Op 23 november 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting. De tenlastelegging betrof een incident op 12 juli 2022 te Amersfoort, waarbij de verdachte zou hebben geprobeerd brand te stichten aan een Volkswagen Polo, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. Tijdens de zitting op 9 november 2022 heeft de officier van justitie, mr. E. Wiersma, betoogd dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. R.J. Jager, pleitte echter voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs en voerde aan dat er sprake was van een onrechtmatige doorzoeking van de woning van de verdachte.
De rechtbank heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Er was geen onderzoek verricht naar de oorzaak van de brand, waardoor een andere oorzaak dan brandstichting niet kon worden uitgesloten. Daarnaast bestond er twijfel over de identificatie van de verdachte op camerabeelden. Gezien deze twijfels heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde feit.
De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 16-304699-20 afgewezen, aangezien de verdachte werd vrijgesproken. Tevens is er een teruggave gelast van in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M.E. Dekker, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.