprake was van dwang kan ook niet met behulp van zogeheten schakelbewijs worden bewezen. Bij schakelbewijs gaat het om bewijsmateriaal voor andere feiten, dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit/de te bewijzen feiten en dat duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat dit schakelbewijs niet kan worden gevonden in de verklaringen van de andere aangeefsters, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Deze aangeefsters leggen vrij specifieke verklaringen af over de handelwijze van verdachte: Verdachte wist blijkens hun verklaringen hen steeds weer zo ver te krijgen dat zij aan hem toegaven wat zij eigenlijk niet wilden door het constante en aanhoudende doorvragen en doorzeuren van verdachte. Als aangeefsters zeiden iets niet te willen, stopte verdachte echter en probeerde hen vervolgens weer op andere gedachten te brengen. Dit gedrag van verdachte loopt als een rode draad door zowel de verklaring van [slachtoffer 1] als de verklaring van [slachtoffer 2] . Dat verdachte gewelddadig zou zijn, wordt in deze aangiftes niet benoemd.
In de verklaring van [slachtoffer 3] is daarentegen wel sprake van veel geweld, ruzies en afgedwongen handelingen, waaronder verkrachting en ontstaat een beeld van verdachte als een gewelddadig persoon.
De rechtbank constateert dan ook dat er tussen de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] enerzijds en de verklaring van [slachtoffer 3] anderzijds geen sprake is van verklaringen die op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertonen. Op basis van hun verklaringen kan dan ook geen gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte ten opzichte van [slachtoffer 3] worden afgeleid.
Nu niet wordt voldaan aan het bewijsminimum, zal verdachte ten aanzien van de hierboven genoemde feiten worden vrijgesproken.
Ontuchtige handelingen
De wetgever heeft met artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht bedoeld de seksuele integriteit van personen beneden de leeftijd van zestien jaar te beschermen, omdat zij zelf de draagwijdte van hun handelen nog niet kunnen overzien. Het ontuchtig karakter kan echter ontbreken bij seksueel contact met een minderjarige als het gaat om een vrijwillig contact tussen personen die slechts in geringe mate in leeftijd verschillen en eventueel een affectieve relatie hebben. Het gaat bij ontuchtige handelingen om handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm.
De rechtbank stelt vast dat het leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer 3] niet dusdanig groot is, dat alleen al daaruit zou moeten worden opgemaakt dat verdachte misbruik heeft gemaakt van de omstandigheid dat [slachtoffer 3] veel jonger was dan verdachte. Ook staat vast dat verdachte en [slachtoffer 3] een relatie hadden met elkaar en dat uit hun relatie een kind is geboren. Na de geboorte van [A] zijn aansluitend Veilig Thuis en SaVe betrokken geweest bij de relatie tussen verdachte en [slachtoffer 3] . Niet is gebleken dat deze instanties toen twijfels hadden en/of reden tot zorg hadden over deze relatie. Gelet op deze omstandigheden kunnen de seksuele handelingen die hebben plaatsgevonden tussen verdachte en [slachtoffer 3] niet als ontuchtig in de zin van de wet worden aangemerkt en spreekt de rechtbank verdachte vrij van feit 3 subsidiair (16.056572.22). Het voorgaande betekent ook dat geen dusdanig leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer 3] bestond dat daarom sprake was van ‘uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht’ zodat de rechtbank verdachte ook vrijspreekt van feit 4 subsidiair (16.056572.22).
Overweging met betrekking tot het in zaak 16.126195-21 onder 3 ten laste gelegde, de stalking van [slachtoffer 3]
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 4 februari 2020 een stopgesprek heeft gehad. Na ommekomst van bijna één jaar heeft verdachte, op 31 december 2020 en vervolgens op 24 januari 2021 twee berichten gestuurd aan [slachtoffer 3] . Op 27 januari 2021 heeft er weer een stopgesprek plaatsgevonden. Vervolgens heeft verdachte nog op 21 maart 2021 en op 10 april 2021 een bericht gestuurd. Ten aanzien van het laatste bericht stelt de rechtbank vast dat dit een algemeen bericht betrof “
wie wilt mee naar de max vandaag of morgen ik trakteer”, en dat het niet onaannemelijk is dat verdachte dat bericht naar zijn hele contactenlijst heeft gestuurd, zoals hij heeft verklaard.
Dat verdachte de eerste drie genoemde berichten niet naar [slachtoffer 3] had mogen sturen, staat vast. Dat verdachte in de ten laste gelegde periode van ruim drie maanden drie berichten naar [slachtoffer 3] heeft gestuurd, maakt evenwel niet dat hiermee een
stelselmatige inbreukop de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 3] is gemaakt. Verdachte dient dan ook ten aanzien van dit feit te worden vrijgesproken.

