ECLI:NL:RBMNE:2022:4422

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 oktober 2022
Publicatiedatum
8 november 2022
Zaaknummer
16/106202-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van dagvaarding wegens gebrek aan ondertekening van de akte van uitreiking

Op 25 oktober 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van een poging tot inbraak op 1 april 2018. De rechtbank heeft in deze zaak de geldigheid van de dagvaarding beoordeeld. De verdediging stelde dat de dagvaarding nietig verklaard diende te worden, omdat de akte van uitreiking niet was ondertekend. De akte bevatte enkel de getypte naam van een medewerker van het Openbaar Ministerie, wat volgens de verdediging niet kan worden aangemerkt als een handtekening.

De officier van justitie heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Na het onderzoek ter terechtzitting heeft de rechtbank vastgesteld dat de dagvaarding niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is betekend. De rechtbank oordeelde dat de akte van uitreiking niet was ondertekend, noch met een elektronische handtekening, en dat dit een gebrek vormde dat de nietigheid van de dagvaarding rechtvaardigde.

De rechtbank heeft vervolgens de dagvaarding nietig verklaard, wat betekent dat de verdachte niet verder kan worden vervolgd op basis van deze dagvaarding. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee andere rechters, en is op de openbare terechtzitting van 25 oktober 2022 bekendgemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/106202-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 oktober 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1992] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 oktober 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van hetgeen de officier van justitie
mr. G.A. Hoppenbrouwers, en hetgeen mr. Y. Karga, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 1 april 2018 te [woonplaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, heeft geprobeerd in te breken in de woning aan de [adres] .

3.GELDIGHEID DAGVAARDING

3.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding nietig dient te worden verklaard aangezien de akte van uitreiking niet is ondertekend. De akte van uitreiking bevat immers enkel de getypte naam van de medewerker van het Openbaar Ministerie. Dit kan niet worden aangemerkt als een handtekening.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet gebleken dat de dagvaarding op de bij de wet voorgeschreven wijze is betekend. De akte van uitreiking die zich in het dossier bevindt wordt afgesloten met de getypte naam van de medewerker van het Openbaar Ministerie die de akte heeft opgesteld. De rechtbank is met de raadsvrouw van oordeel dat dit niet kan worden aangemerkt als een handtekening. Ook volgt uit het dossier niet dat de akte van uitreiking is ondertekend door middel van een elektronische handtekening.

4.BESLISSING

De rechtbank:
- verklaart de
dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mrs. H. den Haan en P.L.J. Smit, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.S.A. Nahumury, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 oktober 2022.
Mrs. Smit en Nahumury zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 april 2018 te [woonplaats] , gemeente Gooise Meren tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om, in of uit een woning (gelegen aan de [adres] ), (een) goed(eren) en/of enig geldbedrag, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel door middel van braak en/of verbreking, opzettelijk met zijn mededader(s), althans alleen, naar die woning is toegegaan, waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s), althans een of meer van hen, met een breekvoorwerp (met kracht) in/tegen/tussen het raam en/of raamkozijn van voornoemde woning heeft/hebben gewrikt en/of geduwd en/of de deur van voornoemde woning heeft/hebben getracht open te breken;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.