In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 8 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 9 november 2022 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiseres heeft op 19 oktober 2022 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke is gesteld op 13 januari 2022 en het beroep is ingesteld op 15 augustus 2022.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder een termijn van twaalf weken gegeven om een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om daarvan af te wijken in bijzondere gevallen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De totale vergoeding is vastgesteld op € 379,50. Ook moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 november 2022.