5.WAARDERING VAN HET BEWIJS

De rechtbank komt wel tot een wettig en overtuigende bewezenverklaring van de ten laste gelegde ontuchtige handelingen jegens en verleiding tot ontucht van [slachtoffer 1] , hetgeen in zaak 16.056572.22, onder feiten 1 en 2 steeds subsidiair is ten laste gelegd. De rechtbank zal deze bewezenverklaringen hieronder nader motiveren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde opgemerkt dat niet vaststaat dat de geslachtsgemeenschap binnen de ten laste gelegde periode heeft plaatsgevonden. Verdachte heeft verklaard dat hij dacht dat [slachtoffer 1] al zestien jaar oud was, terwijl de verklaringen van [slachtoffer 1] hieromtrent ook geen duidelijkheid geven. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 2, subsidiair ten laste gelegde, refereert de verdediging zich ten aanzien van een bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van zowel onder 1 subsidiair als het onder 2 subsidiair ten laste gelegde. Omdat beide feiten nauw verweven zijn en samenhangen zal de rechtbank, gelet op de bepleite vrijspraak van het onder 1 subsidiair ten laste legde, de verklaring van [slachtoffer 1] ten aanzien van zowel het onder 1 als onder 2 subsidiair ten laste gelegde, uitwerken:
De rechtbank gaat op grond van de hierna opgenomen bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit: [1]
[slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan en het volgende verklaard:
Plaats delict: [woonplaats]
[Aangeefster is] geboren: [2001]
V: Waarvan kom je aangifte doen, kort gezegd?
A: Het gedwongen worden van beeldmateriaal te sturen, het Face timen en de verkrachting.
V: Waar heeft dit strafbare feit plaatsgevonden?
A: Het is begonnen bij mijn moeder in huis en het is doorgegaan toen ik al op andere
plekken woonde. Maar ik weet niet wanneer ik daar mee gestopt ben dus ook niet waar
ik het laatst was. De verkrachting was toen ik nog bij mijn moeder woonde.
Ik weet niet precies wanneer ik gestopt ben met het sturen van beeldmateriaal, dit is enkele jaren geleden. [2]
Ten tijde van het gesprek op 24 januari 2022 heb jij kort samengevat en zakelijk weergegeven het volgende verteld over jouw contact met [verdachte] . Je hebt geen relatie met hem gehad maar had wel één keer seks met hem. Dit was in de woning geweest waar je met jouw moeder woonde. Je moest toen nog 15 jaar geweest zijn omdat je op je 15e nog bij jouw moeder woonde, daarna niet meer. Je had seks met hem, omdat hij daar steeds om vroeg en bleef aandringen. Jij hebt het uiteindelijk gedaan omdat jij niet in je beste tijd van je leven zat en aardig gevonden wilde worden. De seks bestond uit zijn penis in jouw vagina. Je weet dat je naakt op bed op je rug lag bij de penetratie en toen hij jou vingerde was jij naakt op de bank in de woonkamer. [3]
V: Hoe oud was jij precies toen je hem leerde kennen?
A: 14 à 15 jaar. Ik weet dat omdat [B] een relatie met hem kreeg toen we al best
wel een poosje op de middelbare school zaten. En het was ook niet superlang voor de
verkrachting.
V: Leg eens uit hoe het nu kwam dat je foto's ging sturen?
A: Ik was onzeker, had een laag zelfbeeld, geen steun in eigen omgeving hebben. Die
steun kreeg ik van hem wel, leek het in het begin. Hij bleef eindeloos aandringen en
ik durfde dan geen nee meer te zeggen. [4]
O: Je zegt dat hij dat deed op een dwingende manier.
V: Leg ons dat eens uit?
A: Dat dwingende was voor het eindeloos blijven vragen. En van die zinnetjes zoals: Toe nou. En er om smeken. Ik verzon ook vaak smoesjes om het niet te hoeven doen, zoals misschien, later ik zit nu met meerderde mensen, ik ben ongesteld enz.
V: Hoe reageerde hij daarop als je het niet deed?
A: Hij bleef maar doorvragen. Als ik zei dat ik ongesteld was zei hij dat dat voor hem geen probleem was en dan ging hij elke dag vragen of ik al niet meer ongesteld was.
V: Wat voor foto's heb je gestuurd?
A: Van mijn blote borsten en van mijn blote vagina.
V: Hoe wist jij dat hij die foto's wilde?
A: Hij vroeg specifiek wat hij wilde zien. Soms liet hij het aan mijzelf over maar meestal vertelde hij het omdat ik niet wist wat er van mij verwacht werd.
V: Waren het ook filmpjes?
A: Ja.
V: Wat voor filmpjes?
A: Waar ik seksuele handelingen op verrichtte. Dit deed ik alleen met mijn handen zover ik weet.
V: Wat ontving jij van hem?
A: Dick pics en filmpjes dat hij zichzelf aan het aftrekken was. [5]
O: Vertel eens hoe nu dat seksueel contact met hem ging?
A: We waren uitgekleed in de slaapkamer ik lag op bed, hij bovenop mij en toen heeft hij zijn geslachtsdeel in mij gestoken. Dit deed zoveel pijn dat hij ermee gestopt is. Zijn geslachtsdeel moest in mijn mond. Daarna heeft hij omdat hij nog niet klaar was gekomen, heeft hij zichzelf afgetrokken en is klaar gekomen. Hij kwam klaar op zichzelf. Daarna zijn we naar de woonkamer gegaan en zei dat ik op de bank moest gaan zitten met mijn benen over de leuning. Hij ging toen met zijn vingers over mijn clitoris en dat deed heel erg pijn en hij ging met zijn vingers naar binnen.
O: Je hebt gezegd dat je seks met hem had omdat hij daar steeds om vroeg en bleef aandringen.
V: Leg ons dat eens uit? [6]
A: Op dezelfde manier als de foto's. Hij bleef er maar om vragen en dat ik geen nee meer kon zeggen. Ik weet nog dat ik me erbij neer had gelegd dat het dan toch maar moest gebeuren en dat er toen een discussie kwam over dat het zonder condoom ging.
V: Hoe oud was je toen?
A: 15 jaar. [7]
De politie heeft seksueel getinte foto’s van [slachtoffer 1] gevonden op de gegevensdrager van verdachte, deze foto’s zijn aangemaakt in de periode van 19 juni 2017 tot en met 2 augustus 2017. [8]
Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie het volgende verklaard:
V: Wat voor meisje is [slachtoffer 1] ?
A: Verlegen maar ook wel sociaal. Ik weet dat [slachtoffer 1] een rugzakje heeft en heel wat heeft meegemaakt maar wat precies weet ik niet.
V: Heb je daar met haar over gesproken?
A: Wij hebben het er wel eens over gehad maar nooit in diepte. ik wist dat ze een probleem had met mannelijke figuren. [9]
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer verklaard:
dat hij [slachtoffer 1] leerde kennen via zijn toenmalige vriendin [B] en zij over en weer foto’s en filmpjes stuurden (
de rechtbank begrijpt: seksueel getinte (naakt) foto’s en filmpjes), dat hij het voortouw heeft genomen en vroeg om foto’s van haar, [slachtoffer 1] , borsten, foto’s waarbij zij haar borsten vasthield en aan haar vagina zat (vingeren), dat de foto’s en filmpjes werden uitgewisseld als een opbouw naar de daadwerkelijke seks. De seks heeft plaatsgevonden in de woning van [slachtoffer 1] thuis en dat hij wel wist dat [slachtoffer 1] voor iets bij de hulpverlening liep.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij ten tijde van de seks bij haar moeder thuis vijftien jaar oud was omdat zij op die leeftijd nog bij haar moeder woonde en daarna niet meer. De rechtbank heeft geen enkele reden om deze verklaring in twijfel te trekken. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat [slachtoffer 1] toen vijftien jaar oud was. Daarbij geldt dat de seksfoto’s van [slachtoffer 1] die op een gegevensdrager van verdachte zijn aangetroffen, ook dateren van de periode dat [slachtoffer 1] vijftien was en uit de verklaring van verdachte leidt de rechtbank af dat de foto’s en video’s zijn uitgewisseld kort voor de daadwerkelijke seks, als een soort voorspel. Dat verdachte stelt dat hij dacht dat [slachtoffer 1] toen al zestien jaar oud was, doet niet ter zake. Het gaat niet om wat verdachte dacht, maar om hoe oud [slachtoffer 1] daadwerkelijk was. Dit verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank komt zoals hiervoor overwogen wel tot een bewezenverklaring voor dit feit: kortgezegd de verleiding van een minderjarige tot het plegen van ontuchtige handelingen. Anders dan voor de primair ten laste gelegde ontuchtige handelingen door dwang geldt, vereist dit artikel alleen dat verdachte door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht beweegt tot het plegen van ontuchtige handelingen. Gelet op het leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer 1] en de kwetsbare positie waarin zij zich bevond, is daar sprake van.
Ten aanzien van het in zaak 16.126195.21, onder 1, 2, 4, 5 en 6 ten laste gelegde
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht al deze ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
5.2
Het standpunt van de verdediging
Zaak 16.126195.21
Ten aanzien van het onder 1 en onder 4 ten laste gelegde(de stalking van [slachtoffer 2]en
het bezit van een stroomstootwapen) heeft de verdediging zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde(de ontucht met [slachtoffer 2] )heeft de verdediging verzocht om verdachte partieel vrij te spreken ten aanzien van het laatste gedachtestreepje. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat de ten laste gelegde handelingen wel hebben plaatsgevonden, maar dat ten aanzien het laatste gedachtestreepje, “dat hij zijn geslachtsdeel in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer 2] heeft gebracht en/of gehouden”, pas is gebeurd vanaf november 2020, toen [slachtoffer 2] inmiddels 16 jaar oud was. Daarnaast verzoekt de verdediging partieel vrijspraak ten aanzien van de ten laste gelegde periode.
Ten aanzien van het onder 5 en 6 ten laste gelegde(
kinderporno en dierenporno)heeft de verdediging partiële vrijspraak bepleit voor wat betreft de ten laste gelegde componenten “verspreiden, aangeboden, openlijk tentoongesteld, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en verworven”.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
In de zaak met parketnummer 16.126195.21, onder 1, 2, 4, 5 en 6 ten laste gelegde:
Bewijsmiddelen zaak 16.126195.21 onder 1 en onder 4 ten laste gelegde:
Verdachte heeft deze ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft ten aanzien van deze feiten geen vrijspraak bepleit.
Bewijsmiddelen zaak 16.126195.21 onder 2 ten laste gelegde
Verdachte heeft dit ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft partieel vrijspraak bepleit ten aanzien van een onderdeel van de tenlastelegging en ten aanzien van de ten laste gelegde periode.
Bewijsmiddelen zaak 16.126195.21 onder 5 en 6 ten laste gelegde
Verdachte heeft deze ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft partieel vrijspraak bepleit voor een aantal componenten van de tenlastelegging.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt een bewezenverklaring ten aanzien van al deze feiten direct uit de bewijsmiddelen, zodat de rechtbank ten aanzien van deze feiten zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. Met betrekking tot hetgeen de raadsman in dit kader heeft aangevoerd, verwijst de rechtbank naar de na deze opsomming opgenomen overwegingen.
De bewijsmiddelen
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] , namens [slachtoffer 2] , van 28 juni 2021, genummerd PL0900-2021205243-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 3-5;
(feit 1)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer 2] , van 1 juli 2021, genummerd PL0900-2021205243-7, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 17-18;
(feit 1)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] , namens [slachtoffer 2] , van 19 april 2021, genummerd PL0900-2021117152-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland;
(feit 1)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] , namens [slachtoffer 2] , van 29 april 2021, genummerd PL0900-2021085941-5, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 4-9;
(feit 2)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] , van 22 mei 2021, genummerd PL0900-2021085941-6, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 10-19;
(feit 2)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal bevindingen betreffende whatsapp gesprekken tussen [verdachte] en [slachtoffer 2] , van 1 augustus 2021, genummerd PL0900-2021085941, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 27-30;
(feit 2)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 8 mei 2021, genummerd PL0900-2021117152-21, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 104;
(feit 4)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (categoriseren wapen) van 10 mei 2021, genummerd PL0900-2021117152-23, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 85;
(feit 4)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal van genummerd 2021085941 (proces-verbaalnummer MDRBD21081-81) van 18 januari 2022, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 237-248;
(feit 5 en feit 6)
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 11 november 2022.
Overwegingen met betrekking tot de bewezenverklaring onder 2
De rechtbank stelt vast dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte op 4 januari 2019 een whatsapp-bericht heeft verzonden aan [C] , de zus van [slachtoffer 2] , inhoudende: “Hahaha, ik ga vreemd met [slachtoffer 2] , helemaal gefocust op [slachtoffer 2] en Kusje van [slachtoffer 2] ”. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte zich in ieder geval vanaf die datum heeft schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen jegens [slachtoffer 2] . De rechtbank komt daarom tot een bewezenverklaarde periode van 4 januari 2019 tot en met 5 september 2020.
De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij van het tenlastegelegde zoals opgenomen onder het laatste gedachtestreepje (penetratie met penis); verdachte ontkent dat deze handelingen voor 5 september 2020 hebben plaatsgevonden terwijl aangeefster in haar verklaring ook niet specifiek kan aangeven op welke moment deze met name genoemde handelingen voor het eerst plaatsvonden. Daarbij lijkt ook de whatsapp-conversatie tussen verdachte en [slachtoffer 2] op 25 november 2020 er op te wijzen dat deze handelingen eerst rond die tijd, in ieder geval pas na 5 september 2020, hebben plaatsgevonden.
Overwegingen met betrekking tot de bewezenverklaring onder 5 en 6
De rechtbank spreekt verdachte ten aanzien van deze ten laste gelegde feiten vrij van de onderdelen
verspreiden, aangeboden, openlijk tentoongesteld, ingevoerd, doorgevoerd en uitgevoerd.Voor een bewezenverklaring ten aanzien van deze onderdelen biedt het dossier onvoldoende bewijs.
Ook spreekt de rechtbank verdachte vrij ten aanzien van het onderdeel
vervaardigen. Vast staat dat verdachte in het bezit was van foto’s en filmpjes van de minderjarige aangeefsters. Verdachte heeft verklaard dat hij zelf deze seksueel getinte foto’s/filmpjes heeft gemaakt en/of dat deze op zijn verzoek door de aangeefsters aan hem werden toegezonden. Dit beeldmateriaal dient gekwalificeerd te worden als kinderpornografisch. Uit de wijze waarop de tenlastelegging (onder 5) is opgesteld, is echter niet op te maken welke kinderpornografische afbeeldingen betrekking hebben op de aangeefsters en welke pornografische afbeeldingen door verdachte via internet in zijn bezit zijn gekomen. Nu in de tenlastelegging niet is gespecificeerd welke foto’s/filmpjes betrekking hebben op de aangeefsters [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , dient verdachte ten aanzien van het onderdeel ‘vervaardigen’ eveneens te worden vrijgesproken. Dit geldt eveneens voor het onderdeel ‘vervaardigen’ zoals in de tenlastelegging onder 6 is opgenomen.
De rechtbank is ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde van oordeel dat verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. Dat verdachte, naar eigen zeggen, niet wist dat hij zoveel kinderporno via Telegram binnenhaalde, acht de rechtbank ongeloofwaardig, gezien de grote hoeveelheden aangetroffen kinderpornografisch materiaal. Daarnaast staat vast dat verdachte, toen het geheugen van zijn telefoon hierdoor vol raakte, kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes heeft overgezet van zijn telefoon naar zijn laptop. Verdachte heeft verklaard dat de kinderporno dag in dag uit op zijn telefoon werd gedownload, zodat er geen sprake is van eenmalig een grote hoeveelheid downloaden.

