ECLI:NL:RBMNE:2022:4786

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
16/099675-19
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in overvalzaken op tankstation en supermarkt in De Meern

In de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van twee overvallen in De Meern, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 16 november 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de overval op een tankstation op 13 december 2018 en de overval op een supermarkt op 8 maart 2019. Hoewel vaststond dat de overvallen hadden plaatsgevonden, kon de rechtbank niet wettig en overtuigend bewijzen dat de verdachte deze overvallen had gepleegd. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van de tweede tenlastelegging, maar achtte de eerste tenlastelegging wel bewezen. De verdediging pleitte voor vrijspraak van beide tenlasteleggingen vanwege onvoldoende bewijs.

De rechtbank oordeelde dat de tapgesprekken en andere bewijsstukken onvoldoende waren om de betrokkenheid van de verdachte bij de overvallen vast te stellen. De rechtbank benadrukte dat de interpretatie van tapgesprekken met voorzichtigheid moet gebeuren en dat er geen forensisch bewijs was dat de verdachte aan de overvallen kon koppelen. De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, aangezien de verdachte van de tenlasteleggingen werd vrijgesproken. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbenden en verklaarde het wapen onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/099675-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 16 november 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1999] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 november 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.M.C.V. Fellinger en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer 1] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort gezegd, op neer dat verdachte:
feit 1
op 13 december 2018 te De Meern samen met een ander een geldbedrag van € 625,- heeft weggenomen van [tankstation] , terwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld, en/of een medewerker van het tankstation, te weten [slachtoffer 2] , heeft afgeperst;feit 2op 8 maart 2019 te De Meern samen met een ander een geldbedrag van € 3.110,82,- heeft weggenomen van [supermarkt] , terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld, en/of een medewerker van de [supermarkt] , te weten [slachtoffer 1] , heeft afgeperst.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 2 ten laste gelegde en acht het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Volgens de officier van justitie kan uit onder meer de tapgesprekken op 27 april 2019 [1] en 1 mei 2019 [2] en het Whatsappbericht van medeverdachte [medeverdachte] van 25 april 2019 [3] worden afgeleid, dat verdachte en [medeverdachte] de overval op het tankstation hebben gepleegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vast staat dat er op het [tankstation] te De Meern op 13 december 2018 en op de [supermarkt] te De Meern op 8 maart 2019 overvallen hebben plaatsgevonden. Tijdens de overval op de [supermarkt] is, naast de bedreiging met een vuurwapen (gelijkend voorwerp), ook geweld gebruikt.
Zoals ook is overwogen in de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 14 februari 2017 [4] dient de betekenis van hetgeen in tapgesprekken, die vermoedelijk over bepaalde strafbare gedragingen gaan, wordt gezegd met een zekere voorzichtigheid door de rechter te worden geïnterpreteerd.
De tapgesprekken en het whatsappbericht bevatten aanwijzingen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] op enigerlei wijze betrokkenheid hebben gehad bij de overvallen. Zo lijken de tapgesprekken en het whatsappgesprekk onder meer betrekking te hebben op de arrestatie van verdachte en op een uitzending van Bureau Hengeveld over de twee overvallen die ten laste zijn gelegd. Dit kan echter niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Zelfs al zouden de gesprekken over de ten laste gelegde overvallen gaan, dan blijkt daaruit nog niet dat verdachte één van de overvallers was. Het dossier bevat daar voor het overige ook geen wettig en overtuigend bewijs voor. De telefoon- en locatiegegevens en de camerabeelden in het dossier zijn daartoe onvoldoende. Forensisch bewijs ontbreekt.
Gelet op het bovenstaande, het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] de personen zijn die de overval hebben gepleegd. Verdachte zal dan ook van het onder 1 en 2 ten laste gelegde worden vrijgesproken.

5.BENADEELDE PARTIJEN

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.989,-. Dit bedrag bestaat uit € 289,- materiële schade en € 2.700,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
Namens [supermarkt] te De Meern (hierna: [supermarkt] ) heeft [A] een vordering benadeelde partij ingediend. [supermarkt] vordert een bedrag van € 4.898,84. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat beide benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de vorderingen, nu zij heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 2 ten laste gelegde.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat zowel [slachtoffer 1] als [supermarkt] niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden in de vorderingen, nu hij vrijspraak heeft bepleit van het onder 2 ten laste gelegde.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal beide benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, nu verdachte van het onder 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partijen kunnen hun vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

6.BESLAG

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • € 60,- (G2402922)
  • 1 iPhone 6 telefoon (G2402782)
  • 1 zwarte Nokia telefoon (G2402909)
  • 1 ASG wapen (G2402742)
6.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het geldbedrag terug te geven aan de rechthebbende, de telefoons terug te geven aan verdachte en het wapen te onttrekken aan het verkeer.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan de rechthebbende
De rechtbank zal teruggave gelasten van de € 60,- (G2402922) aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van dit voorwerp kan worden aangemerkt.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de volgende voorwerpen:
- 1 iPhone 6 telefoon (G2402782)
- 1 zwarte Nokia telefoon (G2402909)
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal het ASG wapen (G2402742) onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

