Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.GELDIGHEID DAGVAARDING
4.BESLISSING
dagvaarding nietig.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 25 oktober 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van een poging tot inbraak op 1 april 2018. De rechtbank heeft in deze zaak de geldigheid van de dagvaarding beoordeeld. De verdediging stelde dat de dagvaarding nietig verklaard diende te worden, omdat de akte van uitreiking niet was ondertekend. De akte bevatte enkel de getypte naam van een medewerker van het Openbaar Ministerie, wat volgens de verdediging niet kan worden aangemerkt als een handtekening.
De officier van justitie heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Na het onderzoek ter terechtzitting heeft de rechtbank vastgesteld dat de dagvaarding niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is betekend. De rechtbank oordeelde dat de akte van uitreiking niet was ondertekend, noch met een elektronische handtekening, en dat dit een gebrek vormde dat de nietigheid van de dagvaarding rechtvaardigde.
De rechtbank heeft vervolgens de dagvaarding nietig verklaard, wat betekent dat de verdachte niet verder kan worden vervolgd op basis van deze dagvaarding. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee andere rechters, en is op de openbare terechtzitting van 25 oktober 2022 bekendgemaakt.