6.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Zaak 16.056572.22, onder 1, subsidiair
in de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] met [slachtoffer 1] , geboren op [2001] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, en welke zich in een kwetsbare positie bevond, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte:
- zijn vingers en zijn geslachtsdeel in de vagina, tussen de schaamlippen en in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht en gehouden en
- zijn vingers over de clitoris gedaan en
- zichzelf afgetrokken en geëjaculeerd ten overstaan van die [slachtoffer 1] ;
Onder 2, subsidiair
in de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] en [woonplaats] , meermalen via de webcam en/of door middel van videobellen, [slachtoffer 1] , geboren op [2001] , welke zich in een kwetsbare positie bevond, waarvan verdachte wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten het leeftijdsverschil tussen verdachte en voornoemde [slachtoffer 1] , telkens opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, bestaande uit het
- laten zien van haar blote borsten en
- laten betasten van haar blote borsten en vagina en
- laten tonen van haar (geopende) vagina en billen en
- laten penetreren van haar vagina met één of meer vingers en
- laten masturberen en
- aldus laten verrichten van seksuele handelingen bij die [slachtoffer 1] en
- dulden van ontuchtige handelingen van verdachte, te weten het via de webcam of videobellen aan die [slachtoffer 1] laten zien van zijn, verdachtes (stijve) geslachtsdeel en dat hij, verdachte, zichzelf aan het aftrekken is;
Zaak 16.126195.21, onder 1
in de periode van 19 maart 2021 tot en met 28 juni 2021 te [woonplaats] en/of te [woonplaats] wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door:
- veelvuldig te bellen en via SMS, whatsapp of social media berichten te sturen naar die [slachtoffer 2] en haar directe omgeving, te weten o.a. familieleden en vriendinnen, en
- meermaals posts te plaatsen op social media, betrekking hebbende op die [slachtoffer 2] ,
- die [slachtoffer 2] op te wachtten bij school en
- die [slachtoffer 2] op te wachtten bij de woning van de oma van die [slachtoffer 2] en vervolgens die [slachtoffer 2] te benaderen en
- naar de woning van die [slachtoffer 2] te gaan en het erf te betreden en een cadeau te achterlaten, met het oogmerk die [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen en/of te dulden;
Onder 2
in de periode tussen 4 januari 2019 tot en met 5 september 2020 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , met [slachtoffer 2] , geboren op [2004] , die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, meermalen buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, hebbende verdachte meermalen,
- de borsten en vagina betast en aangeraakt en
- zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 2] gebracht en
- de vagina van die [slachtoffer 2] gelikt, althans met zijn mond aangeraakt en
- zijn tong in/tussen de vagina/schaamlippen van die [slachtoffer 2] gebracht;
Onder 4
op 8 mei 2021 te [woonplaats] , gemeente Vijfheerenlanden een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een elektrisch stroomstootwapen/taser, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
Onder 5
In de periode gelegen tussen 4 april 2016 tot en met 30 september 2021 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , meermalen afbeeldingen van een seksuele gedraging, te weten foto’s en video’s en gegevensdragers bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, te weten een telefoon en een geheugenkaart en een laptop en meer harddisks en een harde schijf van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met een penis of vinger/hand en/of de mond/tong, oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met een penis en vinger/hand, oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met een vinger/hand en een voorwerp, vaginaal en anaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (foto nummer 1 tm 12 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video)
en
- het met een vingers/hand en de billen en de vagina en de mond/tong, betasten, aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met een vinger/hand en de billen en de vagina en de mond/tong, betasten, aanraken en likken van het geslachtsdeel en de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met een vinger/hand en een voorwerp, betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (foto nummer 13 tm 26 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video) en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich vervolgens in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en waarna door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, althans, welke seksuele gedragingen bestonden uit het tonen van het naakte/ontblote lichaam, althans delen van het naakte/ontblote lichaam, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt; (foto nummer 27 tm 34 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video) en
- het masturberen boven/bij en ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon, waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (foto nummer 35 tm 38 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video) en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Onder 6
in de periode gelegen tussen 4 april 2016 tot en met 30 september 2021 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , meermalen afbeeldingen en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon en één harde schijf, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij een mens en dieren zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit
- het door een of meerdere dieren oraal penetreren van het lichaam van een persoon en
- het door een dier bij een meerderjarig persoon betasten van het geslachtsdeel en billen en borsten (foto nummer 1 tm 6 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video);
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De rechtbank heeft het in parketnummer 16.126195.21 onder 6 ten laste gelegde verbeterd gelezen, nu daarin de zinsnede “gegevensdragers bevattende afbeeldingen” was vergeten. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

7.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Zaak 16.056572.22, onder 1 subsidiair en in zaak 16.126195.21 onder 2
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Zaak 16.056572.22, onder 2 subsidiair
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
Zaak 16.126195.21
onder 1
belaging;
onder 4
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
onder 5
het meermalen een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een gewoonte maakt;
onder 6
het meermalen een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen;

