Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, en
- de man, bijgestaan door zijn advocaat.
2.Waar gaat het over?
[minderjarige 1](verder: [minderjarige 1 (voornaam)] ), geboren op [geboortedatum 1] 2013 in [geboorteplaats 1] . [minderjarige 1 (voornaam)] woont bij de vrouw.
[minderjarige 2](verder: [minderjarige 2 (voornaam)] ), geboren op [geboortedatum 2] 2020 in [geboorteplaats 2] .
dat de vrouw en de man het eens waren over een behoefte van [minderjarige 1 (voornaam)] van € 357,-
per maand en dat is bepaald dat de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding (kinderalimentatie) van [minderjarige 1 (voornaam)] per 19 december 2016 € 200,- per maand, per 1 september 2017 € 315,- per maand en per de datum van de uitbreiding van de zorgregeling naar een weekend per veertien dagen € 297,- per maand aan de vrouw moet betalen. De vrouw en de man hebben per 1 juni 2021 de kinderalimentatie gewijzigd naar € 200,- per maand. Door wettelijke indexering bedraagt de kinderalimentatie € 203,80 per maand in 2022.
3.De beoordeling
4.De beslissing
1 april 2022een kinderalimentatie van
€ 27,-per maand voor [minderjarige 1 (voornaam)] , (voor de toekomst) steeds vóór de eerste van de maand, moet betalen aan de vrouw;