ECLI:NL:RBMNE:2022:4700
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van Anw-uitkering en de zorgvuldigheid van het UWV-onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Eiseres ontving sinds 1 juli 2017 een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw), maar deze werd per 1 maart 2021 beëindigd op basis van een onderzoek van het UWV, waaruit bleek dat eiseres niet langer voor 45% of meer arbeidsongeschikt was. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail bekeken. Eiseres voerde aan dat het UWV onzorgvuldig had gehandeld en dat haar medische klachten onvoldoende waren onderzocht. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV zorgvuldig had gehandeld. Eiseres had geen concrete argumenten aangedragen die de arbeidskundige beoordeling in twijfel trokken. De rechtbank concludeerde dat de beperkingen van eiseres correct waren vastgesteld en dat er geen aanleiding was om een deskundige te benoemen voor een herbeoordeling.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de beëindiging van de Anw-uitkering terecht was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier S. Bazaz, en werd openbaar uitgesproken op 21 oktober 2022.