8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

9.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van het voorarrest;
- de maatregel van terbeschikkingstelling en verpleging van overheidswege (tbs-maatregel met dwangverpleging);
- een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de in het kader van de maatregel ex. artikel 38z van het wetboek van Strafrecht te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening te houden met het feit dat bij verdachte sprake is van de nodige persoonlijkheidsproblematiek die van invloed is geweest op de strafbare feiten. Daarnaast is verdachte niet eerder veroordeeld geweest voor soortgelijke feiten. Verdachte begrijpt dat hij een intensieve behandeling nodig heeft, met name voor zijn seksverslaving. Verdachte zou deze behandeling het liefst ambulant willen hebben, zodat hij door daarnaast te werken zijn financiën weer op orde kan krijgen. Indien de rechtbank het echter noodzakelijk acht dat de eerste fase van de behandeling klinisch zal zijn, dan legt verdachte zich daarbij neer en zal er niet minder gemotiveerd door zijn. Verdachte is bereid zich aan alle voorwaarden te houden die in het kader van de maatregel van TBS met voorwaarden zullen worden opgelegd. Ook heeft verdachte geen bezwaar tegen een contact- en locatieverbod met betrekking tot de aangeefsters. Verdachte verzoekt wel de gebiedsverboden qua omvang te beperken.
Tot slot verzoekt de verdediging de rechtbank bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf rekening te houden met het feit dat de kans van slagen van de behandeling groter is indien daar zo spoedig mogelijk mee wordt aangevangen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en de maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige feiten. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met twee meisjes in de tienerleeftijd, waarbij sprake was van seksueel binnendringen. Ook heeft verdachte zich ten aanzien van één slachtoffer schuldig gemaakt aan stalking en verleiding van haar tot ontucht. Daarnaast heeft verdachte kinderpornografisch materiaal en dierenporno in zijn bezit gehad.
Verdachte heeft door zijn handelen een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de slachtoffers. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van ontucht jarenlang de psychische gevolgen kunnen ondervinden van het misbruik dat zij hebben moeten doorstaan. Uit het dossier en uit de slachtofferverklaringen is duidelijk naar voren gekomen hoezeer [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn getekend door het gedrag van verdachte en hoe zij daar tot op de dag van vandaag nog steeds de psychische gevolgen van ondervinden. Verdachte heeft bij dit alles kennelijk niet stilgestaan en heeft zijn eigen bevrediging vooropgesteld. Toen [slachtoffer 2] op enig moment aangaf geen contact meer met verdachte te willen, ging verdachte haar stalken. De rechtbank rekent verdachte dit alles zwaar aan.
Bij het maken van kinderporno wordt aan kinderen zware psychische schade toegebracht. Door te handelen zoals hij heeft gedaan heeft verdachte bijgedragen aan de vraag die het maken van kinderporno in stand houdt. Ook aan de vraag naar het maken van dierenporno, waarbij aan deze dieren schade wordt toegebracht, is door verdachte door zijn handelen bijgedragen.
Verdachte heeft zich tot slot schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een stroomstootwapen.
Persoon van verdachte en zijn omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 2 september 2022. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor enig misdrijf. Het strafblad van verdachte zal dan ook niet in strafverzwarende zin meewerken;
-een psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van 14 oktober 2022, opgesteld door P.K.J. Ronhaar, psychiater;
- een psychologisch onderzoek Pro Justitia van 12 oktober 2022, opgesteld door drs. I.F.J. Bronnenberg, GZ-psycholoog (supervisant) en drs. T.W. van de Kant, klinisch psycholoog BIG (supervisor)
- een Reclasseringsadvies rechtszitting van 26 oktober 2022, opgesteld door M. van Andel, reclasseringswerker.
In deze
Pro Justitia rapportagesstaan onder meer de volgende bevindingen, conclusies en adviezen:
Bij verdachte is sprake van hyperseksualiteit. Dit is geen scherp omschreven begrip en komt als classificatie ook niet voor in de DSM-5. Het gaat om terugkerende en intense seksuele fantasieën, seksuele driften of seksueel gedrag gedurende een periode van tenminste een half jaar, waar men geen controle over krijgt en waardoor leed of een (klinisch significante) verslechtering van het functioneren ontstaat.
Afgaande op de beschrijvingen van verdachte was er daarbij sprake van een vicieuze cirkel: als hij spanningen of stress ervoer, was seks voor hem de manier om dat te laten afvloeien, verdachte had te weinig effectieve vaardigheden om dat op andere wijze te reguleren. Aan de andere kant bouwden spanningen en stress zich op als hij te lang geen seks had, verdachte zegt zelf dat hij er chagrijnig en depressief van werd. Hij had meisjes nodig om zijn seksuele drang af te laten vloeien en denkbaar is dat hij dit ook nodig had voor het op peil houden van zijn zelfbeeld (waarmee het ook een narcistische kleuring krijgt).
Deze meisjes waren - enkele uitzonderingen daargelaten - voor verdachte inwisselbaar. Hij gebruikte ze instrumenteel en egocentrisch voor eigen behoeftebevrediging en bekommerde zich niet om wat hij bij hen teweegbracht. Hierin zijn antisociale kenmerken herkenbaar.
Verdachtes seksuele ontwikkeling, zijn omgang met zijn hyperseksualiteit en de manier waarop hij zijn toevlucht zocht tot (seks met) tienermeisjes en jonge vrouwen, kan niet los gezien worden van zijn persoonlijkheidsontwikkeling. Al vanaf de vroege jeugd was er bij verdachte sprake van hechtingsproblematiek en van een achterstand in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Inmiddels moet er bij verdachte gesproken worden van een persoonlijkheidsstoornis met vooral antisociale trekken, nu hij op het gebied van scholing, arbeidscarrière, relaties en sociale inbedding niet op het niveau functioneert dat verwacht kan worden bij zijn leeftijd en zijn intelligentieniveau. De kern van verdachtes persoonlijkheidsstoornis is vooral zichtbaar in het instrumentele karakter van zijn omgang met anderen en in zijn onrijpe sociaal emotionele functioneren. De antisociale trekken bij verdachte zijn zichtbaar in de instrumentele wijze waarop hij contacten met anderen aangaat en onderhoudt. Voor verdachte lijken vooral vrouwen en meisjes gebruiksvoorwerpen die hij voor egocentrische doelen en voor snelle behoeftebevrediging kan gebruiken, hetgeen niet los gezien kan worden van zijn hyperseksualiteit.
Stoornissen en mate van toerekening
De rapporteurs zien in de verschillende zedenzaken overeenkomstige delictdynamiek, zodanig dat van een delictpatroon kan worden gesproken. Door de combinatie van zijn hyperseksualiteit en zijn - vooral antisociale - persoonlijkheidskenmerken, had verdachte een sterke drang om meerdere meisjes in te palmen ten behoeve van seksueel contact. Hij had daarbij vrijwel uitsluitend oog voor zijn eigen behoeftes, terwijl hij geen rekening hield met de behoeftes, leeftijd en kwetsbaarheden van aangeefsters. Eerder kan worden gesteld dat hij deze meisjes juist uitkoos vanwege hun jonge leeftijd en hun relatieve kwetsbaarheid. Verdachte werd daarbij gedreven door een sterke (seksuele)drang en was daardoor minder dan een ander in staat om af te zien van deze gedragingen en gedragsalternatieven toe te passen.
Rapporteurs adviseren dan ook de ten laste gelegde ontucht en verkrachtingen, indien bewezen, in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Ook de feiten van belaging kunnen niet los van het voorgaande gezien worden. Ook hierbij gaat verdachte egocentrisch te werk, zonder oog te hebben voor wat hij bij anderen teweeg brengt, zowel bij aangeefsters als familieleden, terwijl hij zich niet laat weerhouden door stopgesprekken. Ook deze feiten adviseren rapporteurs verdachte in een verminderde mate toe te rekenen.
De ten laste gelegde feiten van kinder- en dierenporno hangen direct samen met het voorgaande en daarmee met verdachtes pathologie, reden waarom de rapporteurs adviseren ook deze feiten in verminderde mate toe te rekenen. Als verdachte geen meisjes voorhanden had om zijn seksuele behoeftes te bevredigen, wilde hij vanwege zijn drang en omdat hij meende daar recht op te hebben, kunnen terugvallen op (kinder)pornografisch beeldmateriaal van deze meisjes.
Met betrekking tot het ten laste gelegde verboden wapenbezit zijn de rapporteurs van mening dat er hier van een drang geen sprake is en verdachte geacht wordt kennis te hebben van de regelgeving en op dit punt keuzes te kunnen maken. Dit feit kan hem dan ook volledig worden toegerekend.
Recidivegevaar
Als verdachte onbehandeld zou terugkeren naar de vrije maatschappij, zijn de deskundigen van mening dat zijn stoornisgebieden (hyperseksualiteit en persoonlijkheidsstoornis) opnieuw van invloed zullen zijn. Verdachte zal zijn behoefte aan seks mogelijk enige tijd kunnen beteugelen, maar dit zal opnieuw leiden tot toenadering van puberale meisjes en jongen vrouwen die hiervoor openstaan of die vanwege hun kwetsbaarheid gemakkelijk over te halen zijn. Het risico op hands on-zedendelicten wordt als hoog beoordeeld op de termijn van weken tot maanden als verdachte zonder verdere hulpverlening en toezicht op zichzelf is aangewezen. Ook als hij direct ambulante hulpverlening krijgt en/of onder toezicht staat blijft het risico bestaan op hands-off zedendelicten (online contacten die leiden tot kinderporno).
Zorgprognose en beïnvloedingsmogelijkheden
