ECLI:NL:RBMNE:2022:4535

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
UTR 21/2729
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om rectificatie van personeelsdossier en niet tijdig beslissen door college

In deze zaak heeft eiser op 6 mei 2021 het college verzocht om rectificatie van alle wijzigingen die na 3 juli 2008 zonder zijn medeweten zijn aangebracht in zijn personeelsdossier. Tevens verzocht hij om inzicht in de dossierstukken die een rol hebben gespeeld bij het besluit van 8 juli 2008 om zijn functie op te heffen. Nadat het college niet tijdig op dit verzoek had gereageerd, heeft eiser op 24 juni 2022 beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 3 november 2022 behandeld, waarbij eiser aanwezig was en het college vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het verzoek van eiser niet kan worden aangemerkt als een verzoek in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Het verzoek om rectificatie betreft geen rectificatie van onjuiste persoonsgegevens, maar een verzoek om alle mutaties in het personeelsdossier terug te draaien. Dit valt niet onder de bepalingen van de AVG. De rechtbank concludeert dat een reactie op het verzoek geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat er tegen het uitblijven van een reactie geen beroep openstaat bij de bestuursrechter. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2729
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 november 2022 in de zaak tussen

[eiser] uit [woonplaats] , eiser

en

[college]

(gemachtigde: mr. F. Heijne).

Procesverloop

Op 6 mei 2021 heeft eiser het college verzocht om rectificatie van alle wijzigingen die na 3 juli 2008 zonder zijn medeweten zijn aangebracht in zijn personeelsdossier en in archieven van het college. Ook verzoekt eiser dat het college aangeeft welke dossierstukken een rol hebben gespeeld bij het besluit van 8 juli 2008 om zijn functie op te heffen, en welke dossierstukken niet bij de overwegingen zijn betrokken.
Nadat eiser het college in gebreke heeft gesteld, heeft hij op 24 juni 2022 beroep ingesteld omdat het college niet tijdig op zijn verzoek zou hebben beslist.
Het college heeft een verweerschrift ingediend. Eiser heeft hier vervolgens schriftelijk op gereageerd.
De rechtbank heeft het beroep op 3 november 2022 op zitting behandeld. Eiser is verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak heeft de rechtbank onmiddellijk op de zitting uitspraak gedaan, waarbij partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
Relevante wettelijke bepalingen
2. Op grond van artikel 34 van de Uitvoeringswet AVG wordt een schriftelijke beslissing op een verzoek als bedoeld in de artikelen 15 tot en met 22 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) genomen binnen de in artikel 12, derde lid, van de AVG genoemde termijnen en geldt het, voor zover deze is genomen door een bestuursorgaan, als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3. Op grond van artikel 1:3, derde lid van de Awb wordt onder een aanvraag verstaan: een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen.
4. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep met een besluit gelijkgesteld het niet tijdig nemen van een besluit.
Beoordeling van de rechtbank
5. Eiser heeft verzocht om wijzigingen in het dossier dat het college van hem als oud-werknemer beheert. De rechtbank oordeelt dat dit verzoek niet kan worden aangemerkt als een verzoek in de zin van de AVG. Eisers verzoek ziet erop om alle mutaties na 3 juli 2008 in zijn personeelsdossier terug te draaien. Dat is geen rectificatie in de zin van artikel 16 van de AVG, zoals eiser wel betoogt. Die bepaling is namelijk beperkt tot rectificatie van onjuiste persoonsgegevens en tot vervolledigen van onvolledige persoonsgegevens. Dat is niet de strekking van eisers verzoek. Pas op zitting heeft eiser zijn verzoek explicieter gemaakt en op zaken gewezen die volgens hem onjuist zijn, maar ook daaruit volgt onvoldoende dat het gaat om een rectificatieverzoek in de zin van artikel 16 van de AVG.
6. Het verzoek is ook niet gericht op het krijgen van inzage van persoonsgegevens, op het wissen van persoonsgegevens of op de beperking van de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van artikelen 15, 17 en 18 van de AVG. Eiser heeft ook niet duidelijk kunnen maken op welke andere bepaling in de AVG zijn verzoek betrekking zou hebben.
7. Omdat eisers verzoek geen verzoek in de zin van de AVG is, is een reactie op dat verzoek geen besluit in de zin van de Awb. Ook anderszins kan eisers verzoek niet als aanvraag in de zin van de Awb worden aangemerkt. Tegen het uitblijven van een reactie op het verzoek staat daarom geen beroep open bij de bestuursrechter.
Conclusie
8. Het beroep is niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 november 2022 door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Pruntel, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.