Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Inleiding en procesverloop
Overwegingen
- zijn op een zorgvuldige manier tot stand gekomen;
- bevatten geen tegenstrijdigheden; en
- zijn voldoende begrijpelijk.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 10 november 2022, staat de arbeidsongeschiktheid van eiseres centraal. Eiseres, die sinds 7 december 2015 arbeidsongeschikt is, had een WIA-uitkering aangevraagd die aanvankelijk was toegekend. Echter, na een herbeoordeling door het UWV op 4 augustus 2020, werd vastgesteld dat eiseres voor 0% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot het intrekken van haar uitkering. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, waarna een nieuwe Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) werd opgesteld, die haar arbeidsongeschiktheid op 46,82% vaststelde. Dit leidde tot een hernieuwde toekenning van de WIA-uitkering.
Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van het UWV. Tijdens de zitting op 2 februari 2022, waar eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, werd het UWV niet vertegenwoordigd. De rechtbank besloot op 8 maart 2022 het onderzoek te heropenen en benoemde een deskundige, mevrouw A. van Nijen, om de situatie van eiseres verder te onderzoeken. In haar rapport concludeerde Van Nijen dat eiseres lijdt aan verschillende psychische stoornissen die haar ernstig beperken in haar dagelijks leven en dat de kans op herstel en deelname aan het arbeidsproces klein is.
De rechtbank oordeelde dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met de bevindingen van de deskundige en dat er een motiveringsgebrek was in het bestreden besluit. De rechtbank gaf het UWV de gelegenheid om het gebrek te herstellen, met een termijn van zes weken. De rechtbank hield verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.