Vanwege de ernst van de ten laste gelegde feiten, de samenhang met de beschreven pathologie en het als hoog beoordeelde recidivegevaar gericht op pubermeisjes en jonge vrouwen die kwetsbaar en/of weinig weerbaar zijn, is een intensieve en voldoende langdurige behandeling gericht op zowel de zeden- als persoonlijkheidsproblematiek aangewezen om het hoge recidivegevaar te doen verminderen. Deze behandeling dient plaats te vinden in een forensische behandelomgeving en dient in aanvang klinisch te zijn en plaats te vinden in een forensische kliniek, bij voorkeur gespecialiseerd in zowel zeden- als persoonlijkheidsproblematiek. De duur van deze klinische behandeling is op voorhand niet goed aan te geven, dat is ook afhankelijk van de voortgang van de behandeling.
Rapporteurs menen dat het niet verantwoord is deze behandeling al vanaf het begin ambulant te laten plaatsvinden, gegeven het hoge recidivegevaar en het feit dat verdachte - in een tijd van aanhoudingen, huiszoekingen en stopgesprekken - doorging met delictgedragingen zonder dat dit direct zichtbaar was. Na het klinische begin dient een zorgvuldige en goed gemonitorde resocialisatie plaats te vinden, waarbij de behandeling ambulant wordt vervolgd bij een forensisch psychiatrische polikliniek dan wel een (forensisch) Factteam, onder toezicht van de reclassering. De verwachting is dat de totale (klinisch en ambulante) behandeling jaren in beslag zal nemen.
Gelet op de ernst van de feiten, de beschreven stoornissen, het daarmee samenhangende hoge recidiverisico en de noodzaak van een intensieve behandeling van de zeden- en persoonlijkheidsproblematiek, komt naar de mening van de rapporteurs alleen het tbs-kader in aanmerking om de noodzakelijke behandeling tot stand te brengen. Een behandeling in een lichter kader biedt niet de garantie dat verdachte daadwerkelijk en afdoende behandeling ondergaat en dat het recidiverisico afdoende vermindert. Een afdoende vermindering van het recidivegevaar kan worden bereikt door het opleggen van een tbs met voorwaarden, waarbij in de voorwaarden kan worden opgenomen dat verdachte meewerkt aan een in aanvang klinische behandeling in een forensische kliniek, ook als dat medicamenteuze therapie inhoudt, met daarna een ambulante vervolgbehandeling, onder toezicht van de reclassering. Verdachte heeft aangegeven dat hij wil meewerken aan een dergelijke behandeling en dat hij zich aan de gestelde voorwaarden wil houden, ook als dit een in aanvang klinische behandeling inhoudt.
De
reclasseringheeft in de rapportage van 26 oktober 2022 laten weten dat er bij verdachte sprake is van een intrinsieke motivatie en een deels bekennende houding. Dit maakt een
tbs met voorwaarden, met als start een klinische opname, uitvoerbaar. Binnen een klinische behandeling krijgt verdachte de kans om tot inzicht te komen en serieus aan de slag te gaan met het gedrag dat geleid heeft tot de ten laste gelegde feiten waarmee hij slachtoffers heeft gemaakt. Een contact- en gebiedsverbod voor de specifieke slachtoffers acht de reclassering geboden. De reclassering ziet mogelijkheden om uitvoering te geven aan een tbs met voorwaarden. Verdachte heeft niet eerder intensieve behandeling genoten en toont zich gemotiveerd, zij het met een beperkt inzicht. Er is een verband tussen de door de gedragsdeskundigen vastgestelde diagnose en de ten laste gelegde feiten, verdachte is een deels bekennende verdachte en de Pro Justitia rapporteurs achten hem verminderd toerekeningsvatbaar. De reclassering verbindt de volgende voorwaarden aan de titel tbs met voorwaarden:
geen strafbaar feit plegen;
meewerken aan reclasseringstoezicht;
opname in een zorginstelling;
meewerken aan een time-out;
begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
ambulante behandeling;
vermijden contact met minderjarigen;
controle van gegevensdragers;
dagbesteding
meewerken aan schuldhulpverlening/beschermingsbewind
niet naar het buitenland (reisverbod)
contactverbod met de slachtoffers
locatieverbod.
De reclassering adviseert de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren en daarnaast een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen voor na afloop van de tbs-maategel.
De conclusies van de rechtbank
Gezien de adviezen van de psycholoog en de psychiater neemt de rechtbank hun conclusie dat het noodzakelijk is dat verdachte wordt behandeld voor zijn stoornissen over. Ook neemt de rechtbank het advies over om de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Gelet op de hiervoor genoemde adviezen en de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat oplegging van de tbs-maatregel met voorwaarden passend en noodzakelijk is.
Aan de wettelijke voorwaarden voor het opleggen van tbs is voldaan. De bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan vier jaren is gesteld. Ook bestond bij verdachte tijdens het begaan van de bewezenverklaarde feiten (met uitzondering van het bewezenverklaarde wapenbezit) een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en een ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
Verder is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke vereiste dat de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel eist. Daartoe is redengevend hetgeen de rapporteurs naar voren hebben gebracht over de stoornissen van verdachte en het daarmee samenhangende recidiverisico. Het is niet verantwoord verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. Alleen de tbs-maatregel biedt naar het oordeel van de rechtbank voldoende zekerheid dat verdachte daadwerkelijk zal worden behandeld en de kans op recidive voldoende zal worden ingeperkt. Anders dan door de officier van justitie is gevorderd, acht de rechtbank een tbs maatregel met dwangverpleging niet op zijn plaats. Verdachte is immers nog niet eerder behandeld in een minder vergaand kader. Mede gelet op het advies van de rapporteurs (tbs met voorwaarden) voert het nu te ver om een tbs maatregel met dwangverpleging op te leggen. Tot slot vindt de stelling van de officier van justitie dat voorwaardelijke tbs niet opgelegd kan worden bij een veroordeling voor ernstige (zeden)feiten, geen steun in de wet.
De rechtbank zal de in het advies van de reclassering genoemde voorwaarden, met enkele kleine aanpassingen, aan de tbs-maatregel verbinden. De verdachte heeft verklaard dat hij zich aan de gestelde voorwaarden zal houden. Ten aanzien van het locatieverbod is van belang dat het slachtoffer [slachtoffer 1] op een geheim adres in [woonplaats] woont. Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij geen redenen heeft om in [woonplaats] te zijn, behalve op de A27. Gelet op het belang van het slachtoffer afgewogen tegen de belangen van verdachte, zal de rechtbank het locatieverbod formuleren op de in het dictum omschreven wijze. Van het slachtoffer [slachtoffer 2] is wel een woonadres bekend, zodat bij haar geen aanleiding bestaat het locatieverbod te laten gelden voor haar hele woonplaats. De rechtbank zal dat locatieverbod beperken tot een straal van 250 meter rondom haar woonadres.
De rechtbank zal vanwege het geconstateerde herhalingsgevaar bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is. Dat betekent dat verdachte zich aan de voorwaarden moet houden, ook als de zaak nog niet onherroepelijk is omdat er sprake is van een tegen dit vonnis ingesteld hoger beroep.
Als verdachte niet of onvoldoende meewerkt aan de opgelegde voorwaarden kan alsnog tbs met dwangverpleging worden opgelegd. Indien op enig moment de opgelegde tbs met voorwaarden zal worden omgezet in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging, staat vast dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Gevangenisstraf
Naast de tbs-maatregel met voorwaarden dient naar het oordeel van de rechtbank aan verdachte een straf te worden opgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank volstaat slechts een gevangenisstraf. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren een passende straf. De rechtbank zal deze straf dan ook, met aftrek van het voorarrest, opleggen aan verdachte.
De rechtbank wijkt hierbij af van de eis van de officier van justitie, nu de rechtbank verdachte vrijspreekt voor een aantal feiten en tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
Om het recidivegevaar in te perken, kan een maatregel van gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het wetboek van Strafrecht worden opgelegd. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om aan verdachte ook na afloop van de tbs-maatregel gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden op te leggen indien dat in verband met dan bestaande risico’s noodzakelijk is.
De rechtbank acht het, gelet op de adviezen van de deskundigen, noodzakelijk dat verdachte, ook na de tbs, langdurig onder toezicht kan worden gesteld om het recidiverisico op een aanvaardbaar niveau te houden. Aan de wettelijke vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. De rechtbank gelast immers de tbs van verdachte en gelet op de aard van de stoornissen en de risico’s is de oplegging van de maatregel in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen. De beoordeling van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de maatregel, en indien nodig onder welke voorwaarden, zal in de laatste fase van de aan verdachte opgelegde tbs-maatregel plaatsvinden.
Vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht
Daarnaast zal de rechtbank, naast het contact- en gebiedsverbod in het kader van de tbs met voorwaarden, aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het wetboek van Strafrecht opleggen. De maatregel houdt in dat verdachte gedurende een periode van vijf jaren geen contact mag opnemen met de slachtoffers. De rechtbank doet dit zodat verdachte ook in de periode dat de tbs met voorwaarden nog niet loopt geen contact met de slachtoffers mag opnemen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen dat gericht is of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zal de maatregel dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. Dit betekent dat het contactverbod zal ingaan op de dag waarop vonnis wordt gewezen.

