ECLI:NL:RBMNE:2022:4474
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van stallingskosten voor paard en beoordeling van overeenkomst en zorgplicht
In deze civiele zaak heeft eiseres, handelend onder de naam [handelsnaam 1], gedaagden [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] opgeroepen tot betaling van stallingskosten voor hun paard. De overeenkomst voor de stalling, die op 1 juni 2021 werd gesloten, hield in dat het paard [naam] voor € 270,- per maand bij eiseres zou worden gestald. Eiseres heeft een factuur van € 310,- verzonden, inclusief kosten voor hoefverzorging, maar gedaagden hebben deze factuur niet betaald. Gedaagden voeren verweer en stellen dat eiseres tekort is geschoten in haar zorgplicht voor het paard, wat hen zou vrijwaren van de betalingsverplichting. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat gedaagden wel degelijk gehouden zijn tot betaling van de stallingskosten, omdat eiseres niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de stallingskosten toegewezen, maar de vordering voor de hoefverzorging afgewezen, omdat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd dat gedaagden opdracht hebben gegeven voor deze werkzaamheden. Daarnaast zijn gedaagden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aangezien zij in overwegende mate ongelijk hebben gekregen. De kantonrechter heeft de beslissing op 28 september 2022 openbaar uitgesproken.