Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8,
- de conclusie van repliek met productie 1,
- de conclusie van dupliek met productie 9.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert [eiseres] B.V., handelend onder de naam [handelsnaam], vergoeding van buitengerechtelijke kosten van ASR Schadeverzekering N.V. naar aanleiding van een aanrijding op 1 januari 2022. De heer [A] had schade aan zijn auto door een verzekerde van ASR en schakelde [eiseres] in voor rechtsbijstand. Na het indienen van de schadevordering bij ASR, die de schadevergoeding betaalde, vorderde [eiseres] ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 115,87, welke door ASR niet zijn betaald. ASR verweert zich door te stellen dat deze kosten geen schade van [A] zijn, maar kosten gemaakt door [eiseres]. De kantonrechter oordeelt dat de kosten van de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden onder de vermogensschade van [A] vallen, aangezien deze kosten zijn overgedragen aan [eiseres]. De kantonrechter concludeert dat de werkzaamheden van [eiseres] redelijk waren en dat de gevorderde kosten binnen de redelijke tarieven vallen. ASR wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.