10.BENADEELDE PARTIJEN

[slachtoffer 1]heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 10.087,72. Dit bedrag bestaat uit € 87,72 materiële schade en € 10.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in zaak 16.056572.22, onder 1 subsidiair en onder 2 subsidiair ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 2]heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 12.547,79. Dit bedrag bestaat uit € 47,79 materiële schade en € 12.500,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in zaak 16.126195.21 onder 1 en onder 2 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 3]heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 25.473,34. Dit bedrag bestaat uit € 473,34 materiële schade en € 25.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in zaak 16.056572.22, onder 3 en onder 4, het in zaak 16.126195.21 onder 3 en het in zaak 16.221269.22 ten laste gelegde feiten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] tot schadevergoeding geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen opmerkingen ten aanzien van het materiele deel van de vorderingen. Ten aanzien van het immateriële deel van de vorderingen heeft de verdediging, gelet op de deels bepleite vrijspraken, de rechtbank in overweging gegeven de vorderingen te matigen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Vordering [slachtoffer 1]
Uit de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] . De opgevoerde materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd. De rechtbank zal de gevorderde materiële schade daarom geheel toewijzen.
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat de benadeelde partij ook immateriële schade heeft geleden door de bewezenverklaarde feiten. De verdediging heeft dit ook niet betwist. De rechtbank is van oordeel dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ zonder meer kan worden aangenomen. De rechtbank acht, mede gelet op de vrijspraak van de in de zaak 16.056572.22 onder 1 primair ten laste gelegde verkrachting en de onder 2 primair ten laste gelegde aanranding, een vergoeding van € 5.000,- billijk en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
De rechtbank zal de vordering dus tot een bedrag van € 5.087,72 toewijzen. Het bedrag wordt vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juli 2017 tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.087,72, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juli 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Vordering [slachtoffer 2]
Uit de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] . De opgevoerde materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd. De rechtbank zal de gevorderde materiële schade daarom geheel toewijzen.
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat de benadeelde partij ook immateriële schade heeft geleden door de bewezenverklaarde feiten. De verdediging heeft dit ook niet betwist. De rechtbank is van oordeel dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ zonder meer kan worden aangenomen. De rechtbank acht een vergoeding van € 7.500,- billijk en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
De rechtbank zal de vordering dus tot een bedrag van € 7.547,79 toewijzen. Het bedrag wordt vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 4 januari 2019 tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 2] aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 7.547,79, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 4 januari 2019 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 72 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Vordering [slachtoffer 3]
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het in zaak 16.056572.22, onder 3 primair en subsidiair, onder 4 primair en subsidiair, in zaak 16.126195.22 onder 3 en in zaak 16.221269.22 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

11.BESLAG

De rechtbank onttrekt de onder verdachte in beslag genomen wapens aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd met de wet of het algemeen belang zijn. De gegevensdragers worden verbeurd verklaard aangezien deze gebruikt zijn om bewezen verklaarde strafbare feiten mee te plegen. De overige goederen kunnen aan de rechthebbende worden geretourneerd. De beslissingen zijn in het dictum weergegeven.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 37a, 38, 38a, 38v, 38w, 38z, 57, 240b, 245, 248a, 254a en 285b, van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het in zaak 16.056572.22 onder 1 primair, onder 2 primair, onder 3, primair en subsidiair en onder 4, primair en subsidiair ten laste gelegde, het in zaak 16.126195.21, onder 3 ten laste gelegde en het in zaak 16.221269.22 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het in de zaak 16.056572.22 onder 1 subsidiair, onder 2 subsidiair ten laste gelegde en het in zaak 16.126195.21 onder 1, 2, 4, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het in rubriek 6 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 2 (twee) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij
de volgende voorwaarden:
- stelt als
algemene voorwaardedat:
 dat de verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- stelt daarbij de volgende
voorwaarden betreffende het gedragvan de ter beschikking gestelde:

1. geen strafbaar feit plegen

verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;

2. meewerken aan reclasseringstoezicht

verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat
nodig is;
- verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan
aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te
helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- verdachte zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor zijn begeleiders en behandelaren;
- verdachte werkt mee aan huisbezoeken;
- verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling
door andere instellingen of hulpverleners;
- verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die
contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
- verdachte verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn resocialisatie en
begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen
en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;

3. opname in een zorginstelling

direct na detentie laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling en zal verblijven in een nader te bepalen forensische klinische instelling, zulks te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zo lang de reclassering en het behandelteam dat nodig vinden. Verdachte houdt zich aan de daar geldende huisregels, afspraken en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen en/of laten toedienen van en controle op medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Als de reclassering en het behandelteam een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vinden, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;

4. meewerken aan een time-out

verdachte werkt, in het geval van een door de reclassering en behandelaren geïndiceerde
crisissituatie, mee aan een tijdelijke terugplaatsing in de gesloten unit van een FPA/FPK of een soortgelijke instelling, voor de duur van maximaal twee keer zeven weken per kalenderjaar;

5. begeleid wonen of maatschappelijke opvang

indien geïndiceerd en op inzicht van de reclassering kan bepaald worden dat verdachte zal verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Het verblijf duurt zo lang de reclassering en zorginstelling dat nodig vinden. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;

6. ambulante behandeling

verdachte laat zich na de klinische opname behandelen door een forensisch ambulante
behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering.
De behandeling duurt zo lang de reclassering en/of de zorginstelling dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de
behandeling. Het innemen en/of laten toedienen van medicijnen en controle hierop kan
onderdeel zijn van de behandeling;

7. Dagbesteding

verdachte zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende- en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding en houdt zich aan de voorwaarden c.q. regels die hem gesteld worden;

8. Meewerken aan schuldhulpverlening/beschermingsbewind

verdachte geeft inzage in zijn financiën en werkt zo nodig mee aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen en/of beschermingsbewind als de reclassering dit nodig acht;

9. niet naar het buitenland (reisverbod)

verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;

10. contactverbod

verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de slachtoffers [slachtoffer 1] (geboren [2001] ) en [slachtoffer 2] (geboren [2004] ) en plaatst geen berichten middels social media welke belastend zijn voor de slachtoffers, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;

