Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in oppositie met een productie;
- de conclusie van repliek in oppositie met producties.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak gaat het om een verzetprocedure waarbij [gepposeerde] B.V. (hierna: [gepposeerde]) in eerste instantie een verstekvonnis heeft verkregen tegen [opposante] B.V. (hierna: [opposante]) voor een openstaand bedrag van € 3.267,00, dat voortvloeit uit een overeenkomst van opdracht. [gepposeerde] heeft administratieve werkzaamheden verricht voor [opposante] en vordert betaling van het resterende bedrag van een factuur van € 7.865,00, waarvan een deel al door [opposante] is betaald. [opposante] heeft echter betwist dat [gepposeerde] werkzaamheden heeft verricht voor de jaren 2019 en 2020 en heeft verzet aangetekend tegen het verstekvonnis. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gepposeerde] niet heeft voldaan aan haar stelplicht met betrekking tot de werkzaamheden die zij in die jaren heeft verricht. Hierdoor is de vordering tot betaling van het vaste loon over die jaren afgewezen. Tevens is de vordering tot betaling van de 'kosten administratief systeem' afgewezen, omdat [gepposeerde] niet heeft aangetoond dat deze kosten zijn overeengekomen. Het verstekvonnis is vernietigd, de oorspronkelijke vorderingen van [gepposeerde] zijn afgewezen en het gelegde executoriale beslag is opgeheven. [gepposeerde] is veroordeeld in de proceskosten van de verstek- en verzetprocedure.