ECLI:NL:RBMNE:2022:4667

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
UTR 22/3242
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake bijstandsuitkering

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 27 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 15 juni 2022, waarin zijn bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat het besluit van 17 maart 2022, waarin eiser een bijstandsuitkering werd toegekend, correct is bekendgemaakt. Eiser had zijn bezwaar uiterlijk op 28 april 2022 moeten indienen, maar dit gebeurde pas op 12 mei 2022. De rechtbank stelt vast dat eiser geen geldige redenen heeft aangevoerd voor het te laat indienen van zijn bezwaar. Eiser had kunnen zorgen voor hulp bij het indienen van zijn bezwaar, maar heeft dit nagelaten. De rechtbank kan de zaak niet inhoudelijk behandelen en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was aanwezig bij de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/3242

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 oktober 2022 in de zaak tussen

[eiser] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

(gemachtigde: E. Chahid).

Procesverloop

1. Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 15 juni 2022.

Overwegingen

2. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
3. Met het besluit van 17 maart 2022 heeft verweerder eiser een bijstandsuitkering toegekend vanaf 20 januari 2022. Omdat eiser geen vaste woon- of verblijfplaats heeft en geen woonkosten, heeft verweerder de bijstand met 15% verlaagd.
4. Bij brief van 12 mei 2022 heeft eiser aangegeven dat hij met terugwerkende kracht aanspraak wil maken op de korting van € 233,94 vanwege het ontbreken van woonkosten.
5. Verweerder heeft de brief van eiser aangemerkt als bezwaar tegen het besluit van
17 maart 2022. De rechtbank is van oordeel dat verweerder dat zo mocht doen.
6. Bij besluit van 15 juni 2022 heeft verweerder dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser het bezwaar zonder goede reden te laat heeft ingediend.
7. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt. [1] Hoe dit bekendmaken gebeurt staat ook in de wet. [2] In het geval van eiser heeft verweerder het besluit van 17 maart 2022 bekendgemaakt op 17 maart 2022 door toezending aan eiser per e-mail. Eiser heeft eerder met verweerder gecorrespondeerd via
e-mail, zodat verweerder er vanuit mocht gaan dat eiser via deze weg bereikbaar was. Ook stelt verweerder dat hij het besluit in eisers postvak op het Stadsplateau heeft gelegd en dat eiser wist dat hij minimaal elke twee weken de post moest komen ophalen op het Stadsplateau.
8. Omdat het besluit op 17 maart 2022 correct bekend is gemaakt, had eiser zijn bezwaar uiterlijk op 28 april 2022 moeten indienen. Verweerder heeft het bezwaarschrift van eiser ontvangen op 12 mei 2022. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dat verweerder het bezwaar dan niet inhoudelijk behandelt. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
9. Eiser heeft tijdens de hoorzitting niet betwist dat hij het besluit per e-mail en in zijn postvak heeft ontvangen. Eiser heeft wel aangegeven dat hij het allemaal niet wist, dat hij veel schulden heeft en veel zaken heeft lopen en er allemaal geen tijd voor heeft. Naar het oordeel van de rechtbank leveren deze omstandigheden geen geldige redenen op voor het te laat indienen van het bezwaar. Eiser had iemand, bijvoorbeeld een kennis, een advocaat of het juridisch loket, kunnen vragen om hem te helpen.
10. De rechtbank kan niks zeggen over de vraag of eiser een energievergoeding moet krijgen. Als eiser in aanmerking wil komen voor deze energievergoeding zal hij die eerst bij de gemeente moeten aanvragen. Als het eiser zelf niet lukt om deze aanvraag te doen, kan hij daarvoor hulp vragen bij bijvoorbeeld de Geldzaak in [plaats] ( [website 1] ) of een buurtteam. De voorwaarden om voor een energietoeslag in aanmerking te komen staan op de website van de gemeente ( [website 2] ). Eén van die voorwaarden is wel dat iemand een woning huurt.
11. De conclusie is dus dat eiser te laat bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van 17 maart 2022. Verweerder heeft terecht besloten om dat bezwaar niet inhoudelijk te behandelen. Ook de rechtbank kan eisers zaak dus niet inhoudelijk behandelen.
12. Eiser krijgt geen gelijk en zijn beroep is kennelijk ongegrond (artikel 8:54 van de Awb).

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. N.R. Hoogenberk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
27 oktober 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Dat staat in de artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.In artikel 3:41 van de Awb.