11. locatieverbod

verdachte bevindt zich niet binnen de gemeentegrenzen van de gemeente [woonplaats] (zijnde de woonplaats van [slachtoffer 1] ). Ook zal verdachte zich niet bevinden binnen een straal van 250 meter van het woonadres van [slachtoffer 2] ( [adres] , [woonplaats] ). Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatieverbod;
- geeft opdracht aan de Reclassering Nederland de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht
dadelijk uitvoerbaarzijn;
Maatregel 38 v
- legt aan verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van vijf jaren;
  • beveelt dat verdachte zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] (geboren [2001] ) en [slachtoffer 2] (geboren [2004] ), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod noodzakelijk acht;
  • Beveelt dat verdachte zich niet begeeft binnen de gemeentegrenzen van de gemeente [woonplaats] (woonplaats [slachtoffer 1] ) en beveelt dat verdachte zich evenmin begeeft in een straal van 250 meter van het adres [adres] , [woonplaats] (woonadres [slachtoffer 2] );
  • beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door een week hechtenis, met een maximum van zes maanden;
  • beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
- legt aan verdachte op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 5.087,72;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2017 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat
€ 5.087,72 te betalen, vermeerderd met de wettelijke vanaf 1 juli 2017 van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 60 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
[slachtoffer 2]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 7.547,79;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 januari 2019 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 7.547,79 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 januari 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 72 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
[slachtoffer 3]
- verklaart [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
Beslag
Verklaart de volgende goederen onttrokken aan het verkeer:
  • 1 STK Wapen, g2817745 taser in vorm van zaklamp, zwart
  • 1 STK gasdrukwapen, g2817747 9 mm para in wapenkoffer leeg patroonmagazijn, : Sig Sauer P226
  • 1 STK Gasdrukwapen met leeg Patroonmagazijn (Omschrijving: g2818879, Kjworks)
  • 1 STK Wapen (Omschrijving: g2818883 Patroonmagazijnen voor een sig sauer, zwart, merk: Sig Sauer)
Verklaart de volgende goederen verbeurd:
  • 1 STK Telefoontoestel, g2819360 In de telefoon zit een touch screen pennetje Imei: [nummer] samsung galaxy note 10, zwart, merk: Samsung Galaxy Note)
  • 1 STK geheugenkaart Deponeren (Omschrijving: g2819366, Samsung 16 Micro HC)
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-MDRBC21081_689333
  • telefoon in bruine doos incl diverse hoesjes, Zwart, merk: SAMSUNG)
  • 1 STK Harde schijf (Omschrijving: PL0900-MDRBC21081_693890, SEAGATE)
  • 1 STK Harde schijf (Omschrijving: PL0900-MDRBC21081_689321
  • harde schijf incl snoer, ZWART, merk: EWENT)
  • 1 STK Mini laptop (Omschrijving: PL0900-MDRBC21081_689315
  • Mini laptop scheur in het deksel zonder voeding, ZWART, merk: ASUS)
Bepaalt dat de volgende goederen geretourneerd worden aan de rechthebbende:
  • 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: g2819363, Meerkleurig, merk: Tele 2)
  • 1 STK Adapter (Omschrijving: PL0900-MDRBC21081_689336
adapter incl snoer/oplader, Grijs, merk: DELL).
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.G. De Weerd, voorzitter, mrs. P.M. Leijten en
J.P. Verboom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Gardenier, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 november 2022.
Bijlage: de tenlasteleggingen
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Zaak 16.056572.22(en zoals gewijzigd ter terechtzitting van 9 september 2022)
1
hij in of omstreeks de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of(een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer 1] , geboren op [2001] , en welke zich in een kwetsbare positie bevond een of meer malen (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer 1] , immers heeft verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de vagina, tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- ( met) zijn vinger(s) op/over de clitoris gedaan en/of gewreven en/of
- zichzelf afgetrokken en/of geëjaculeerd ten overstaan van die [slachtoffer 1] ,
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens):
- zijn hand op en/of in de broek van die [slachtoffer 1] heeft gedaan/gestopt en/of gehouden en/of
- op die [slachtoffer 1] is gaan liggen en/of
- ( onverhoeds) bovengenoemde handelingen heeft uitgevoerd en/of
- misbruik heeft gemaakt van de omstandigheid dat die [slachtoffer 1] (veel) jonger en/of fysiek (veel) minder sterk is dan hij, verdachte, en/of
- die [slachtoffer 1] in een door hem, verdachte, gecontroleerde situatie en/of een afhankelijke positie heeft gebracht en/of gehouden en/of
- herhaaldelijk/veelvuldig (op gebiedende taal/toon) heeft aangedrongen om seksuele handelingen met hem te verrichten en/of
- ( aldus) een zodanige druk heeft doen opleveren, in elk geval heeft doen ontstaan, dat die [slachtoffer 1] geen, in elk geval onvoldoende, weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin die [slachtoffer 1] verdachte niet kon weerhouden van de door hem, verdachte, (beschreven) handelingen en/of hier tegen geen, in elk geval onvoldoende,
verzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland met [slachtoffer 1] , geboren op [2001] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, en welke zich in een kwetsbare positie bevond, meermalen, althans eenmaal (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de vagina, tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- ( met) zijn vinger(s) op/over de clitoris gedaan en/of gewreven en/of
- zichzelf afgetrokken en/of geëjaculeerd ten overstaan van die [slachtoffer 1] ;
2
hij in of omstreeks de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal (telkens) via de webcam en/of door middel van videobellen door een feitelijkheid, [slachtoffer 1] , welke zich in een kwetsbare positie bevond, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het
- laten zien van haar blote borsten en/of
- laten en/of doen betasten van haar (blote) borst(en) en/of vagina en/of
- laten en/of doen tonen van haar (geopende) vagina en/of billen en/of
- laten en/of doen penetreren van haar vagina en/of anus met één of meer
vinger(s) en/of
- laten en/of doen masturberen en/of
- ( aldus) laten verrichten van (een of meer van bovengenoemde) seksuele handelingen bij die [slachtoffer 1] en/of
- dulden van ontuchtige handelingen van verdachte, te weten het via de webcam en/of videobellen aan die [slachtoffer 1] laten zien/tonen van zijn, verdachtes (stijve) geslachtsdeel en/of dat hij, verdachte zichzelf aan het aftrekken is,en bestaande die feitelijkheid uit het
- gebruikmaken van zijn psychische overwicht op die [slachtoffer 1] en/of
- misbruik maken van de omstandigheid dat die [slachtoffer 1] (veel) jonger is
dan hem, verdachte en/of
- brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een door hem, verdachte, gecontroleerde situatie en/of een afhankelijke positie en/of
- herhaaldelijk/veelvuldig (op gebiedende taal/toon) aandringen om seksuele handelingen voor de webcam/camera te verrichten en/of
- ( aldus) opleveren/doen ontstaan van een zodanige druk, dat die [slachtoffer 1] geen, in elk geval onvoldoende, weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin die [slachtoffer 1] verdachte niet kon weerhouden van de door hem, verdachte, (beschreven) handelingen en/of
hier tegen geen, in elk geval onvoldoende, verzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken en derhalve de hierboven genoemde seksuele handelingen heeft gepleegd en/of geduld;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 20 november 2015 tot en met 19 november 2017 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal (telkens) via de webcam en/of door middel van videobellen, [slachtoffer 1] , geboren op [2001] , welke zich in een kwetsbare positie bevond, waarvan verdachte wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten het leeftijdsverschil tussen verdachte en voornoemde [slachtoffer 1] , (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, bestaande uit het
- laten zien van haar blote borsten en/of
- laten en/of doen betasten van haar (blote) borst(en) en/of vagina en/of
- laten en/of doen tonen van haar (geopende) vagina en/of billen en/of
- laten en/of doen penetreren van haar vagina en/of anus met één of meer
vinger(s) en/of
- laten en/of doen masturberen en/of
- ( aldus) laten verrichten van (een of meer van bovengenoemde) seksuele
handelingen bij die [slachtoffer 1] en/of
- dulden van ontuchtige handelingen van verdachte, te weten het via de webcam en/of videobellen aan die [slachtoffer 1] laten zien/tonen van zijn, verdachtes (stijve) geslachtsdeel en/of dat hij, verdachte zichzelf aan het aftrekken is;
3
hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2014 tot en met 3 juli 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , in elk geval in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of(een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer 3] , geboren op [1999] , een of meer malen (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] ,immers heeft verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de vagina, tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer 3] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- een deur van zijn (een) woning op slot heeft gedaan, teneinde te voorkomen/beletten dat die [slachtoffer 3] die woning heeft kunnen verlaten en/of
- de telefoon van die [slachtoffer 3] heeft verborgen, teneinde te voorkomen/beletten dat die [slachtoffer 3] telefonisch hulp heeft kunnen krijgen en/of
- ( aldus) die [slachtoffer 3] in een door hem, verdachte, gecontroleerde situatie en/of een afhankelijke positie heeft gebracht en/of gehouden en/of
- de woorden aan die [slachtoffer 3] heeft toegevoegd: “weet je wel wat dat is, dat zal ik je nu laten merken”, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) zijn hand en/of vinger(s) in de ka(a)k(en)/mond van die [slachtoffer 3] heeft gebracht en/of (vervolgens) de mond van die [slachtoffer 3] heeft geopend en/of (vervolgens) zijn penis in de mond van die [slachtoffer 3] heeft gebracht/gestopt en/of
- die [slachtoffer 3] heeft gedwongen, terwijl zij zwanger was, een trio te hebben met hem en/of een andere (vrouwelijke) persoon en/of
- tijdens de seks met die [slachtoffer 3] , hardhandig/grof in de borst(en) heeft geknepen en/of heeft vastgepakt en/of
- misbruik heeft gemaakt van de omstandigheid dat die [slachtoffer 3] (veel) jonger en/of fysiek (veel) minder sterk is dan hij, verdachte, en/of
- herhaaldelijk/veelvuldig (op gebiedende taal/toon) heeft aangedrongen om seksuele handelingen met hem te verrichten en/of
