Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Het patiëntverslagvan 25 november 2021, opgemaakt door [kinderarts] , werkzaam als kinderarts bij het Flevoziekenhuis [2] :
tot overplaatsing naar PICU AMC[Intensive Care Kinderen Amsterdam Medisch Centrum, rechtbank]
bovenstaande patiënt.
De brief van het Amsterdam UMCvan 17 december 2021, inhoudende de verpleegkundige overdracht opgemaakt door [verpleegkundige 2] , werkzaam als verpleegkundige op de afdeling [afdeling] [4] :
Het Meldingsformulier vertrouwensarts [5] van 3 december 2021, opgesteld door [vertrouwensarts] , vertrouwensarts AMC:
Een deskundigenrapport van het NFI [6] :“Forensisch-medisch onderzoek inzake een circa 4 weken oude jongen” van 29 september 2022 opgesteld door dr. H.G.T. Nijs, forensisch arts KNMG, voor zover inhoudende als verklaring van voornoemde deskundige:
1.Welke (belangrijke) letsels staan er beschreven in de medische gegevens?
8.Zijn er nog andere op- of aanmerkingen die u op dit moment wilt maken?
Het toebrengen van ernstig hersenletsel bij kleine kinderen door middel van schudden en/of contacttrauma van het hoofd, is dusdanig ernstig dat omstanders dergelijke handelingen direct als gevaarlijk zouden kwalificeren.
De verklaring van getuige-deskundige dr. H.G.T. Nijs, forensisch arts KNMG, ter terechtzitting van 4 november 2022, zakelijk weergegeven:
het proces-verbaal van verhoor van getuige met fotobijlage [14] van 20 december 2021 het volgende verklaard:
ter terechtzittingvan 4 november 2022 verklaard:
- bloeduitstorting onder het harde hersenvlies tegen de schedel gelegen (subduraal);
- uitbreiding van de bloeduitstorting onder de zachte hersenvliezen (subarachnoïdaal),
- bloeding direct buitenwaarts langs de schedel gelegen (subgaleale bloed/vochtcollectie);
- hersenscheurverwonding (hersenlaceratie);
- bloeduitstorting langs de kleine hersenen met drukuitoefening op aangrenzende hersendelen (subduraal);
- bloeding in de achterste hersenkamer beiderzijds;
- bloeduitstorting langs het ruggenmerg in het gebied tussen de nekwervels en de bovenste borstwervels (subduraal).
5.BEWEZENVERKLARING
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
first offenderis.
- een uittreksel uit de Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 17 maart 2022;
- een Pro Justitia psychologisch onderzoek van 8 april 2022, opgemaakt door R. Bout, GZ-psycholoog (hierna: de psycholoog);
- een Pro Justitia psychiatrisch onderzoek van 19 april 2022, opgemaakt door J.C. Laheij, psychiater (hierna: de psychiater);
- een e-mailbericht van 3 november 2022 van de reclassering aan het Openbaar Ministerie.
9.BESLAG
- 1 STK kruik (omschrijving: PL0900-2021374268-G2920040, warmtekruik met witte hoes);
- 1 STK afgeknipt verlengsnoer (omschrijving: PL0900-2021374268-G2936326);
- 1 STK kinderwagen (omschrijving: PL0900-2021374268-G2939213, sinnummer AAOJ0028NL, zwart, merk: Stokke);
- 1 STK snoer (omschrijving: PL0900-2021374268-G2939215 sinnummer AAOJ0027NL stekkerdoos met 6 stopcontacten en scha);
10.BENADEELDE PARTIJ
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
- verklaart het primair ten laste gelegde feit bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 775,-, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2021 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het immaterieel gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 775,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente gerekend vanaf 25 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 15 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.