Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
- mr. E.W. Bosch, advocaat te Honselersdijk, namens de nabestaanden van [slachtoffer 1] en tevens benadeelde partijen [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] ;
- mr. L.A.C. ter Steeg, advocaat te Amsterdam, namens de slachtoffers en benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] ;
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
proces-verbaal van aangifteop 27 juli 2021 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij zakelijk weergegeven het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
proces-verbaal van aangifteop 28 juli 2021 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij zakelijk weergegeven het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
proces-verbaal van aangifteop 29 juli 2021 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij zakelijk weergegeven het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
proces-verbaal van aangifteop 29 juli 2021 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij zakelijk weergegeven het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
proces-verbaal van verhoor verdachteals verdachte gehoord en heeft daarbij zakelijk weergegeven het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
proces-verbaal van verhoor getuigeals getuige gehoord en heeft daarbij zakelijk weergegeven het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
proces-verbaal van verhoor getuigeals getuige gehoord en heeft daarbij zakelijk weergegeven het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
A: Rond 02:00 uur liepen wij op de boulevard. Ik zag een jongen een klap geven en zag dat die andere jongen knocked out zou gaan. Aan de klap hoorde je dat al dat er iemand gaat vallen. Het was een doffe klap. Ik zag die jongen plat achterover vallen. Ik zag toen andere personen daar naartoe rennen en zag dat er trapbewegingen tegen zijn hoofd werden gemaakt. Stuk of drie. Ik weet ook niet of ze raak waren. Ik zag vervolgens die jongens wegrenden de straat in. Ik zag toen die jongen die op straat lag, in een plas bloed liggen. Hier stonden toen al allemaal mensen omheen. [20]
proces-verbaal van verhoor getuigeals getuige gehoord en heeft daarbij zakelijk weergegeven het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
- 1 STK Schoenen (omschrijving/goednummer: PL0900-2021230390-G2876223);
- 1 STK Schoenen (omschrijving/goednummer: PL0900-2021230390-G2876225);
- 1 STK Broek (omschrijving/goednummer: PL0900-2021230390-G2876226);
- 1 STK Schoeisel (omschrijving/goednummer: PL0900-2021230390-G2876238);
- 1 STK Schoeisel (omschrijving/goednummer: PL0900-2021230390-G2876239);
- 1 STK Schoeisel (omschrijving/goednummer:: PL0900-2021230390-G2876241);
- 1 STK Schoeisel (omschrijving/goednummer: PL0900-2021230390-G2876242);
- 1 STK Shirt (omschrijving/goednummer: PL0900-2021230390-G2876244);
- 1 STK Broek (omschrijving/goednummer: PL0900-2021230390-G2876246).
10.BENADEELDE PARTIJEN
- Kosten AirBnB Mallorca € 157,68;
- Huurauto € 56,65;
- Vliegticket Mallorca-Amsterdam € 145,01;
- Huurkosten woning € 2.292,15;
- Kosten laminaatvloer huurwoning € 645,90;
- Eigen risico zorgverzekering 2022 en 2023 € 770,-;
- Immateriële schade € 5.000,-.
- Kosten AirBnB Mallorca € 157,68;
- Huurauto € 56,65;
- Bootticket Mallorca-Ibiza € 87,66;
- Vliegticket Ibiza-Amsterdam € 152,45;
- Hotel Palma de Mallorca € 56,63;
- Kleding begrafenis [slachtoffer 1] € 109,94;
- Taxi naar ziekenhuis Mallorca € 32,-;
- Eigen risico zorgverzekering 2022 en 2023 € 770,-;
- Gederfde inkomsten € 11.175,15;
- Immateriële schade en/of schokschade € 5.000,-.
- Kosten AirBnB Mallorca € 157,68;
- Bootticket Mallorca-Ibiza € 87,66;
- Vliegticket Ibiza-Amsterdam € 152,45;
- Hotel Palma de Mallorca € 56,63;
- Taxi van ziekenhuis Mallorca € 40,-;
- Eigen risico zorgverzekering 2022 en 2023 € 1270,-;
- Kosten opvragen medische informatie € 31,14;
- Gederfde inkomsten € 8.800,-;
- Immateriële schade en/of schokschade € 5.000,-.
- Kosten AirBnB Mallorca € 157,68;
- Bootticket Mallorca-Ibiza € 87,66;
- Vliegticket Ibiza-Amsterdam € 152,45;
- Hotel Palma de Mallorca € 56,63;
- Eigen risico zorgverzekering 2022 en 2023 € 1248,-;
- Immateriële schade en/of schokschade € 5.000,-.
- Vererfde letselschade van € 28.648,11;
- Overlijdensschade € 40.452,52.
- Gederfd levensonderhoud van € 287.652,- ;
- Affectieschade van € 20.000,-.
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
gevangenisstrafvan
12(
twaalf) maanden;
- wijst de vordering van [slachtoffer 5] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 5.302,69, waarvan € 302,69 aan materiële schadevergoeding en € 5.000,- aan immateriële schadevergoeding;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 5] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer 5] wat betreft de gevorderde kosten aan eigen risico, huurkosten en kosten voor de laminaatvloer niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [slachtoffer 5] wat betreft de gevorderde kosten voor de huurauto af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat
- wijst de vordering van [slachtoffer 4] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 3.486,42, waarvan € 486,42 aan materiële schadevergoeding en € 3.000,- aan immateriële schadevergoeding;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer 4] wat betreft de gevorderde kosten aan eigen risico en gederfde inkomsten niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [slachtoffer 4] wat betreft de meer gevorderde immateriële schade en de gevorderde kosten voor de huurauto, kosten voor de kleding van de begrafenis van [slachtoffer 1] en af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 3.486,42 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 23 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer 2] wat betreft de gevorderde kosten aan eigen risico en gederfde inkomsten niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] wat betreft de meer gevorderde immateriële schade af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 3.525,56 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 24 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer 3] wat betreft de meer gevorderde kosten aan eigen risico niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [slachtoffer 3] wat betreft de meer gevorderde immateriële schade en af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 3.454,42 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 23 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] aan de Staat € 69.100,63 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 186 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 3] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 3] wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 3] aan de Staat € 17.500,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 72 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.