In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 13 oktober 2022, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 27 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke was gesteld op 14 juni 2022 en het beroep pas op 5 juli 2022 werd ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog binnen een termijn van twaalf weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- moet vergoeden en dat eiseres recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 379,50. De rechtbank heeft de hoogte van de proceskostenvergoeding gemotiveerd door te verwijzen naar de aard van de zaak en de werkzaamheden van de gemachtigde. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.