- ( aldus) een zodanige druk heeft doen opleveren, in elk geval heeft doen ontstaan, dat die [slachtoffer 3] geen, in elk geval onvoldoende, weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin die [slachtoffer 3] verdachte niet kon weerhouden van de door hem, verdachte, (beschreven) handelingen en/of hier tegen geen, in elk geval onvoldoende, verzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2014 tot en met 2 juli 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , in elk geval in Nederland in elk geval in Nederland met [slachtoffer 3] , geboren op [1999] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, meermalen, althans eenmaal (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] ,hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de vagina, tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer 3] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- hardhandig/grof in de borst(en) van die [slachtoffer 3] geknepen en/of vastgepakt, althans betast/aangeraakt;
4
hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2014 tot en met 3 juli 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal (telkens) via de webcam en/of door middel van videobellen en/of via what’sapp, door een feitelijkheid, [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit het
- laten zien van haar blote borsten en/of
- laten en/of doen betasten van haar (blote) borst(en) en/of vagina en/of
- laten en/of doen tonen van haar (geopende) vagina en/of billen en/of
- laten en/of doen masturberen, althans zichzelf bevredigen en/of
- ( aldus) laten verrichten van (een of meer van bovengenoemde) seksuele handelingen bij die [slachtoffer 3] , en bestaande die feitelijkheid uit het
- toevoegen van de woorden aan die [slachtoffer 3] dat hij, verdachte haar naaktfoto’s zou verspreiden/openbaar maken, als zij geen seksueel getinte foto’s en/of video’s naar hem verdachte zou sturen, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- boos worden op en/of schreeuwen naar die [slachtoffer 3] , als zij geen seksueel getinte foto’s/films van haar naar hem, verdachte zou sturen en/of
- gebruikmaken van zijn psychische overwicht op die [slachtoffer 3] en/of
- misbruik maken van de omstandigheid dat die [slachtoffer 3] (veel) jonger is dan hem, verdachte en/of
- brengen en/of houden van die [slachtoffer 3] in een door hem, verdachte, gecontroleerde situatie en/of een afhankelijke positie en/of
- herhaaldelijk/veelvuldig (op gebiedende taal/toon) aandringen om seksuele handelingen voor de webcam/camera/what’sapp te verrichten en/of
- ( aldus) opleveren/doen ontstaan van een zodanige druk, dat die [slachtoffer 3] een, in elk geval onvoldoende, weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin die [slachtoffer 3] verdachte niet kon weerhouden van de door hem, verdachte, (beschreven) handelingen en/of
hier tegen geen, in elk geval onvoldoende, verzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken en derhalve de hierboven genoemde seksuele handelingen heeft gepleegd en/of geduld;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2014 tot en met 3 juli 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal (telkens) via de webcam en/of door middel van videobellen, [slachtoffer 3] , geboren op [1999] , waarvan verdachte wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten het leeftijdsverschil tussen verdachte en voornoemde [slachtoffer 3] , (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, bestaande uit het
- laten zien van haar blote borsten en/of
- laten en/of doen betasten van haar (blote) borst(en) en/of vagina en/of
- laten en/of doen tonen van haar (geopende) vagina en/of billen en/of
- laten en/of doen masturberen, althans zichzelf laten bevredigen en/of
- ( aldus) laten verrichten van (een of meer van bovengenoemde) seksuele handelingen bij die [slachtoffer 3] ;
Zaak 16.126195.21
1
hij in of omstreeks de periode van 19 maart 2021 t/m 28 juni 2021 te [woonplaats] en/of te [woonplaats] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door:
- veelvuldig, althans meermaals, te bellen en/of (via SMS, whatsapp en/of social media) berichten te sturen naar die [slachtoffer 2] en/of haar directe omgeving (te weten o.a. familieleden en/of vriendinnen) en/of
- meermaals, althans eenmaal, post(s) te plaatsen op social media (betrekking hebbende op die [slachtoffer 2] )
- die [slachtoffer 2] op te wachtten bij school en/of
- die [slachtoffer 2] op te wachtten bij de woning van de oma van die [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] te benaderen en/of
- naar de woning van die [slachtoffer 2] te gaan en/of het erf te binnendringen/betreden en/of een cadeau te achterlaten, met het oogmerk die [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 januari 2018 tot en met 5 september 2020 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, met [slachtoffer 2] , geboren op [2004] , die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, meermalen, althans éénmaal (telkens) buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens)
- de borsten en/of vagina, althans de schaamstreek van die [slachtoffer 2] betast en/of aangeraakt en/of
- zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] gebracht en/of gestopt en/of
- de vagina, althans de schaamstreek van die [slachtoffer 2] gelikt, althans met zijn mond aangeraakt en/of
-(vervolgens) zijn tong in/tussen de vagina/schaamlippen van die [slachtoffer 2] gebracht en/of gedaan en/of
- zijn geslachtsdeel gebracht en/of gehouden in de mond en/of de vagina van die [slachtoffer 2] ;
3
hij in of omstreeks de periode van 31 december 2020 t/m 10 april 2021 te [woonplaats] en/of te [woonplaats] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] , door meermaals (via whatsapp en/of social media) een bericht naar die [slachtoffer 3] te sturen,
met het oogmerk die [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
4
hij op of omstreeks 8 mei 2021 te [woonplaats] , gemeente Vijfheerenlanden een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een elektrisch stroomstootwapen/taser, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
5
hij in de periode gelegen tussen 4 april 2016 tot en met 30 september 2021 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen van een seksuele gedraging, te weten (een) foto(’s) en (een) video(’s), en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) van een seksuele gedraging, te weten een of meer telefoon(s) en/of een geheugenkaart en/of een laptop en/of een of meer harddisk(s) en/of een harde schijf van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,heeft verspreid, aangeboden,openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met de/een penis en/of vinger(s)/hand en/of de mond/tong, oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met de/een penis en/of vinger(s)/hand, oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met de/een vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (foto nummer 1 tm 12 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video)
en/of
- het met de/een vinger(s)/hand en/of de billen en/of de vagina en/of de mond/tong, betasten, aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met de/een vinger(s)/hand en/of de billen en/of de vagina en/of de mond/tong, betasten, aanraken en/of likken van het geslachtsdeel en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het met de/een vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en),betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (foto nummer 13 tm 26 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving een/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, althans, welke seksuele gedragingen bestonden uit het tonen van het naakte/ontblote lichaam, althans delen van het naakte/ontblote lichaam, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt; (foto nummer 27 tm 34 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video) en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon, waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(foto nummer 35 tm 38 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video)en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
6
hij in de periode gelegen tussen 4 april 2016 tot en met 30 september 2021 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen, te weten
een telefoon en/of één of meer harde schijven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij een mens en (een) dier(en) is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit
- het door een of meerdere dier(en) oraal penetreren van het lichaam van een persoon en/of
- het door een dier bij een meerderjarig persoon betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of billen en/of borsten (foto nummer 1 tm 6 van de in de toonmap opgenomen foto/film/video);
Zaak 16.221269.22
hij op of omstreeks 22 maart 2016 te [woonplaats] , althans in Nederland, door geweld en/of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en),
[slachtoffer 3] , geboren op [1999] , een of meermalen (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] , immers heeft verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens) een of meer vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de vagina, tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer 3] geduwd/gebracht en/of gehouden, en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld
en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het meermalen, althans eenmaal (telkens)
- op slot doen van een deur van zijn (slaap)kamer, teneinde te voorkomen/beletten dat die [slachtoffer 3] die woning heeft kunnen verlaten en/of
- verbergen/in de kluis doen van de sleutel van de (slaap)kamerdeur en/of de telefoon van die [slachtoffer 3] , teneinde te voorkomen/beletten dat die [slachtoffer 3] telefonisch hulp heeft kunnen krijgen en/of
- ( aldus) brengen/houden van die [slachtoffer 3] in een door hem, verdachte gecontroleerde situatie en/of een afhankelijke positie en/of
- toevoegen van de woorden aan die [slachtoffer 3] : “weet je wel wat verkrachting is, dat zal ik je nu laten merken” en/of "dat ga ik dan ook echt doen", althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( hardhandig) neer zetten van die [slachtoffer 3] naast het bed en/of
- ( vervolgens) brengen van zijn hand en/of vinger(s) in/tussen de ka(a)k(en) /mond van die [slachtoffer 3] en/of (vervolgens) het openen van de mond van die [slachtoffer 3] en/of
- ( vervolgens) brengen/stoppen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer 3] en/of
- misbruik maken van de omstandigheid dat die [slachtoffer 3] (veel) jonger en/of fysiek (veel) minder sterk is dan hij, verdachte, en/of
- herhaaldelijk/veelvuldig (op gebiedende taal/toon) aandringen om seksuele handelingen met hem, verdachte te verrichten en/of
- ( aldus) doen opleveren/ontstaan van een zodanige druk dat die [slachtoffer 3] geen, in elk geval onvoldoende, weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin die [slachtoffer 3] verdachte niet kon weerhouden van het plegen van de hierboven genoemde (seksuele) handeling(en) en/of hier tegen geen, in elk geval onvoldoende, verzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken;

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal voorgeleiding van 10 maart 2022, proces-verbaal raadkamer van 17 maart 2022 en proces-verbaal deel 3, eind proces-verbaal, van 19 mei 2022, onderzoek ZZ03Kaneel/MDRBC21081, volgens de in deze dossiers toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pag. 269 (proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] )
3.Pag. 270 (proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] )
4.Pag. 271 (proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] )
5.Pag. 272 (proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] )
6.Pag. 273 (proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] )
7.Pag. 274 (proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] )
8.Pagina 245 (proces-verbaal van bevindingen).
9.Pag. 398 (proces-verbaal van verhoor verdachte)