ECLI:NL:RBMNE:2022:4430
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- J.R. van Es-de Vries
- G.M.C.P. Maarhuis
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens termijnoverschrijding
Op 25 oktober 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv van 6 april 2022, waarin zijn bezwaar tegen een eerder besluit van 16 februari 2022 niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het te laat was ingediend. De termijn voor het indienen van bezwaar liep af op 30 maart 2022, maar eiser diende zijn bezwaar pas op 1 april 2022 in. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser twee dagen te laat was en dat er geen verschoonbare redenen waren voor deze termijnoverschrijding. Eiser had aangevoerd dat hij druk bezig was met het begrijpen van de berekening van een terug te betalen bedrag van € 3.654,-, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet buiten eiser zelf lagen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat het Uwv het griffierecht van € 50,- aan eiser moest vergoeden, omdat het Uwv niet had gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding. Eiser werd gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.