7.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
Benadeelde partij [supermarkt]
- verklaart de benadeelde partij [supermarkt] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van € 60,- (G2402922);
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
* 1 iPhone 6 telefoon (G2402782)
* 1 zwarte Nokia telefoon (G2402909)
- verklaart het ASG wapen (G2402742) onttrokken aan het verkeer.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.W. Verhaagh, voorzitter, mr. N.M. Spelt en mr. A.M.M. Lemmen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.E. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 november 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1hij op of omstreeks 13 december 2018 te De Meern, gemeente Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 625 euro, althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [tankstation] , gelegen aan de [adres] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s, welke diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een medewerker van voornoemd tankstation, genaamd [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- voorzien van een geheel of gedeeltelijk voor zijn/hun hoofd/gezicht getrokken sjaal/doek en/of muts/capuchon, althans (in ieder geval) voorzien van een geheel of gedeeltelijk bedekt gezicht,
- zich naar/in voornoemd tankstation(shop) heeft/hebben begeven en/of
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht, althans (in ieder geval) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of
- (daarbij) heeft/hebben geroepen: "Dit is een overval", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of
hij op of omstreeks 13 december 2018 te De Meern, gemeente Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] meermalen, althans éénmaal (telkens) heeft gedwongen tot de afgifte van een som geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [tankstation] , gelegen aan de [adres] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- voorzien van een geheel of gedeeltelijk voor zijn/hun hoofd/gezicht getrokken sjaal/doek en/of muts/capuchon, althans (in ieder geval) voorzien van een geheel of gedeeltelijk bedekt gezicht,
- zich naar/in voornoemd tankstation(shop) heeft/hebben begeven en/of
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht, althans (in ieder geval) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of
- (daarbij) heeft/hebben geroepen: "Dit is een overval", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
feit 2hij op of omstreeks 8 maart 2019 te De Meern, gemeente Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 3110,82 euro, althans enig geld bedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt] , gelegen aan het [adres] , in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- voorzien van een geheel of gedeeltelijk voor zijn/hun hoofd/gezicht getrokken sjaal/bandana/doek en/of bivakmuts, althans (in ieder geval) voorzien van geheel of gedeeltelijk bedekt gezicht
- zich naar/in voornoemde supermarkt heeft/hebben begeven
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht, althans (in ieder geval) dat vuurwapen en/of dat mes aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben getoond/voorgehouden, en/of
- (vervolgens) over de (service)balie heen is/zijn gesprongen en/of
- (daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat hij de kluis moest open maken, en/of
- die [slachtoffer 1] bij zijn kraag en/of in zijn nek heeft/hebben beetgepakt en/of naar beneden heeft/hebben geduwd en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] in zijn nek heeft/hebben beetgepakt en/of meegetrokken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] dreigend heeft/hebben aangekeken en hem een gebalde vuist (voor zijn gezicht) heeft/hebben getoond en/of
- (op enig moment daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat hij de kassa('s) moest opmaken en/of
- (op enig moment daarbij) heeft/hebben geroepen: “niet dood gaan voor de [supermarkt] ”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of
hij op of omstreeks 8 maart 2019 te De Meern, gemeente Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een som geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- voorzien van een geheel of gedeeltelijk voor zijn/hun hoofd/gezicht getrokken sjaal/bandana/doek en/of bivakmuts, althans (in ieder geval) voorzien van geheel of gedeeltelijk bedekt gezicht
- zich naar/in voornoemde supermarkt heeft/hebben begeven
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht, althans (in ieder geval) dat vuurwapen en/of dat mes aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben getoond/voorgehouden, en/of
- (vervolgens) over de (service)balie heen is/zijn gesprongen en/of
- (daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat hij de kluis moest open maken, en/of
- die [slachtoffer 1] bij zijn kraag en/of in zijn nek heeft/hebben beetgepakt en/of naar beneden heeft/hebben geduwd en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] in zijn nek heeft/hebben beetgepakt en/of meegetrokken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] dreigend heeft/hebben aangekeken en hem een gebalde vuist (voor zijn gezicht) heeft/hebben getoond en/of
- (op enig moment daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat hij de kassa('s) moest opmaken en/of
- (op enig moment daarbij) heeft/hebben geroepen: “niet dood gaan voor de [supermarkt] ”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking.

Voetnoten

1.Het tapgesprek van 27 april 2019, als bijlage gevoegd aan het proces-verbaal van bevindingen met nummer 20190507.1000.12412.BEV, p. 314 van het einddossier.
2.Het tapgesprek van 1 mei 2019, als bijlage gevoegd aan het proces-verbaal van bevindingen met nummer 20190507.1000.12412.BEV, p. 316 van het einddossier.
3.Het proces-verbaal van bevindingen met nummer 220519.1311.7216, p. 319 van het einddossier.