ECLI:NL:RBMNE:2022:4908
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis inzake onverschuldigd betaalde pensioenpremie over onregelmatigheidstoeslag met onderbouwing van correctieregels
In deze zaak heeft de kantonrechter op 15 juni 2022 een tussenvonnis gewezen in een civiele procedure tussen meerdere besloten vennootschappen, aangeduid als [eisers c.s.], en de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). De eisende partijen vorderen terugbetaling van onverschuldigd betaalde pensioenpremies over de onregelmatigheidstoeslag (ORT) voor de jaren 2012 tot en met 2018. Na een tussenvonnis van 1 december 2021 hebben de eisers een akte ingediend ter onderbouwing van hun schade, waarop StiPP heeft gereageerd met een antwoordakte. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de ingediende producties, met name productie 16, die niet correct was ingediend. De rechter heeft de eisers opgedragen om hun vordering nader te onderbouwen, met name door middel van een steekproef van 40 correctieregels. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisers de nodige onderbouwing moeten aanleveren om hun vordering te staven, en dat de correcties die StiPP heeft aangevoerd, zoals het niet meenemen van bepaalde jaren in de berekening, niet zonder meer geaccepteerd kunnen worden. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 27 juli 2022 voor verdere behandeling, waarbij de eisers hun herziene berekening en onderbouwing moeten presenteren.