ECLI:NL:RBMNE:2022:439
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing; vermindering van aanslag afvalstoffenheffing
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil over aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen die door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht waren opgelegd. De aanslag afvalstoffenheffing bedroeg oorspronkelijk € 322,56 en de aanslag rioolheffing € 183,51. Eiseres stelde dat de aanslag afvalstoffenheffing ten onrechte was gebaseerd op een meerpersoonshuishouden, terwijl zij een eenpersoonshuishouden was. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar dit had erkend en de aanslag afvalstoffenheffing had verlaagd naar € 212,89. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraak op bezwaar van 8 juli 2021. De aanslag rioolheffing bleef ongewijzigd, omdat eiseres niet betwistte dat zij belastingplichtig was en de hoogte van de aanslag correct was vastgesteld.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente verplicht is zorg te dragen voor de inzameling van huishoudelijk afval en dat de belastingplicht niet afhankelijk is van het feitelijk gebruik van de gemeentelijke afvalinzameling. De rechtbank droeg de verweerder op het door eiseres betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.